ndiëop onze manier^
BANKA
BIBIK DINGKLIK
Moesson alleen voor ouderen, daar ben ik het niet mee
eens. Wij lezen het elke keer met erg veel plezier. Vaak
dat er door een bepaald artikel weer herinneringen boven
komen. Indië hebben wij gekend op onze manier en het is
ook ons geboorteland, waar toch een niet te verbreken
binding mee is.
Van voor de oorlog hebben we natuurlijk vage herinnerin
gen. De herinneringen uit de oorlog en er na zijn veel beter.
Mijn vader werkte bij de Stanvac, voor de oorlog N.K.P.M.
Na de oorlog woonden mijn ouders op Sungei Gerong. Wij
moesten naar Holland voor de middelbare school. In de
grote vakanties mocht je dan naar huis. Dolle pret, want in
het vliegtuig zaten natuurlijk al je vrinden en vriendinnen
van de lagere school. In die tijd heb ik ook wat terug ge
zien van voor de oorlog. Pendopo, Palang Akar en Sirih.
Mijn herinneringen beginnen duidelijker te worden vlak
voor de oorlog. Het neerkomen van de: Jappen bij Pakan
Baruh. Daarna gingen we naar Java. Mijn vader bleef op
Sumatra. Toen Bandung voor het kamp. Wij bleven iets
langer uit het kamp, omdat mijn moeder geen Nederlandse
was.
Toen het kamp Tjihapit. Daar zijn dus vele herinneringen
van, die je nooit meer vergeet. De angst als je moeder ging
kedekken. De eerste confrontatie met doden, die op een
open kar weggereden werden. De enige pop die je nog had
en die gestolen werd. Het zoeken naar slakken, waar mijn
moeder dan kroketjes van probeerde te maken. Een lichtje
dat mijn moeder s nachts brandde als ik ziek was, een
gobang op een schoteltje met een draadje en dit alles in
een oud stilletje.
Daarna het transport naar Kampong Makassar in een bloed
hete trein die als maar heen en weer reed en een dronken
Jap die er door liep en met zijn klewang een vogel in een
kooitje probeerde te spietsen.
Makassar met erg veel nare herinneringen maar ook leuke.
Corrie Vonk en anderen die iets vrolijks onganiseerden.
Te veei herinneringen om op te schrijven.
Na de oorlog het weerzien met je vader; mijn broertje was
als de dood voor die vreemde blanke man.
Toen de tijd na de oorlog, waar je ook weer moordpartijen
en branden om je heen had (Bandung).
In 1946 voor het eerst naar Holland. Koud en een vreemde
familie. Je hoorde er niet thuis, ledereen vond je maar een
beetje apart. Je paste niet in de Hollandse familie en op
de Hollandse school. We waren van die gekke kinderen
uit Indië
Terug naar Batavia en toen Sungei Gerong. Ik was toen
10 jaar. Met mijn 12e jaar naar Holland voor de middelbare
school en zoals zovelen van het ene kosthuis naar het
andere, vooral mijn broer had pech. Je bleef zo'n vreemde
Indiëvogel, die ze niet begrepen.
In 1956 voor het laatst met vakantie naar huis. Toen kwamen
mijn ouders terug.
Na school had je die drang van "ik moet eruit". Mijn man,
ook uit Indië met dezelfde achtergrond, waardoor het direct
tjotjokte, had dat ook. Na onze studie zijn we weggegaan,
o.a. naar Suriname, waar we toch niet dat terugvonden wat
in onze herinnering lag.
Toen kwam de kans, mijn man moest voor zijn werk naar
Indonesië. Hij genoot. Alleen al de rit van het vliegveld per
taxi naar het hotel. Het was het weer helemaal Een
gammele taxi. De toeter bleef vijf keer steken. Alles ram
melde en met een rotvaart door Jakarta. Een chauffeur die
elk moment naar zijn hoofd greep. "Itu orang gilah", en
dan weer op het nippertje zijn "taxi" en het leven van
hemzelf en mijn man redde.
Eén van die reizen ben ik overgekomen.
Herinneringen tientallen.
De eerste avond rijd je door een straat (na 30 jaar) en je
weet gewoon: "Hier ben ik bekend". Waardoor? Geluiden?
Luchtjes? De volgende dag bij daglicht terug en inderdaad
stond ik voor ons huis op de van Heutzboulevard en liep
zo de weg af naar schooi, die er ook nog stond. Genoten
heb ik van de pasar (tawarren). Een rit met een betjak. Op
twee wielen door de bocht in de gietende regen. Mijn man
die naast me allerlei Indische geluiden en gebaren ten
beste gaf, die deze rit helemaal echt maakte. Een katjong
ben je en blijf je, vooral weer in dergelijke situaties.
Er is nog zoveel wat je zou willen opschrijven. Te veel I
Indië hebben we gekend op onze manier en één ding hoop
ik, dat ik onze kinderen er ook nog eens van kan laten
proeven. Er is al erg veel over verteld.
I. PUNTER-EISMA (44)
Het was 18 februari 1947. Wij woonden
toen op Banka in het plaatsje Toboali
aan de zuidpunt. Mijn man was daar
Inspecteur van Politie. Voornoemde
datum moest hij voor dienst naar een
andere plaats. Hij was de enige Hol
lander, het personeel bestond uit In
donesiërs, van wie niemand Neder
lands sprak.
Mijn man had de wachtcommandant
opdracht gegeven, in geval er een
bericht mocht komen, tijdens zijn af
wezigheid, van de geboorte van een
Koningskind, dat de vlag gehesen
moest worden en een salvo moest af
gevuurd. Bij de geboorte van een
prins drie salvo's en bij een prinses
één salvo.
Dit was allemaal gerepeteerd. Op het
tijdstip dat mijn man weg was kwam
het bericht door. Dus allen aantre
den Na één salvo gegeven te heb
ben deden ze er nog maar twee bij.
Toen mijn man weer in de plaats te
rugkwam, zag hij overal de vlaggen
wapperen. Hij stopte direct, want was
18
nieuwsgierig en vroeg aan de eerste
de beste die hij zag: "Wat is het?" De
man zei dat hij het niet wist, doch dat
er drie keer geschoten was.
Nu, mijn man direct naar de tangsi om
te informeren hoe of het gegaan was
en dat er een prins geboren was. Doch
de wachtcommandant vertelde dat het
een prinses was. Mijn man keek hem
verbouwereerd aan en vroeg waarom
er dan drie salvo's gelost waren. Toen
kwam het lakonieke antwoord, dat ze
het zo mooi vonden en er nog maar
twee schoten bij gedaan hadden. U
kunt begrijpen hoe vreemd mijn man
keek, maar hij moest er even later
toch om lachen.
De tangsi was een oud Portugees fort,
met als opgang een hoge trap met in
het midden over het geheel een kruis.
Aan beide kanten werden er toen blik
jes met petroleum gezet en aange
stoken. Dit was een aardig gezicht.
We waren allen in feeststemming, doch
veel te feesten was er niet, aangezien
hier alles heel primitief was. Doch we
hebben er toch prettige herinneringen
aan overgehouden.
Mevr. G. MONDEEL-DUINKER
Een wipneus maakt mij inderdaad
veel intelligenter.