BRIEVEN OVER
DE INDISCHE GROEP
"Bent U het werkelijk helemaal eens
met de wens van 01 ly Bor in het Kerst
nummer van Moesson? Ik voel enig
defaitisme in haar laatste woorden:
voor de steeds kleiner wordende
Indische groepWant als die
kleine groep tenslotte tot nul geredu
ceerd is, zou Moesson vanzelf een
zachte dood gestorven zijn. Jammer
toch I
In die woorden zit de gedachte ver
scholen, dat Moesson alleen voor die
"Indische groep" bestemd en leesbaar
zou zijn.
Klopt toch niet met Uw eigen duide
lijke doelstelling "Zoektnieuwe
interessen te wekkendus ook
buiten die oude kleiner wordende "In
dische groep". Dus ook met name bij
hun kinderen en kleinkinderen, die niet
in "Indië" geboren zijn."M fEROUGE
Het "kleiner worden van de Indische
groep" is een onomstotelijk feit. De
oude generatie Indo's sterft uit en dat
is treurig, maar daar kan niet aan wor
den getornd. Het gaat om de nieuwe
groep, ontstaan uit de oude, voor wie
de doelstelling eigenlijk het meeste
geldt. Inderdaad is de defaitistische
ondertoon dus niet helemaal juist. Het
feit dat Moesson tweemaal zoveel
abonnees heeft als 15 jaar geleden
geeft toch wel hoop voor de toekomst I
L.D.
TIJGERS OP BALI
Mag ik nog even reageren op iets dat
ik las in uw "Bali-artikelen"? In Trek
tocht over het Idjen-plateau en Bali
schrijft Th. Min o.a. "West-Bali is nog
ruig; daar zaten veel tijgers in die
dagen".
Het was daar inderdaad ruig en toen
ik als schooljongen bij mijn oom lo
geerde, was dat ons jachtterrein en
heb ik het gebrul van de tijgers ge
regeld gehoord. Op een avond had ik
een zwijn geschoten en terwijl ik be
zig was het zwijn te villen werd ik
verrast door een tijger die waarschijn
lijk door de geur van het bloed werd
aangetrokken. Ik schat dat hij mij tot
minder dan 20 meter genaderd was.
Hij begon te brullen en wel zo hard
dat ik de grond voelde dreunen. Mis
schien was het wel door schrik en
angst dat ik de grond voelde dreunen.
Even was ik als aan de grond ge
nageld, maar toen sprong ik op en
rende weg, met achterlating van mijn
geweer en het zwijn. Ondanks het feit
dat ik het bijna in mijn broek deed van
angst heb ik toen het record op de
100 meter horden verbeterd. Ik heb
later gehoord hoe die tijgers daar te
rechtgekomen waren; dus alleen op
West-Bali en nergens anders.
Toen het Hindoeïsme door de Islam,
die vanuit West-Java zich over Java
verspreidde, onder de voet werd gelo
pen, zijn de belijders van het Hindoe
isme via Gilimanoek naar Bali over
gestoken. In die tijd was de tijger een
statussymbool van de notabelen,
dorpshoofden en rijken. Om te voor-
komen dat de Islam ook Bali zou op
slokken, hebben ze daar al hun tijgers
losgelaten. Of dat historisch juist is
weet ik niet, maar het is een feit dat
Bali door de Islam werd overgeslagen
op zijn veroveringsopmars over de
Kleine Soenda-eilanden. TH.KEMPFF
VAN EEN INDO IN HONGKONG
Hoera! Ik heb haar gevonden! Onze
oude "Juf" Els - tante Els - Maul I Zij
schreef mij. Ook al naar aanleiding van
die foto. Toen ik haar brief in handen
had, was ik werkelijk ontroerd. En ook
heel dankbaar. Aan Moesson! Ik had
toch echt gelijk; wij vormen één grote
wereldwijde familie, en Moesson is de
SPIL
Onze Juf Els Maul woont al 31 jaar in
Australië. Zij is daar vanuit Indië in
1951 heen gegaan. Ze was toen al
getrouwd en had 2 kinderen. Ze heeft
nu 7 kinderen en 15 tjoetjoeks. Helaas
werd ze 4 jaar geleden plotseling we
duwe, doordat ze haar man door een
hartinfarct moest verliezen. Ze mist
hem nog steeds heel erg.
Ze vindt het contact met "Vroeger"
enig! Ajo, lieve mevrouw C. M. Winkel
man, Hetty Scheurkogel, Frieda Cro-
qué, Willy Mayer, Evie Lentze en
Threesje Rijken, hier is haar adres,
wie weet vinden jullie de tijd om haar
een beetje te pennen.
