HET LICHT DAT TOEN SCHEEN door Ems I. H. van Soest Mijn plots opkomende gedachte was: Wat doe ik hier.... het sloeg me op de keelal die huizen, waarin zij die ik gekend had, familieleden en vrienden, niet meer woonden Maar toen kreeg ik zo'n hartelijke uitnodiging van Die en Die dat ik toch doorreisde. De ontvangst was zoals we dat gewend waren, zó gastvrij. Maar ja, je hebt gelijk, voor degenen die aan vroeger denken zijn er dingen die je schokken. Wat bijvoordbeeld Nu, het lichtIn de binnengalerij brandde een gloeiende spijker leek het. Ik vroeg: "Dat is toch geen licht, dat streepje?" Waarop mijn gastvrouw met nadruk antwoordde: "Dat is 100 Watt I" En toen ik in mijn kamer de lichtknop omdraaide, hoorde ik een vreselijk gesputter en een verschrikt geroep: "Pas op, de teevee!" Het bleek dat je niet tegelijk in meer dan één vertrek licht kon opsteken, of de TV dreigde storing op te lopen. Ik luisterde verstomd. Het oude Indië was immers altijd gedompeld in een zee van licht. En toen mijn bezoek ver trokken was, kwamen de beelden na tuurlijk in lange rij. Mijn grootouders waren verrukt toen ze hun eerste lampoe teploks hadden en nog verrukter toen het gaslicht kwam. Ze gingen in hun tuin staan bij donker en keken naar hun verlicht "paleis". Gaslicht brandde hei-wit en suizelend, je moest alleen de djongos opdragen het "kousje" goed te ver zorgen. Op ondernemingen was het behelpen. Wij hadden op Malebari "gasoline" onder druk. Dat betekende dat het pas licht werd als iemand de tank waarin de olie zat, oppompte. Was er een mankement, dan moest toch de lampoe teplok te hulp geroepen of kaarsen. "Dat kind bederft haar ogen", hoor ik nog mijn ouders zorgelijk zeg gen, als ik bij het zwakke schijnsel mijn huiswerk voor mevrouw Zuidhof (Clerkx methode) zat te maken. Maar zo erg vaak kwam dat niet voor. Ik weet wel dat ik altijd dacht: Gelukkig dat ik die lampen niet hoef schoon te maken. Zo'n "kousje" zag er vreselijk teer uit, als je er te hard aankwam, zakte het in elkaar tot pulver. Op mijn elfde jaar kwamen we in Sa- latiga te wonen en daar was electrisch licht (1919). Toch maar een prachtuit- vinding van die Thomas Alva Edison Tot in de bijgebouwen brandde het licht en nooit ging er vóórdat we naar bed gingen ook maar een lamp uit. De "peren" zagen er nog wat anders uit dan nu, ze hadden aan de onderkant een spitse punt van glas. Je leerde al gauw dat je een afgedankte peer nut tig kon gebruiken door hem onder water te houden en dan de punt er af te knippen. Nu had je een fles om je spons mee te bevochtigen. Je vulde het ding ondersteboven met water en stopte een kurk in de opening. Prach tig om op school je lei mee te be sproeien Om zes uur, als het concert van de cicaden begon en de nachtelijke hemel inktzwart boven de stad stond, zag je de sterren diamanthei flonkeren. De cicaden hielden altijd abrupt op, maar toen ik later in Amerika in Arkansas, ze precies eender hoorde snerpen, bleek het, dat ze dat de hele nacht volhielden (in het begin om dol van te worden), speciaal als ze in een myrtletree zaten. De volgende dag zag je dan het gras met hun insectenlijfjes bezaaid. Het was iets dat gewoon bij het leven in Indië hoorde: Goed licht door het héle huis. Pas toen we met verlof naar Holland gingen, besefte ik dat ze het daar verkwistend vonden. Onze gast vrouw, die notabene in Indië nooit anders dan "verlicht" was, riep ons telkens tot de orde: "Denk je erom, als je het toilet verlaat, het licht uit I En in kamers waar je niet zit, ook I" Parijs was vóór de oorlog nog in alle opzichten "la ville