Kardinaal niet in ruste Nieuws uit Indonesië I WISMA DGI Aansluitend op ons bericht in Moesson van 1 november 1981 (blz. 13) volgt hier een reportage van een bezoek aan Kardinaal Darmojuwono. Op een zondag morgen in december 1981 gaat Christella. verslaggeefster van een weekblad in Jakarta op weg om de Kardinaal te zoeken. Eerst vanuit Semarang per bus naar het zuiden, richting Ungaran. Ongeveer 13 km van de stad af uitstappen in desa Banyumanik. Dan per becak een zijweg in, en na ca. 11/2 km arriveert zij midden in wat wij hier een "groei-woon-kern" zouden noemen. Het is een groot complex van nieuwgebouwde volkswoningen, rijtje naast rijtje, van de Perumnas (Perumahan nasional). Het is een onderdeel van het enorme bouwproject van de Regering, die in snel tempo in en rond de grote steden (met name Jakarta) een groot aantal woningen laat optrekken om de ontzaglijke woningnood wegens de bevolkingsexplosie en de urbanisatie enigszins te kunnen opvangen. Zo ook Banyumanik, waar nu ongeveer 5000 gezinnen wonen. VOOR DE "VERGETEN', EX-KNIL-ERS IN INDONESIË Maar waar woont nu wel de Kardinaal? Christella ziet voor zich een open, kaal terrein met een bordje "Gereja Katolik". Achter op het terrein staat een soort loods met grote geopende deuren, waar enige mannen en vrouwen bezig zijn. Die loods is inderdaad de (nood) kerk, die zij nu aan het opsieren zijn voor het komende kerstfeest. Van hen krijgt zij te horen, dat de Kardinaal thuis is, en wordt haar gewezen, in welke woning hij te vinden is. Het is een vrij groot huis, groter dan de omliggende woningen, maar niet afstekend. Op een bordje leest zij: "Bruderan S. Aloysius". Daar ziet ze hem in het voorgalerijtje, heel eenvou- digjes, zeer informeel, met een kleurig batikjasje aan: de Kardinaal! Kom bin nen, kom binnen. Even joviaal en harte lijk, even vol interesse als toen zij hem gekend heeft als aartsbisschop van Semarang. En dadelijk begint een zeer geanimeerd gesprek, waarin allerlei zaken de revue passeren, en dat pas na enkele uren besloten wordt met het middagmaal, samen met de Kardinaal en de vier Broeders. Natuurlijk is de eerste vraag: Hoe bent U toch in deze desa terecht gekomen? Dat is een lang verhaal. Toen hij al plannen had om als Bisschop af te treden en ging piekeren, wat daarna te doen en waar te gaan wonen, kwam er juist een nieuw missie-pro ject. De Broeders van St. Aloysius in Karangpanas en de Zusters Francis canessen van Gedangan begonnen in samenwerking, ook met het Bisdom, een vestiging in de groeikern Banyu manik. Van de Perumnas werd een terrein van 19.000 m2 aangekocht, te bestemmen voor: kloostertjes voor de broeders en zusters, scholen, kerk en pastorie, en een kraamkliniek. Hiervan zijn pas de eerste twee genoemden gebouwd, de rest is nog toekomst muziek. Van de inwoners zijn ongeveer 400 gezinnen katholiek, een duizend of meer zielen. Zij vormen een "statie" onder de geestelijke zorg van de pas toor van Karangpanas in Semarang. Op een keer bracht de Kardinaal met de pastoor een officieel "herderlijk be zoek" aan de nieuwe statie, maar hij viel meteen in de heerlijke rust van de omgeving, de openheid en eenvoud van de gelovigen, en hun grote eens gezindheid, dus vroeg hij bescheiden Ontvangen in maart 1982 1/3 C. Boogerman f 25,— Apeldoorn 3/3 F. J. v.d. Veer f 250,— Huizen 5/3 F. J. Robbersen-Molenaar Diepenveen 400,— 16/3 C. M. Visser f 50,— Benidorm - Spanje 30/3 Mw. Vaillant-Frans f 2.000,— Leiden 31/3 H. J. de Weerd O O CNJ f- Putten Totaal