STAMBOEL "Stamboel", die wonderlijke combinatie van toneel en opera. Voor mijn ouders had dat woord een bijna "magische" betekenis. Dat zit namelijk zo. Pa was in zijn wilde jaren meegereisd met een Stamboel-gezelschap en dank zij zijn ijver, acteertalent, maar bovenal zijn prachtige stem, bracht hij het tot de voornaamste hoofdrol-vertolker. Hij was de "jeun premier helden tenor", om het zo maar te noemen. En Maatje? Eenmaal door hem verleid, is ze hem, ondanks de vele moei lijkheden, maar vooral vernederingen, blijven volgen, bleef ze hem trouw tot zijn dood op 16 februari 1939. Vandaar dat de Stamboel hun grote liefde had. Natuurlijk heeft dit alles ver voor mijn geboorte plaats gehad. Op zeer jonge leeftijd al - ik was vier of vijf jaar oud - vertelde Pa, toen schrijver-klerk op het Departement van Binnenlands Bestuur, me over deze roemruchtige periode in zijn leven. Ik maakte kennis met Lohengrin, Genoveva, Siegfried, Brunhilde en nog vele anderen. Ik be greep er eigenlijk niet veel van, geloof ik. Ja, die gevechten met zwaarden van man tegen man en tegen de draken, die vond ik allemaal wel machtig, maar dat andere, van de altijd "in distress geraakte adellijke ladies", die telkens weer door de "Chevaliers sans peur et sans reproche" gered moesten wor den, nee, het fijne daarvan ontging mij ten enen male. Maar - begreep het "Inlandse" publiek het? En de spelers zelf? Deze Middel eeuwse, Germaanse ridderverhalen met totaal vreemde namen, normen, zeden, gewoonten, andere godsdienst, ja, alles eigenlijk zo anders dan de hunne? Aan de andere kant is de romantiek met alles wat er bij komt - liefde, goed en kwaad, verraad, ja- louzie, moed, enz. enz. - over de ge hele wereld te onderkennen en dus ook te verstaan. Wat ik me later wel eens heb afge vraagd is het volgende: a. Hoe komt het dat de Germaanse rid ders en jonkvrouwen reeds rond de eeuwwisseling de weg over het wa ter, van Europa naar onze proviso risch gebouwde (planken, bamboe, biliken, atap) Stamboel-theaters heb ben gevonden en hun Angelsak sische en Gallische broeders en zusters (Romeo, Julia, Macbeth, Tris tan et Yseult en niet te vergeten Hamlet) pas veel later, na wereld oorlog I. b. Waarom maakte ik pas op de Mid delbare School kennis met de au thentiek Nederlandse Esmoreit, El- kerlyck en natuurlijk Gijsbrecht, en kende ik ze niet uit de stamboel- verhalen van vader? Waren ze te kleurloos of "hoog" daarvoor? Had de politiek daar wat mee te ma ken? De politiek, waar de "Inlander" van toen toch helemaal geen weet van had? De Oosterse Literatuur, met name de "Vertellingen uit Duizend en één Nacht", leenden zich uitstekend voor een stamboel-verhaal. "Ali Baba" werd een kassucces. De veertig rovers wer den in de aankondigingen weggelaten, omdat het toneel er niet op berekend was het gewicht van 40 personen te dragen. Het moesten er hooguit twaalf geweest zijn, die wel het lawaai van veertig voortbrachten. Ach, de verhalen an sich waren voor een kenner, een literator of historicus misschien wel "roewet" of zelfs on herkenbaar, maar voor het jongetje van vijf waren ze echt en de figuren, die daarin voorkwamen "levensecht". Al vertellend zong pa de daarbij behoren de partijen. Mijn geheugen schiet daar bij te kort. Eén regel uit het "Af scheidslied van Genoveva" was zo Ai, Ge-no-ve-va, se-la-mat-ting-gal 3-/4 3 2/6 7/2 1 6 5 De melodie is duidelijk uit het "Blu- men-Lied" gestolen. Uit "Ali Baba" herinner ik me wat meerHet "Sesam opent U" Sa - toe, -doe- a, ti -ga, 5 1 5/1. 2/ 3../ Ai,- Se - Sam,- boe - kah - go -a 5.4/ 3. 