lumière" en daar wandelde je over de boulevards als in een lichtsprookje. Terug in Indië, we woonden toen op de Bendoweg in Semarangs heuvelterrein, begon ik me bewust te worden van allerlei, wat ik tot dusver als doodge woon had aangenomen. Het contrast tussen de inktzwarte duisternis buiten, met die flonkerende sterren, en het hel verlichte huis binnen. In de avond was mijn kamer met de "Queen Elisabeth" meubelen (zie "Een parapluutje uit Taiwan") de salon, waar we spraken en lazen en plannen maak ten. Het was alsof we voelden dat we niet lang meer in Indië zouden zijn en het nu ondergingen op zijn mooist. Op een keer dat het heftig onweerde, gin gen alle lichten uit. Geen nood I Zodra de bui luwde werd de A.N.I.E.M. door Jan opgebeld en de toekangs kwamen nog dezelfde avond. Binnen de kortste keren was onze woning weer vol licht. In de oorlogsjaren hier heb ik er vaak aan moeten denken, als de radio op wat temerige toon waarschuwend kweelde 's Avonds bij het licht der sterren Kijk ik altijd naar de maan Het maantje roept mij toe van verre Dat ik moet verduisteren gaan Een malle tekst eigenlijk, want bij maanlicht waren de sterren te bleek om licht te geven en het verduisteren gold niet alleen bij maanlicht. Maar goed, de mensen hielden elkaar op de been met de woorden: "Als de lichtjes maar eenmaal weer aangaan en zo kwam je die vijf jaar door. Je eerste buitenlandse bezoek gold Brussel, dat nu Parijs als lichtstad de loef afstak. Ik werkte toen mee aan het blad van de Geïll. Pers "Moeder en Kind" en WDS2U2. schreef daarin een feuilleton "De triomf van het Licht" welk verhaal in het vooroorlogse Indië speelde. Heerlijk optimisme van die tijd, waarin je dacht dat alles nu crescendo zou gaan Er was nog geen verontrustend rapport van de Club van Rome en op moreel en geestelijk gebied verwachtte je het beste: vrijheid zonder bande loosheid. In Spanje leerden we wat het betekent als electriciteit afhankelijk is van de waterstand. Bij grote droogte kon het gebeuren dat de lichtbron uitviel. In Madrid, in 1958, waren we uitgenodigd sangria te drinken in een restaurant op de 18e verdieping van een toren flat. De statige portier wees op een bordje aan de lift: "No funciona". Bij de tandarts moesten we in het pik donker onze weg vinden naar zijn behandelkamer. En in de Biblioteca Nacional flapten alle leeslampjes uit. Een priester knipte stoïcijns zijn zak lantaarn aan en legde die op zijn boek om zichzelf bij te lichten. Pacienca - geduld. Op mijn Europese reizen van latere jaren verbaasde ik mij over de duistere interieurs van vele restaurants, niet sfeervol als candlelight, maar gewoon duister. "Ja dat doen ze om onze ge laatstrekken te flatteren!" beweerde in alle ernst een reisgenote Enkele weken na het in de aanhef ge noemde bezoek kwam iemand met fo to's tijdens een reis door Indonesië genomen van huizen die ik als kind in Salatiga goed had gekend. Weer een schok! Waar ik een sierlijke trap had gekend was die nu opgeslokt door een planken betimmering, het hele huis was onherkenbaar, recht toe recht aan getoetoept. De gastvrije open voorgalerij hermetisch dicht, met een smalle opening als entreé I "Uit veilig heidsoverwegingen." Het heerlijk koel tje dat vroeger van buiten kwam zeker vervangen door starre airconditioning? "Zo duf benauwd die dichte huizen in Nederland I" Ik leg beschaamd mijn vroegere ik die dat beweerde het zwij gen op. Maar toch, met Pasen zo dicht nabij, blijf ik volhouden dat er een Licht be staat dat eeuwig triomfeert I 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 6