poirrié 3APl£ KBTuPaT and.» MNEMOSYNE compagnie onder Kapitein Stoll naar Timor gestuurd. Zij zouden de com pagnie van Breemouer aflossen, maar werden op zee getorpedeerd, waarvan hij de enige overlevende was. Hij wist het eiland te bereiken en zou later met de compagnie van Breemouer door Australische marine eenheden geëva cueerd worden. Eerste luit. G. L. Snell overleefde de oorlog; woont nu met zijn vrouw te Vught. 3. Genie-soldaat Th. J. C. Benninghof werd te Melbourne te werk gesteld op het Hoofdkwartier van het K.N.I.L. Eni ge tijd later kwam hij als accu-man bij het 18e squadron te Canberra. Hierna kwam hij als radiomonteur bij het In- ter Allied Service Command terecht, die ook patrouilles uitzond naar bezet gebied. Men maakte op zijn afdeling de draagbare radio-zend-en ontvang toestellen, die men aan de mannen op die gevaarlijke patrouilles meegaf. Gedurende die tijd deed Benninghof voldoende praktijk ervaring op die hij later kon gebruiken bij zijn studie voor het diploma Hoger Radiotechnicus. Met dat diploma werd hij in 1955, na zijn pensionering uit de militaire dienst, bevoegd leraar bij het Opleidingscen- ORCHIDEE Niet lang geleden, nadat ik Borneo had verlaten, stapte ik te Rotterdam voor het eerst in mijn leven in een nightclub binnen. Wat voelde ik mij onhandig tussen al dat vrouwelijk schoon. Na een poosje viel mijn oog op een voor mij zeer aantrekkelijke jongedame. Ik kon toen nog niet zo goed dansen en wachtte daarom tot de dansvloer be hoorlijk bezet was alvorens haar ten dans te vragen. Ik maakte een be leefde buiging, keek haar zeer bemin nelijk aan en vroeg haar volgens de etiquette ten dans. Ze stond glimla chend op, ik bood haar eveneens glim lachend een arm en samen liepen we naar de dansvloer. Eenmaal op de dansvloer had ik ge lukkig niet zo veel moeite met het heen en weer schuiven, aangezien het te vol was voor stijldansen. Ik had wel moei te met conversatie, omdat ik werkelijk niet wist welk onderwerp ik zou aan snijden. Er werd daarom een tijdje stug zwij gend gedanst, terwijl ik me suf pieker de waarover ik het met deze jonge dame zou hebben. "Wat is het hier toch anders dan in de oetans van Borneo", dacht ik bij mezelf. "Borneo"Dat bracht me op een pracht idee om een gesprek te openen. "Mevrouw", begon ik, "ik heb kort ge leden Borneo verlaten, weet U. Daar groeien de mooiste orchideeën ter wereld. Maar toch heb ik de mooiste orchidee hier in Rotterdam mogen zien." "O ja meneer", zei ze. "Ik ben ook zo gek op die bloemen. Waar hebt U die orchidee gezien?" "Hier in deze zaal, mevrouw en op dit ogenblik ben ik met haar aan het dansen." Terwijl trum van de Verbindingsdienst te Epe, waar hij ook woont. 4. De medicus Ouwehand,, de "prau- we schipper", werd garnizoens arts te Melbourne. Aanvankelijk had men hem uit het oog verloren, doch niet uit het hart, want elke overlevende van de vlucht herinnert zich nog als de dag van gisteren deze Schipper, zijn be kwame navigatie en zeemanschap. Een nautische leider die als de stemming slecht werd en de mensen aan boord begonnen te mopperen, zei: "Mannen the good Lord never promised us a safe voyage, He only promised us a safe and happy landingen zelfs dat kan ik jullie niet garanderen". Toch kreeg men deze arts later weer in de peiling. Na op het kamp Colum bia, nabij Brisbane gewerkt te hebben, kwam hij na de oorlog te Batavia als arts bij de bekende K.N.I.L. Leger commandant Gen. S. H. Spoor in dienst. Weer later ging hij over naar de Koninkl. Landmacht in de rang van Luit. Kolonel en na beëindiging van het dienstverband keerde hij als huisarts in de burgermaatschappij terug en ves tigde zich te 's-Gravenhage Hij woont thans in Katwijk en is nog actief in ik het zei, keek ik haar zeer verliefd aan. Ze bekeek me meewarig en zei: "Ja ja, ik ken die lieve praatjes van jullie mannen maar al te goed. Als je mij wilt belazeren moet je heel wat vroeger opstaan I" Ik keek haar vertwijfeld aan, in mijn ogen veranderde deze schone orchi dee in een "Kembang Tembelek Lan- toeng", terwijl ik zelf veranderde in een "Malu-Malu-Kucing" (Kruidje roer me niet). Ik was opgelucht toen de dans ten einde was. Ik heb de Rotterdamse "or chideeën" toen maar ongemoeid ge laten en amuseerde mij de verdere avond met Lucas Bols. R. F. VON STIETZ SToRMKIWG £»/SCO- SffoW' de zeilsport. Wie had iets anders ver wacht 5. Luit. de Bruin werd in Australië te werk gesteld bij de NEFIS (Netherl. Forces Intelligence Service). Men ver loor hem helemaal uit het oog. 6. Brigadier Donders, die als Kok-Bot telier nog kans zag om water te laten aanbranden en die koffie van zeewater maakte. Hij werd te werk gesteld bij de Mil. Geneesk. Dienst, ontmoette daar een verpleegster, huwde haar en bleef zover bekend, met haar in Australië wonen. 7. Soldaat T. Luitjes, de man van het Leger des Heils, kreeg het beheer toevertrouwd van de Indonesische club van Melbourne, waarna men oorspron kelijk niets meer van hem vernam. Maar door een oproep in "Moesson" kwam hij weer boven water, schaarde zich bij de anderen die informatie ga ven voor dit relaas. Hij woont momen teel in Ede en geniet van zijn oude dag en glimlacht nog eens bij de terugblik op zijn avontuurlijk verleden. T. A. DE HAAN Een aantal poëtische herinneringen die teruggrijpen naar dierbare tijden. 40 Ja ren in Nederlandsch-lndië en Indonesië als medicus, maar ook andere plekken op de wereld inspireerden T. A. de Haan tot deze gedachten in gedichten. Prijs f 19,50 f 2,30 porto BOEKHANDEL MOESSON - Den Haag HOEFT NIET Een van de ergste dingen die mij kan overkomen, is het moeten afleggen van een beleefdheidsbezoek. Je moet, je kunt er niet onderuit. Kennismaken met buren, verjaardagsfeestjes, zo maar op de koffie enz. Je zit daar tussen koetjes en kalfjes, koffie, een reeds gesloten koektrommel en de onvermij delijke chips. De meest onmogelijke uren maak je door. Het weer begint beter te worden, jammer dat Ajax ver loren heeft, de koffie wordt goedkoper, je bent laatst gezien op het station om 17.01 uur en of je altijd die trein neemt. De kat is krols en moet binnen gehouden worden, Jan is een handige man en of je nog wat fris lust. Natuurlijk, het zijn best aardige men sen die het goed bedoelen en liever een goede buur dan een verre vriend. Maar dat is dan ook alleen maar eigen belang, voor het geval je hulp nodig hebt en stel je maar voor dat je een idioot naast je hebt wonen die elke avond op de muren bonst. Maar terug naar het begin, de inten sieve contacten vermijd je liever. Goe demorgen knikken, even zwaaien, in de winkel even vragen hoe het is, helpen duwen als de auto niet start, al ge noeg. Geen zin in integratie. PHILIP MIKHAËL 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 11