O Soekimin Hij is niet alleen mijn neef. Neen, hij is zelfs meer dan een broer want - zonder hem zou ik er niet geweest zijn. Ik zal proberen het uit te leggen. Sukinah had reeds 2 dochters en nu wilde zij, maar vooral haar man, mijn pa dus, een zoon. Toen het voor de derde maal een dochter werd - ze leefde niet zo lang - hebben mijn ou ders overal om raad gevraagd. Ze kre gen die van een oude, wijze man. De zoon moest "gepantjingd" (gehengeld) worden. M.a. w. mijn ouders moesten een pas geboren jongetje aannemen. Niet zo maar aannemen, neen - de ouders moesten het kind direct en geheel afstaan aan Sukinah en dan... dan zou mijn moeder binnen afzienbare tijd zelf een zoon baren. Maar welk ouderpaar krijg je zo gek, zou je zeg gen. Bij "ons" was het geen probleem. Want toen Kamisah, de vrouw van Subidjan, een jongere broer van Sukinah, een zoon baarde - Sukimin - op 1 december 1911, kregen pa en ma het kind mee. Onbegrijpelijk voor de lezer. Voor onze familie niet. Kijk, Sukinah en haar man wensten een zoon. De oude wijze man had gezegd, dat het alleen op deze manier kon. Nah, waarom zouden haar enige broer en zijn vrouw haar daarbij niet helpen. Als het nu eenmaal zo moest! Ruim 15 maanden daarna werd ik geboren. Toen de pastoor mij doopte, kreeg Sukimin van pa en ma de namen Simon Petrus. Hoe gelukkig mijn ou ders waren kan men zich wel voor stellen. Simon en ik groeiden samen op. In tegenstelling tot hem, was ik een teer en zwak jongetje. Minder gelukkig met Simon waren mijn oudere zusters (9 en 10 jaar). Ze vonden dat neef Simon schandalig verwend werd. Het zou erger worden toen met de jaren bleek, dat Simon niet wou deu gen. Hij spijbelde 2 maanden van school en stak het schoolgeld in zijn eigen zak. Maatje, die maloe was voor haar dochters, en overige familie en vrienden, strafte hem zo vreselijk, dat ik huilend ben weggelopen. Toch wist ik dat mijn ouders zielsveel van de kleine bandiet hielden. Als het een tijdje goed ging, was Simon bijna onmisbaar. Geen klus was hem te moeilijk, geen opdracht te zwaar. Hij had, om het zo te zeggen, een paar "gouden handen". Wat hij niet allemaal kon maken of repareren. Fietsen, naaimachines, de grammofoon, noem maar op. Bovendien kon hij schilderen, metselen, timmeren, enz. enz., terwijl hij nooit op een ambacht school geweest was. Na 2 keer blijven zitten in de 5de klas van de Hollands- Inlandse School, ging hij werken. Door zijn beleefd optreden, hij spreekt en schrijft keurig Nederlands, zijn kundig heden en zijn intelligentie, zat hij nooit zonder werk. Bij de Post, de verf- fabrieken van Regnault, de bengkel van Mesman Schulz en vele anderen, totdat hij weer op straat gezet werd wegensaltijd weer hetzelfde. Het kon niet lang uitblijven dat hij door deze dieverijen in aanraking kwam met de politie. De gevangenissen van Struiswijk en Tjipinang kende hij van binnen en van buiten. Een keer, ik was al 18, was ik zo boos op Sukinah, toen ik ontdekte dat ze Simon een gebraden kippetje gebracht had tijdens één van de bezoekuren (eens per maand), helemaal op Tjipi nang. Het was stom van me, Sukinah huilde zo. Vele malen is Simon het huis uitgezet, maar even vele malen is hij liefdevol weer aangenomen na betoond berouw en vele mooie be loften. Ja, mijn ouders hielden van hem als van een eigen kind. Ik zelf heb het meest van hem geprofiteerd. Hij maak te mijn fiets schoon, repareerde alles wat ik stuk maakte, nam de schuld op zich als ik rotzooi had veroorzaakt, vocht voor me en toen ik uit het kamp gevlucht was, omdat mijn vrouw in ellende zat heeft hij ons 2 maanden lang in zijn huis opgenomen. Dit was niet zonder gevaar, maar