Paatje Ritman
Bij' een van mijn laatste bezoeken aan
zijn werkkamer legde hij zijn pijp in de
asbak naast zijn schrijfmachine, schoof
zijn stoel wat naar achteren en zei:
"Tja, de carosserie is flink versleten,
maar over de motor mag ik eigenlijk
niet klagen; ik blijf journalistiek bezig".
J. H. Ritman is meer dan 70 van de 88
jaar, die hem werden gegeven, "jour
nalistiek bezig" geweest, 'n Unicum
in de vaderlandse persgeschiedenis.
Hij moest en hij zou en hij kwam "aan
de krant" in 1910 in Rotterdam. In 1980
verschenen bij de Uitgeverij Moesson
zijn "Journalistieke herinneringen", een
verzameling artikelen over mensen en
gebeurtenissen in zijn tweede vader
land, Indonesië, waar zijn motor ge
durende 35 jaren op het hoogste toe
rental draaide.
Tussen de beide wereldoorlogen
maakte hij een glansrijke carrière in
de Indische pers, waarvan hij naast
Berretty, Zentgraaff, Wybrands, Lie-
vegoed - om maar enkele vrijwel ver
geten namen te noemen - als hoofd
redacteur van het Bataviaasch Nieuws
blad tot de prominente vertegenwoor
digers behoorde. Zijn grootste faam be
reikte hij daarna. Als regeringswoord
voerder in de turbulente jaren tussen
de proclamatie van de Republik
Indonesia en de soevereiniteitsover
dracht en als hoofdredacteur van het
zeer onafhankelijke ochtendblad de
Nieuwsgier tussen 1950 en zijn repa
triëring zes jaar later.
Voor een generatie van Nederlandse
en Indonesische journalisten en voor
de lange reeks buitenlandse corres
pondenten, die in dat tijdsgewricht naar
Jakarta kwamen, was Ritman een be
grip. Men kon niet om hem heen. Maar
wie zou dat gewild hebben? Hij was
een oudere collega met een fenome
nale kennis van land en bewoners, van
de Nederlandse zowel als de Indone
sische gemeenschap. Hij was een
vraagbaak en een leidsman. Hij was
vooral een voorbeeld. Een voorbeeld
van journalistiek vakmanschap. Dat
bewees hij dagelijks als de woord
voerder, die heldere samenvattingen
kon geven van de meest verwarde en
verwarrende situaties in de elkaar af-
(lees verder volgende pagina)
Molenvliet en Hotel des Indes in de tijd van Jan Ritman.
lijdens ons 12'/2 jarig jubileum in 1972 in Amicitia. Jan en Maud Ritman (rechts) in het
midden Tjalie Robinson. De baby op mijn arm is het meisje dat j.l. 21 maart zo uitbundig
disco danste, Fifi Boon.
Paatje Ritman woonde met Maud in
een mooi oud huis op Tanah Abang 36
en wij hadden een gedeeld huis op
nummer 30, onze relatie is altijd in de
ruimste zin van het woord "close"
geweest.
Nooit vergeet ik echter die ene avond.
Ik was naar een concert geweest
waarvan een verslag verwacht werd.
Het was een indrukwekkend evene
ment geweest en onmogelijk voor me
om direct na afloop mijn indrukken in
woorden om te zetten. Twee uur ('s-
ochtends) was de deadline, dat is het
moment waarop de laatste kopij moet
zijn afgegeven. Om 4 uur moesten de
laatste pagina's op de pers, om 6 uur
reden de bezorgers weg. Wèt ik ook
deed, ik kon het verslag niet afmaken.
Om 2 uur ging ik met loden schoenen
naar de baas om te vertellen dat ik
mijn recensie pas de volgende dag
zou afmaken.
"Morgen hebben alle middagkranten
het", zei Ritman koel.
"Heb je ooit van een deadline ge
hoord? Hoe lang werk je al bij de
krant?"
Ik heb geen woord terug gezegd, ben
in de nacht naar huis gereden en zei
tegen Tjalie dat ik de volgende dag
mijn ontslag zou indienen.
De volgende dag vroeg Ritman of ik
even langs wilde komen. Hij zat in zijn
koele open achtergalerij met het zicht
op de prachtige tuin. Hij zat zoals ge
woonlijk in plekat met een luchtig shirt,
zijn onafscheidelijke pijp in de hand.
Hij heeft over alles gepraat, maar met
geen woord gerept over mijn ontslag
en tot mijn eigen verbazing en eigenlijk
ergernis ook, had ik niet de moed om
er over te beginnen.
"Voor alles is een deadline liefje, als
je dat maar onthoudt komt alles in
orde in het leven", zei hij toen hij mij
eindelijk liet gaan.
Paatje Ritman, of Han, of Jan, of JHR,
hij heeft een, tot aan de rand van het
glas gevuld leven gehad. Dat glas was
eigenlijk al vol toen hij in 1958 bij
Tong-Tong kwam, en na bijna 25 jaar
dus meer dan vol. Hij kon geen af
scheid nemen van zijn beroep. Zijn
geest bleef helder, maar zijn slechte
fysiek trok een te zware wissel op het
samengaan van lichaam en geest.
Nu voel ik me na 30 jaar precies als
op die avond in Jakarta dat ik het ver
slag niet kon schrijven. Paatje Ritman
is weg, hij heeft voorbij zijn deadline
geleefd. Ik ben al blij als ik de deadline
van deze eerste Moesson zonder hem
haaL LILIAN DUCELLE
3