poirne
Als het beestje maar een naam heeft
Mevr. Ananda Moersid
"DEAR SIRS"
I was very moved to learn that a piece
of my small "titipan" in the Zaman
magazine that was intended to greet
Jakarta's 454 birthday was being dis
cussed in Moesson the 15th of Octo
ber. Mr. Tjalie Robinson's writings have
been my favourite reading for years.
Reading the "Piekerans", and "Ik en
Bentiet", for example, made me laugh
and cry at the same time.
Being one of the generation that was
born after the independence of Indone
sia, I don't converse nor write much
in Dutch.
Incidentally, aren't you a bit surprised
if I tell you that I am a woman?
Anyway, when the late Mr. Tjalie Ro
binson came to Indonesia, he confided
to my father (who tended him when
Tjalie became ill in Jakarta) that he
really missed the old Jakarta. That was
the inspiration for me to write that
piece about the lost "tempo doeloe".
So God help me if I do sometimes look
through the late Mr. Tjalie Robinson's
eyes too, seeing that the fast changing
scenery move before ous eyes.
I express a great interest in the Moes
son publications, and if it is considered
possible, I would be very glad to be
one of your "contributing friends" in
Indonesia".
Yours sincerely
ANANDA MOERSID
"Kom je uit Indonesië?, je ziet er toch
helemaal niet Indonesisch uit". Hebben
jullie een Nederlands paspoort? Zijn
jullie dan ook Nederlanders?" Maar als
je uit het voormalig Nederlands-lndië
komt, dan ben je dus eigenlijk geen
volbloed Nederlander, maar een In
dische Nederlander. Is dat nou iets
anders dan Indo?, want dat is toch een
scheldnaam?"
Uitleggen, uitleggen, proberen te laten
begrijpen. Indonesiër, Indische Neder
lander, Nederlander, wat is het nou
Ik woon nu ruim 25 jaar in Den Haag
en als ik zeg dat ik voor geen goud
uit Den Haag wil verhuizen, dan krijg
ik te horen: "Je bent dus een rasechte
Hagenaar!" En als Nederlandse colle
ga's op kantoor voor het eerst met
vakantie naar Indonesië gaan en mij
vragen iets te vertellen over het "hoe
en wat" en met name belangstellend
vernemen over Bali - waar ik geboren
ben - dan gebeurt het dat ik geregeld
aangesproken en voorgesteld wordt in
de trant van: "Ha, hier hebben we onze
Balinees".
Uitleggen, uitleggen, proberen te laten
begrijpen: Ben je nou echt Balinees?
Ik heb in de loop der jaren dus al heel
wat etiketten opgeplakt gekregen. Een
kameleon is er niets bij vergeleken.
Welke naam moet ik mijzelf nu geven?
Ik heb inderdaad de Nederlandse na
tionaliteit; ik hou van Den Haag; ik
ben in het voormalige Nederlands-lndië
geboren en mijn hart is op Bali. Dat
alles is waar. Moet ik nu het ene dis
crimineren tegen het andere? Kunnen
deze gevoelens, denkbeelden en emo
ties niet harmonieus naast elkaar le
ven? Waarom moet ik in een hokje ge
plaatst worden. Omdat er op het hokje
een naam staat, waar het beestje in
hoort? En als ik nu eens niet in dat
hokje geplaatst wil worden; en als dat
hokje nu eens te klein is?
Ik ben naar leeftijds-maatstaven nog
vrij jong, maar nu al ben ik dat altijd
uitleggen moe. Men begrijpt het niet,
men kan het niet, men WIL het niet.
Bij een bepaald ras hoort een bepaalde
naam en bij een bepaalde huidskleur
hoort weer een bepaald ras en zo is
de cirkel weer rond. Zoals het hoort.
Alles daartussen, enige gradatie past
niet. Iemand uit Indonesië met een
Nederlandse naam; hoe kan dat? Een
lichte huidskleur en toch Balinees; dat
bestaat niet.
Je bent zo jong als je je voelt, hoor je
vaak zeggen. Waarom geldt dat niet
voor je gevoelens ten opzichte van je
eigen-ZIJN. Waarom mag je niet zijn
zoals je je voelt?
Soms denk ik wel eens: heeft dit
beestje eigenlijk wel een naam en dan
kom ik tot de verbijsterende, maar o
zo voor de hand liggende slotsom: Ja,
ik heet Paul, daar kan geen twijfel over
bestaan. Dat heeft iedereen te accep
teren en daar komt geen begrip aan
te pas.
Hè, gelukkig, tóch nog een hokje
PAUL DE BONT (33)
Y=,v.
als vader is 't een geschikte peer, maar
hij staat zowat stijf van de nostalgie
BRUG
In Moesson van 15 oktober vorig jaar
namen we uit het Indonesisch week
blad "Zaman" een artikeltje over waar
in Ananda Moersid het veranderde Ja
karta van Tjalie Robinson betreurde.
Een goed stukje, waarbij ik toch meen
de te moeten aantekenen dat, had Tja
lie de mogelijkheid gehad langer in
Jakarta te blijven, hij zeker net zoveel
leuke "piekerans" had kunnen schrij
ven. Ook al vond hij niets meer van
zijn jeugdherinneringen terug.
Tijden veranderen, maar moet de mens
niet altijd proberen ook uit die veran
deringen het goede, het boeiende te
vinden?
Nu maakte ik twee kardinale fouten in
mijn commentaar. Ananda Moersid is
geen "hij" maar een "zij" zoals U op
de foto kunt zien. Zij behoort boven
dien tot de na-oorlogse generatie en
niet tot die van Tjalie, wat ik eerst
meende. Dat laatste vond ik het meest
verrassende in haar brief. Iemand van
haar leeftijd, een Indonesische nog wel,
die nog Nederlands leest, maar ook
Moesson en Tjalie's boeken waardeert!
Wat een totaal andere reactie dan die
onlangs in "Het Vaderland" werd
uitgelokt via een serie interviews met
jonge Indische Nederlanders. Welis
waar kon aan de oprechtheid van deze
interviews worden getwijfeld (er stond
bijvoorbeeld een gefingeerd gesprek
met Rogier, waarin de interviewer hem,
Rogier, de meest onzinnige uitspraken
over zijn vader liet doen!), maar het
bleek toch wel dat de identiteit zoe
kende jeugd van om en bij de 30
totaal geen waardering kon opbrengen
voor Tjalie Robinson's zweverig idea
lisme en stoere jongensverhalen.
Afgezien van de kwalijke bedoeling de
goede reputatie van Tong-Tong/Moes
son in het algemeen en Tjalie in het
bijzonder te schaden, vond ik de opzet
kortzichtig, dom, rancuneus. Geen ge
neratiekloof maar een beschavings- en
mentaliteitskloof, zo diep, zo wijd, dat
er geen brug meer viel te slaan.
De reactie van Ananda Moersid en
van de jongeren die in dit nummer
schrijven, bewijzen gelukkig de over
brugbaarheid.
L.D.
13