Simon was voor de duvel niet bang, laat staan voor een Jap. Na mijn arrestatie door de Kempetai zorgde hij dat mijn zieke vrouw veilig bij de haren kwam, 300 km ver der. Het laatst hebben we hem gezien in 1975 bij ons jaarlijks bezoek aan Sukinah. In 1976 stierf mijn moeder, en Fine, mijn tweede vrouw, en ik, zijn niet meer terug geweest in Indonesië. Weet je, wat het gekke is? Mijn eerste vrouw heeft Simon altijd bij haar naam genoemd, tegen mijn tweede vrouw, 20 jaar jonger dan hij, zegt hij tante Fine. We hebben nooit gevraagd waarom. Is het omdat Fine een Hollands meisje is en zo ja, zou die hormat voor de belanda bij Simon er nog steeds in zitten TEGEL DE PEKANBAROE SPOORWEG Tegenover de dreiging van een landing van geallieerde legers op Sumatra, waar de Japanse legerleiding ernstig rekening mee hield, was het voor de Japanners nodig een groot en mobiel leger op Sumatra gereed te hebben. Voor het snel verplaatsen van leger eenheden werd een oud plan van de Nederlands-Indische Staatsspoorwe gen om het spoorwegnet, dat reeds op de westkust van Sumatra bestond, tot Pekanbaroe uit te breiden, uit het archief gehaald. Tussen mei 1944 en begin 1945 werd dit traject van 220 km, de afstand van Alkmaar tot Maas tricht, door honderden krijgsgevange nen en tienduizenden Indonesische "dwangarbeiders" (Romusha's) dwars door het binnenland van Sumatra, met zijn moerassen, bergen en bossen, aangelegd. Van het Pekanbaroe Comité hebben wij dezer dagen het manuscript, waarin wij bovenstaande gegevens vonden, ontvangen van een binnenkort te ver schijnen boek. Het heeft de heer H. Neumann zeven jaar speurwerk in binnen- en buitenland gekost, voor hij de authentieke gegevens voor deze documentaire bij elkaar had. Ook heeft hij twee oriëntatiereizen langs het tra ject gemaakt. Het boek heeft hij samengesteld in samenwerking met de bekende histori cus E. van Witsen, de auteur van "Krijgsgevangenen in de Pacific", het Rijksinstituut voor oorlogsdocumenta tie, Indische afdeling en vele anderen. De inhoud bevat de tot op heden te ruggevonden authentieke gegevens, tekeningen en foto's. Het omvat ca. 80 pagina's, met meer dan 80 illustraties en vele bijlagen, w.o. een chronologie, overzichten van transporten, enz. Naast de vele publicaties over de Burma spoorlijn is er over de aanleg van de Pekanbaroespoorweg heel wei nig geschreven. In zijn inleiding zegt Henk Neumann dat hij getracht heeft een beeld te geven van het kampleven en niet van het be-leven. Hij heeft het boek samengesteld voor zijn baan- genoten en hun nabestaanden en als eerbetoon, namens alle baangenoten, aan hen die daar zijn achtergebleven. Maar het boek is door zijn tekst, de vele gegevens en achtergrond infor matie, foto's en tekeningen voor een groter lezerspubliek van minstens even veel belang. Door de samensteller is de eis ge steld, i.v.m. het karakter van het ma nuscript, dat de commerciële aard van de verkoop wordt vermeden en alle uit de verkoop voortvloeiende reve nuen te bestemmen voor de landge noten in Indonesië die in nood ver keren, d.m.v. de Bruine Bus/Moesson en Halin (hulpverlenende onganisaties). Momenteel is deze uitgave het enige resumé van de authentieke gegevens over de spoorwegaanleg. U kunt het boek reeds nu bestellen door storting van 27,50 op giro no. 42 98 297, t.n.v. BEGO-Documentatie, Kinderdijkstr. 53hs, Amsterdam. Hierbij zijn de verzendkosten begrepen. f 27,50 is de voorintekenprijs geldig tot 15 maart. Daarna kost het boek f 32,50. Boekhandel Moesson heeft het boek ook, maar alleen in de winkel te krij gen, we verzenden dus NIET. 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 13