Mrs. E. M. van Pelt-Maul
10 Bagot Street
O'Conner
A.C.T. Australia 2601
Zij schrijft dat zij vroeger een vrese
lijke strenge juf was, maar in mijn
herinnering is ze de liefste, vrolijkste
juf geweest, die ik ooit gehad heb.
Is het niet zo?
LAUTY KLEEVENS-MUSCH
MÈSTÈR
Het deed me goed in de "Moesson"
van 15 januari een stukje - geschreven
door Rogier - te vinden over Mester/
Jatinegara. Ik heb zelf jarenlang aan de
Kerkstraat (Kampong Melajoe) ge
woond en in gedachten wandel ik door
de straten, z.a. Yap Djenedweg, Lam-
merslaan, Passerstraat etc. tot Polonia
toe.
Ringgit en Nenek Orok zie ik nog voor
me; als kind was je een beetje bang
voor ze.
Ik ben nu ruim 20 jaar hier en nooit
meer teruggeweest. De foto die in
deze Moesson is afgedrukt, doet een
beetje vreemd aan, maar - het is tóch
dè oude Matramanweg, alhoewel ver
breed. Met de ombuiging mee kom je
in de Kerkstraat. Ach, wat is dat lang
geleden. Maar de beste jaren van ons
leven. Ondanks de Japanse bezetting.
We zijn buiten het kamp gebleven,
want mijn vader was dokter. Vele men
sen heeft hij kunnen helpen, mensen
die geen geld hadden om een dokter
te betalen, melk nodig hadden etc. De
hulpverleners in die tijd zijn er helaas
niet meer.
Ook de beschrijving van de trip van
Jatinegara naar Kota, deze heb ik ge
woon meegereden en beleefd.
Dat was dus een kleine beantwoording
van één van de oud-Meesterianen of
tewel anak Mèster. Wij zitten hier over
heel Nederland verspreid.
Mevr. M. E. USMANY-HENGST
HERKOMST (III)
Nog steeds op de uitkijk naar aange
paste Nederlanders als we een Indo
nesisch boek of weekblad lezen, kwa
men we in de afgelopen weken volgen
de soms meer soms minder grappig
vermomde Belanda's tegen.
Om te beginnen een stelletje luxe ar
tikelen uit de vroegere planterswereld
overgegaan in de romanwereld van In
donesië '81. We hebben ze samenge
vlochten in een kleine beschrijving.
Pak Ali ging in zijn setèlan safari
coklat (stel/set bestaande uit jas en
broek van hetzelfde materiaal, model
safari in het bruin) samen met zijn
vrouw naar een pesta. Hij pulpen in
de zak. Zijn vrouw het haar in de kerul
met sirkam en op haar zakdoek en
beha om lekker te ruiken een paar
druppels doklonyo. Zij draagt setoking
uit Singapore die in minder deftige
kringen kaoskaki worden genoemd.
Het feest wordt gegeven door Oom en
Tante Lurah achter het huis waarin ze
wonen, een vroegere loji (lodji) uit de
tijd van de tuan besar.
Mepro Ali draagt haar arlojidames en
zij is zo vlot dat zij bij tijd en wijl rijdt
op een sepédadames, precies zoals
zij dat vroeger wel eens heeft zien
doen door de mepro van de resident
en de jipro van de school. Haar vader
was toen al opgeklommen tot mas
hèlep (hulpschrijver) van de lurah en
liep toen al soms rond net als de Be-
landa in een jas beskap en een hem
met mansèt. Op het terrein achter de
loji staat een ouderwetse dermolen
(draaimolen) waarop de kinderen ge
kleed in hun nieuwste bajukaos (tricot
baadje) een rondje mogen draaien. Er
is ook een kumidi kuda waarvoor een
man met een selompret de bezoekers
bij elkaar toetert.
Intussen drinkt Pak Ali met Mepro Ali
samen met Pak en Tante Lurah ergens
wat verdekt opgesteld in hun sitce
(zitje) sopi. De mannen drinken een
seloki putih (borreltje) de vrouwen
nippen aan een seloki manis (likeurtje).
Op tafel staat een baki met kué wa-
pel dat voortdurend rondgaat. In huis
kunnen de kinderen nonton tipi (T.V.)
waar ze dol op zijn vooral als er een
kuis (kwis) is. Geliefde woorden uit de
conversatie van Pak Lurah zijn zoal
het woord beslit en de woorden be-
slah en tuslah (beslag en toeslag). Erg
gewaardeerde karaktereigenschappen
zijn nog steeds orang yang kalem,
yang necis, supel maar als perlu se-
treng. KNOOREN-YO SOAN ENG
5