200 JAAR AMERIKAANS-NEDERLANDSE BETREKKINGEN De diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en de Verenig de Staten van Amerika werden gesloten toen op 19 april 1782 de Staten-Generaal van de Re publiek der Verenigde Nederlan den de geloofsbrieven aanvaard den van John Adams, die daar mee de eerste officiële gezant van de V.S. werd. Op 8 oktober 1782 werd een vriendschaps- en handelsverdrag gesloten. Neder land was het tweede land ter wereld (na Frankrijk) dat diplo matieke betrekkingen met Ame rika aanging. Deze betrekkingen zijn nimmer tengevolge van con flicten onderbroken, zodat Ne derland er aanspraak op kan maken de langste ononderbro ken vriendschappelijke relaties met de V.S. te hebben onder houden. Vanaf het begin van de Ameri kaanse Vrijheidsoorlog had deze strijd in Nederland zowel sym pathie als ondersteuning gevon den. Ze werd het Amerikaanse oorlogsschip "Andrea Doria", dat een lading munitie voor het leger van George Washington kwam inladen, in 1776 met sa luutschoten begroet vanuit het fort Oranje op St. Eustatius. Deze saluutschoten vormden de eerste officiële erkenning die een vertegenwoordiger van de jonge Amerikaanse republiek van de zijde van een andere mogend heid ten deel viel. Tussen 1780 en 1790 verstrekte Nederland Ame rika leningen ter waarde van 35 miljoen gulden. In W.O. II streden Nederland en de V.S. zij aan zij als bondgeno ten, zowel in Europa als in de Pacific. Het Amerikaanse militai re kerkhof in Margraten herin nert nog steeds aan het grote aandeel dat Amerika had aan de bevrijding van Nederland. Het Marshall Plan droeg in grote ma te bij tot het herstel van de Ne derlandse economie na de oorlog. Verschillende golven van Neder landse emigranten vestigden zich in de V.S. en drukten in sommige staten (zoals Michigan) hun stem pel op de maatschappij. De Walter-Pastore Act stelde vele duizenden Indische Nederlanders in staat zich in de tweede helft van de 50-er en begin 60-er ja ren in Amerika een nieuw be staan op te bouwen. Talrijke vooraanstaande Ameri kanen zijn van Nederlandse af komst, onder wie de Presidenten Martin van Buren (1837-1841), Theodore Roosevelt (1901-1909) en Franklin Delano RooseveJt (1933-1945). CH.M. SEMAR Met vreugde las ik in Moesson No. 15 van 15 maart '82 over Semar, over wajang dus. Er zijn helaas weinig In do's die er belangstelling voor hebben gehad. Hoogstens zegt iemand: O ja, Petroek. En sommigen Ardjoena. Gaar ne het volgende ter aanvulling. Semar heeft vele namen en is een veel belangrijker figuur dan men algemeen aanneemt. Hij is zo belangrijk, niet in het minst omdat hij een JAVAAN is en geen Grote Immigrant zoals alle ande re Wajangfiguren uit de Mahabharata en Ramayana, die uit India afkomstig zijn en hier (vergeef mij) geassimileerd zijn. Semar bestond vermoedelijk reeds ver voor de komst van de Hindoes en Boeddhisten. Hij was de Oer-God, de Natuur-God, waar alle animisten aan geloven. Die miljoenen Javanen nu nog vereren, welke Godsdienst zij ook mo gen belijden. SEMAR, machtiger dan alle Goden die hem dan ook "Kakang" noemen, oude re broer, of Oewa, of oudere, wijzere. Ora lanang ora wadon. Geen man en geen vrouw want een God kan nu een maal niet een jongetje of een meisje zijn. Sëpi ing pamrih ramé ing gawe. Zwijg zaam maar werkzaam, vrij vertaald. Als het onrecht in de wereld onduld baar wordt barst hij uit in toorn, onge remd als een vuurspuwende vulkaan. Zijn tranen stromen, zijn snot welt uit zijn neusgaten, hij laat daverende win den en snikt en briest. En het Heelal beeft en de Goden sidderen en de de monen druipen af tot de rust hersteld is en er weer Recht heerst. Want wee degene die hem weerstaat, die wordt volledig vernietigd. SEMAR is volgens de legende afkom stig van het Diëng plateau, waar de eerste Hindu tempels werden gebouwd op Java en waar een Hindu priesterstad stond. Waar nu nog gemediteerd wordt bij de Guwa Semar (bertapa) door zoe kenden naar de Waarheid. Diëng van SEMAR waar het hart is van Azië, keagaiban Semar, Jantung Bumi Asia. Het wordt tijd dat hij weer eens terug komt, briesend van woede, om vrede te brengen. F. CRAMER In uw nummer van 15 maart 1982 las ik het artikel "Mislukte Bantengjacht" van Plantersvrouw. Ik kon niet nalaten U deze foto te sturen die U misschien in een toekomstig nummer kan afdrukken. De foto is van een niet mislukte bantengjacht, maar dat is niet het voornaamste. Ik neem namelijk aan dat vele lezers van mijn generatie en daarna nog nooit een banteng hebben gezien. En zich misschien niet eens kunnen voorstellen hoe groot zo'n beest is. Voor de vele dierenbeschermers heb ik het volgende. De foto is gemaakt in 1932. Dus heel lang geleden. Het kostte toen f 100,om een pas te kopen voor twee bantengs (één kon je niet kopen). Bantengs waren er toen volop, evenals zwijnen. De namen van de personen die achter het geschoten beest zitten zijn: v.l.n.r. de heer Kalthoven, van beroep stroper of broodjager, mijn Oom M. van Balgooy en de heer Adriaans resident van Banjumas. Al deze personen zijn lang geleden overleden. JOS N. A. VAN BALGOOY, Upland, Californië 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 5