f 2.925,— Voor uw medeleven hartelijk dank I aan de Broeders, of hij bij hen "in de kost" mocht komen Natuurlijk namen deze vol vreugde de Kardinaal als hun huisgenoot aan. Verheugd was ook de pastoor van Karangpanas, toen de Kardinaal hem aanbood als vaste "as sistent" (pembantu) de zielzorg van de statie op zich te nemen. En opgetogen waren de gelovigen zelf: want tot dan toe kon de pastoor van Karangpanas alleen nu en dan (en lang niet altijd op zondag komen, maar voortaan hadden ze voortdurend een priester in hun midden, en konden desgewenst elke dag de H. Mis van de Kardinaal volgen. Allemaal dus tevreden, en niet het minst de Kardinaal, want: "Ja, ik ben en blijf toch priester Gods, en zo lang mijn krachten het toestaan wil ik toch priesterlijk werk blijven doen ten nutte van de gemeenschap." Hij is nu 68 maar sinds zijn komst is hij onvermoeid in de weer de ge lovigen huis aan huis te bezoeken, hun noden aan te horen en goede raad te geven; hij gaat rond te voet, op de fiets of motor, als het verder af is. Moet hij eens een keer naar een ande re stad gaan, dan ziet hij wel: mis schien kan hij met een goede kennis mee in de auto, maar anders stapt hij even lief op een colt of autobus, zoals het "gewone volk" doet; voor hem zijn geen "faciliteiten" nodig. Bij zijn afscheid als aartsbisschop wil de iedereen hem een cadeau aanbie den. "Als je toch wat wilt geven, dan graag in contanten of natura: bakste nen, cement, en andere bouwmateria len voor de kerk van Banyumanik." En dat was het begin van het bouwfonds. Er komen nog steeds giften van het en der. De mensen zijn hier niet rijk. Het zijn meest kleine tot middelbare ambtenaren, met een matig inkomen (ik denk een stuk minder dan "modaal" in Nederland I), forensen, die voor hun werk dagelijks op en neer moeten naar Semarang. Zo ook hun kinderen, want meer dan een Sekolah Dasar is hier niet te vinden. Er is voldoende "open baar vervoer", maar de vervoerskos ten kunnen voor menigeen een pro bleem worden. De Kardinaal vertelt van alle noden en behoeften, waarmee de mensen bij hem aankloppen, omdat ze geen uit weg weten in de bureaucratische dool hoven. Nou, dan laat hij zijn type machine ratelen om als hun pleitbe zorger een smeekbrief te richten tot de chef van deze of gene dienst, des noods tot de Bupati of de Gouverneur. En dit helpt effectief I Bijvoorbeeld als de waterleiding geen water geeft, of als de electrische stroom het weer voor lange tijd laat afweten. Je kunt wel goede raad geven met mooie woorden uit het Evangelie, maar er moet ook wat tastbaars bij komen Door de nauwe relatie met de bevol king weet de Kardinaal precies, wat er aan scheelt. Hij kent de hele woon kern. Christella gaat naar huis, zeer onder de indruk van dit bezoek. Haar hart is warm van de ontmoeting met deze ware "Bapak" van het volk, die in alle eenvoud zich wijdt aan de zorg voor deze gemeenschap, vooral voor de kleinen en behoeftigen, die het moei lijk hebben M.F. (Guest House Raad van Kerken in Indonesia), goed geleden a/d Jl. Teuku Umar 17, tel. 342896, Jakarta Pusat. Huiselijke sfeer. Ned./Eng./Duits gespr., 12 ka mers (1 en 2 pers. kamers, fam. ka mers) met faciliteiten: air cond., venti lator, eigen bad/toilet. Prijs inkl. ont bijt. Lunch/dinner op best. Drinks ten allen tijde. Was tegen redel. prijs. E- vent. geh. v. gebr. n. de airports stations tegen vergoeding. Nadere inlichtingen J. A. R. Purvis, tel. 073-56 36 84, VUGHT. 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 9