1/3 2/1.. sa -toe,-doe - a, ti - ga 3/5.6/ 5 4 3.. Ai, ti - ga, -doe -a, - sa - toe, 1 3 5 6/ 5 4/ 3 Ai,- Se - sam,- boe - ka - pin - toe. 1 1/3.1/3.2/1.. Op hetzelfde moment dat Ali Baba aan het eind van deze "aria" is gekomen, davert de knal van de ontstoken "bom- lak" door de zaal... de schuifdeurtjes in de grot gaan langzaam open. Alles was van tevoren zorgvuldig "ge-timed". Maar één keer, vertelde pa, en hij moest er nog om lachen, ging de bom- lak niet af. Die was "boengkem". Een reserve moest er aan te pas komen. De arme Ali geraakte in ademnood. Zo lang mogelijk probeerde hij die laatste toon aan te houden. En toen zijn laatste ge reutel al lang voorbij was, toen knalde de tweede bom, geheel onverwachts en of het noodlot er mee speelde, deze keer zo gemeen hard, dat Ali Baba en zijn boze rovers van schrik bijna van het toneel tuimelden. Paniek achter de coulissen, maar het publiek, dat ein delijk in de gaten kreeg wat er alle maal precies gebeurd was, bracht pa en zijn rampokkers een staande ovatie als dank voor dit extra "lachnum- mer" Toch heeft de Stamboel-directie er voor gezorgd, dat iets dergelijks niet meer kon voorkomen. Veel later kwam de tijd van Miss Dja en Miss Riboet. De stamboel had eni ge verandering ondergaan. Ze was, waarschijnlijk door de invloed van de "film" ietwat gemoderniseerd. In deze Stamboel nieuwe stijl, zal ik maar zeg gen, oftewel Bangsawan, werd ook plaats ingeruimd voor revue en caba ret. Miss Dja en Miss Riboet gaven voorstellingen voor de betere stand in de bioscoopzalen, maar de biliken "theaters" bleven behouden voor het minder draagkrachtige publiek. Vooral Miss Riboet heeft hierdoor haar popu lariteit nog meer vergroot. Miss Dja, van groter allure dan Miss Riboet - ik geloof dat ze zelfs in de stadsschouw burg voorstellingen heeft gegeven - werd door een Amerikaanse producer ontdekt. Zij en haar groep vierden later triomfen in San Francisco. Bij mijn schoonvader zag ik een prachtige foto van deze mooie Javaanse. Gesigneerd en nog wat erbij, gestuurd uit de Sta tes. Ja, ja, maar mijn schoonvader was ook niet de eerste de beste. Het laatste wat ik van Miss Dja gezien heb, is een kleurenfoto in een "ES- QUIRE"-nummer van 1945. Een schit terende foto van haar en haar partner die in de "Zon en de Maan" dansten. "De liefdesdans van de Zon en de Maan". Een keer ben ik met mijn ouders mee geweest naar Miss Riboet. Ik had ei genlijk niet veel zin, maar wou ze niet teleurstellen. Ik was toen zestien, HBS- er en vond het maar niks, zo'n avondje Miss Riboet. Hoe vergiste ik me. Wat was ze geweldig, wat een ras-artieste, wat een vrouw Veel beter, nee, gro ter, veelzijdiger dan die je tegenwoor dig vaak via de "Buis" ziet. En de "badoets" Aspirin en Botol Ketjap de den heus niet onder voor de door mij zelf zo bewonderde André en Frans. Wat heb ik gelachen, wat heb ik me geamuseerd en heus niet alleen om dat pa en maatje er bij waren. Later ben ik nog vaak alleen naar M i ss Riboet geweest. Pa geraakte zelfs in de schulden door Miss Riboet, maar dat kwam doordat hij de nichtjes en neefjes en onze baboe's meenam. Maatje en hij zaten dan op de duurste plaatsen en de rest "klas kambing". En de Stamboel "nieuwe stijl" hoe von den ze die? Nee, dat maakte voor mijn ouders niets uit. Toch zou zijn liefde voor de stamboel de oorzaak worden van een ernstig conflict tussen Pa en mij. In '35 was ik afgestudeerd (onderwijzer met H.A.), maar een betrekking bij het gouverne ment was in die crisistijd uitgesloten. De zogenaamde Wilde Scholen brach ten uitkomst, maar weinig inkomsten. Dertig gulden per maand, terwijl ik jaren lang een beurs had genoten van vijftig gulden per maand. Na een jaar gelukte het me, na ik weet niet hoeveel sollicitaties, een baan te krijgen bij het gesubsidieerde Bijzonder Onderwijs. Weliswaar nog onderbetaald, 76 gul den per maand, i.p.v. de 120 waar ik 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 10