AANGEPAST, ANDERS i i TEKOEKOER - KONKOERS Ter overname aangeboden TOKO in provincie Gelderland In de jaren '50 woonde ik in een klein dorpje in het hart van Salland, een streek in Overijssel, in Raalte. De gemeenschap van mijn geboortedorp was nogal besloten. Het leven in de wereld in deze naoorlogse tijd kabbelde aan ons voor bij. Op de lagere school leerden we nog alle eilanden van de Indische Archipel. In ieder geval drong het niet bewust tot ons door dat daar in de oost de bakens werden verzet en dat het uit was met de Nederlandse heerschappij. Ook hadden wij nauwelijks weet van de vele Indische Nederlanders die gedwongen waren naar het "moederland te vertrekken en wel voorgoed. Velen van hen kenden Nederland alleen zoals wij Indië kenden, van de landkaart. Het juiste jaar is mij ontschoten maar opeens waren ze er. In een woning, net gebouwd, op een gedeelte van on ze tuin. Een compleet gezin, vader, moeder en een aantal kinderen. Onze nieuwsgierigheid ontdekte al snel dat ze ontzettend bruin waren en dat ze Nederlands spraken, anders dan de meesten op school. Verder konden we dat niet beoordelen, omdat onze omgangstaal een Overijssels dia lect was. Voor mij resulteerde de nieuwsgierig heid al spoedig in een nader contact met de oudste zoon van de familie Vermeltfert, Robby. Een goede vriendschap is er door ont staan. Een vriendschap die destijds al snel kwam tot de m.i. kern van de Indische gastvrijheid, waarmee ik be doel "eten". Veel en lekker, maar zo anders eten dan moeders pot werd mij voorgeschoteld. Reuken en reuk jes vulden bij ieder bezoek mijn neus gaten, waar ik, dorpsjongen, geen weet van had. Geen weet, bleek al snel, van zoveel andere dingen in de leefgewoontes van deze "nieuwe" mensen. Een voorbeeld moge hier dienen: Ie dere dag werden de kinderen op het aanrecht neergezet en volledig gewas sen. (De nieuw betrokken woning was niet uitgerust met een bad of douche). Ik had er vaak van gehoord en over gelezen, een tekukur-konkoers. En eindelijk eind mei maakte ik er eentje mee. En nog wel liefst op nog geen honderd meter van het huis van mijn schoonouders op de aloon-aloon-Kidul in Yogya. Gaweldig hoorMaar voor mij volkomen onbegrijpelijk. Want er waren zo'n 2 300 tang- ga's met kooitje geplaatst en ALLE tekoekoers floten en zongen uit volle borst op het zelfde momentEronder liepen tientallen jury-leden in groepjes en bleven telkens een tijdje onder elk kooitje staan, staarden naar boven naar de bewuste perkoetoet en luisterden in grote aandacht naar het gezang van het beestje. En dat is dus voor mij het mysterieuze van dat hele gedoe. Want hoe kan zo'n team juryleden nu uit die cacofonie van honderden tegelijk koerende perkoetoets juist dié ene vogel halen en zijn gekoer op de juiste waarde schat tenI I Soedahlah, na die ochtend op de aloon-aloon heb ik dat ook maar op mijn lijstje qèzet van "onbegrijpelijke Oosterse dingen" ROGIER Op mijn lijst van "onbegrijpelijke Westerse dingen" staat het jaarlijkse Eurovisie songfestival. Er zijn zangers(-essen) bij die je met groot plezier zo'n 8 meter de lucht in zou willen hijsen. Tot ze uitgezongen zijn LILIAN "Baaien" noemde men dat wassen. Voor mij een openbaring. Mijn vriendschap met de familie heeft een behoorlijk aantal jaren geduurd, maar is door het verstrijken der jaren teniet gegaan. De herinneringen aan alles wat ik met hen beleefde, aan alle ervaringen opgedaan door hun andere levenswijze, zijn gebleven. Zij hebben ertoe bijgedragen dat mijn gezichts veld al op jeugdige leeftijd verruimd werd, hetgeen ik als erg positief er vaar. De jaren verstrijken en niemand draait zich meer om als er een Indische pas seert, hetgeen destijds in ons dorp wel gebeurde wanneer we zo'n bruine za gen. De doorsnee Nederlander vond het in ieder geval normaal dat de men sen uit Indië zich in onze gemeenschap aanpasten. Of dit veel of weinig moeite kostte was niet zo van belang. Aange past hebben ze zich, hun eten en hun soms afwijkende leefgewoonte hebben ze gelukkig behouden. Het leven heeft mij jaren na deze jeugdherinneringen geleid tot het leven samen met een Indisch meisje. Veel, buiten haar persoonlijkheden, was mij niet meer vreemd. Het "eten" vind ik geweldig, de gastvrijheid herken ik als "vanouds". Het afwijkende Nederlands van haar familie is als het dialekt van mijn geboortestreek. Kortom, het is voor mij als echte Nederlander van het platteland goed geweest, reeds in mijn jeugd kennis te hebben gemaakt met mensen die zo vanuit de tropen, vanuit een zonovergoten land, in het kille, vaak koude en natte landje aan de Noordzee werden geplant. Gedwongen door omstandigheden waar zij geen in vloed op konden uitoefenen. Het is be wonderenswaardig hoe twee, toch wel zo verschillende volkeren ineen kunnen smelten. Als doorsnee Nederlander heb ik wat achter de schermen gekeken en ben, voor wat mijn kringetje betreft, tot de slotsom gekomen dat, wanneer men een beetje open oog en luisterend oor heeft voor elkaar, het leven van In dische en Nederlandse mensen ge zamenlijk de moeite waard is. J. PIETERS (40) Recentelijk gemod. winkel 150m2. Opslag boven en onder de win kel. C.V., tegelvloer, ingebouwde verlichting, koeling, diepvries, bedrijfskeuken en moderne pui. Gelegen in het centrum. Schriftelijke reacties onder no. 3008 van dit blad. 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 12