poirrié
3£erinnerincje*t 3£etjil
(XLII)
KIMM Indische spekkoek
De schoonheid
Net toen we, en dat waren Jan v.d. Gaag, chauffeur, Pietje Swing en Saja, met
de mitrailleurcarrier waarmee we op patrouille waren door de bocht gescheurd
waren met achterlating van enorme stofwolken, schreeuwde plotseling Jan in
onvervalst mokums over zijn schouder naar ons achter in de bak van de carrier:
"Attenooie, moet je nou kijken" en trapte meteen met zoveel kracht op de rem
dat de kont van de carrier een halve meter omhoog vloog en na tot stilstand
te zijn gekomen de carrier nog enige tijd in de ons inhalende stofwolken bleef
naschommelen.
Stort f 18,op giro 158225 en
U ontvangt een spekkoek van
ca. 500 gram, in speciale ver
pakking, franco thuis.
"KIMM", Joh. Verhulststraat 98
Amsterdam-Z. Tel. 020 - 72 84 61
Waar Jan ons attent op had gemaakt
en ook zo nodig voor boven op de
rem moest gaan staan kwam rustig en
onverstoorbaar aangewandeld, bleef
naast de carrier staan, lachte om onze
van verbazing opengevallen monden
en groette vriendelijk.
We sprongen uit de carrier, blij dat we
even verlost waren van de ondra
gelijke hitte die de in het midden van
de bak geplaatste motor uitstraalde
en verzamelden ons rondom de
schoonheid die ons zo vriendelijk ge
groet had.
En een schoonheid was het, dat zag ik
nog heel duidelijk ondanks dat mijn
kennis op het gebied van vrouwelijk
schoon na drie jaar leven in een man
nen gemeenschap behoorlijk aan bij
scholing toe was. Buiten dat het een
schoonheid was viel het meeste op dat
ze in het sjiekste van het sjiekste
gekleed ging. Haar oogverblindende
sarongkabaja en goudkleurige san
daaltjes pasten als gegoten. Dit we
zentje had nu wél eens iets om het
lijf. Alleen het paste niet in de wijde
omgeving waar we ons bevonden want
daar vierde armoe troef in de kleding
nog hoogtij.
Deze ontmoeting kwam bij ons zeer
onwezenlijk over. Net zo onwezenlijk
als, wanneer je bijvoorbeeld in
Nederland op een landweggetje de
koningin öf één van onze prinsessen
in gala gekleed voor een feestje met
staatshoofden zou tegenkomen.
Mijn eerste gedachte was dan ook
dat ik zonder het te hebben gemerkt
al gesneuveld was en me in de hemel
bevond en naar m'n innerlijke gevoe
lens te oordelen was ik zelfs al door
geschoten naar de zevende. Maar door
een zeer aardse opmerking van Pietje
begreep ik dat dat niet kon en dacht
het toen te doen te hebben met een
Javaanse prinses die verdwaald was.
Ook dit bleek niet het geval te zijn
want ze wist ons precies te vertellen
naar welke kampong ze onderweg was.
Er bleef voor ons niets anders over
dan met het nuchtere verstand te
constateren dat er, buiten het verruk
kelijke geurtje dat om haar heen hing,
aan haar een luchtje moest zitten.
Maar wat?
We besloten haar te laten lopen want
wat moesten we er mee. En, eerlijk
gezegd, hadden we ook weinig in
teresse meer in onze orde en vrede
brengende taak nu de geruchten over
samenwerking met de TNI en soeve
reiniteitsoverdracht op waarheid be
rustten. Met een slamat djalan vervolg
den we onze weg.
Een drie weken later, tijdens een lo
pende patrouille, kwamen we door een
vlak bij ons kampement gelegen kam
pong. Halverwege de kampong hiel
den we hoogst verbaasd, door wat we
zagen, halt. Op een kale plek tussen
de kamponghuizen waar enige weken
terug nog niets stond, stond nu een
gloednieuw huis en... niet zo'n kleintje
ook.
Dat hebben ze gauw geflikt, consta
teerden we vol bewondering en net
toen we het huis van heel dichtbij
wilden bekijken stapte vriendelijk lach
end uit de deur van het huis onze
schoonheid. Het luchtje dat aan haar
zat begon nu een beetje te stinken
vonden we, waardoor we het heel
dichtbij bekijken van het huis veran
derden in het doorzoeken van het huis.
In de vier kamers stond, behalve een
bale-bale waarop een oude vrouw
zat, verder niets. "Mama", lichtte de
de schoonheid toe, knikkend in de
richting van de oude vrouw.
Een leeg huis, een schoonheid en een
oude vrouw. Niets verdachts en toch
voelden we dat er iets niet klopte.
Maar wat
"Slamat djalan", riep ze ons na toen
we weer vertrokken. Niet lang daarna
kwam het door dat we met de vijanden
uit ons patrouillegebied moesten sa
menwerken. We kregen een patrouille
verbod voor een paar dagen om de
TNI-eenheid gelegenheid te geven zich
in ons gebied te legeren, daarna zou
den de besprekingen over samenwer
king moeten beginnen.
Het eerste gesprek over de samen
werking voerde ons naar de kampong
met het nieuwe huis waarin de TNI-
eenheid zich gelegerd had: de com
mandant in het nieuwe huis en zijn
manschappen in de van de bevolking
gevorderde huizen.
Het luchtje dat aan de schoonheid zat
ontpopte zich nu als echtgenote van
de commandant. Haar nog steeds
vriendelijke lach had nu iets spottends,
vond ik.
De commandant, een dertig jarige goed
Nederlands sprekende orang, droeg
het haar, net als de meeste van zijn
vrijheidsstrijders, tot ver over de
schouders. "Ik laat m'n haar weer pas
knippen als alle Nederlanders Indië uit
zijn", liet hij ons nadrukkelijk weten.
"Dan hoop ik dat je er voor die tijd je
nek over breekt", dacht ik.
Na dit eerste gesprek kwamen we de
schoonheid meer tegen. Alleen niet
meer lopend. Zij pronkte nu naast
haar man in de hem beschikbaar ge
stelde jeep.
Geheel onverwacht na vier weken
samenwerken kwam de opdracht bij
ons binnen om direct de TNI-eenheid
in ons gebied te arresteren. Het was
uitgekomen dat de heren hun wapen-
voorraad op zeer schofterige manier
hadden aangevuld. Hiertoe hadden ze
op de weg naar Cheribon auto's waar
van ze zeker wisten dat de inzittenden
wapens bij zich hadden, een zijweg in
gelokt onder het voorwendsel: even
de helpende hand bieden bij het uit
een slokan trekken van een jeep. Bij
de jeep aangekomen werden de wa
pens afgenomen en de inzittende ver
moord. Dit afschuwelijke lot trof vier
Chinezen.
Toen we met alles wat we aan wapens
en rijdend materieel in huis hadden de
kampong in stoven was de TNI-een
heid al verdwenen en met hen de
schoonheid.
J. BLOKKER
i
Werd "toen vroeger" Eigenlijk ook zo
gemekkerd over een multi-raciale samen
leving
19