Nacht over Bandung. (6 mei 1982) VOOR DE "VERGETEN" EX-KNIL-ERS IN INDONESIË De zesde mei begon al op een vreemde, en onheilspellende, manier. Bij het aan breken van de dag begon er in het westen een streep licht zichtbaar te worden, terwijl er in het oosten een pikzwarte massa zichtbaar werd, die leek op een naderende onweersbui. Een plaatselijke radio-omroeper vatte het goed samen: "de zon komt aan de verkeerde kant op". Het licht in het westen verdween al gauw, en de zwarte wolken uit het oosten kwamen snel nader, en om zowat zeven uur was het in Bandung net zo donker als midden in de nacht. Alle lichten moesten blijven branden, en alle verkeer moest ook met lichten-aan rijden. Maar er was niet veel verkeer, want de meeste mensen vertrouwden het niet, en bleven thuis. De Galunggung. En toen kwam de asregen Niet zo maar wat vlokjes as, maar grote vlok ken die in steeds grotere hoeveelheden neerkwamen, en die alles bedekten met een grauwe laag. Bovendien werd het bijna onmogelijk buiten nog iets te zien, want de as hing als een dichte mist, overal. Toen werd bekend dat dit een gevolg was van een nieuwe uitbarsting van de Galunggung, de berg tussen Tasikma- laya en Garut, die sedert begin april al verschillende malen was uitgebar sten. Maar deze uitbarsting was kenne lijk heviger dan de vorige; en boven dien maakten de oostelijke luchtstro men dat de aswolken voor het eerst naar het westen dreven. Daardoor had de kota Tasikmalaya er deze keer be trekkelijk weinig last van; maar naar het westen kregen Garut, Bandung, Cianjur, Sukabumi, en zelfs Bogor, de volle laag. In Garut viel zelfs niet alleen as, maar ook fijn zand, afkomstig uit de krater. Deze "Bandungse duisternis" duurde tot zowat 11 uur. Toen begon het een klein beetje lichter te worden, al was kunstlicht nog steeds noodzakelijk. Ook het zicht op straat was nog erg slecht, vooral omdat de rijdende auto's de, al gevallen as, weer deden op- wervelen. Er moest dan ook uiterst voorzichtig gereden worden, en alle raampjes moesten dichtblijven. De voetgangers, en de fietsers, bescherm den zich met plastic hoofdbedekkin gen, en vaak een doek voor neus en mond, om niet teveel van het stof in te ademen. Het was een vreemd gezicht, en in het Het bovenstaande verhaal is een voor beeld van het zuiveringsproces dat aan de gang is bij het Hoger Onderwijs in Indonesië. Elders gaat het misschien niet zo gemakkelijk als in Bandung, waar het Dep. van Industrie gewillig meeging met het beleid van het Dep. van Onderwijs. M.F. begin, enigszins luguber en dreigend. Maar tegen 12 uur verscheen er een heel zwak zonnetje door de aswolken heen, en dat veroorzaakte een typische belichting. Ibu Tiah, een oude dame, noemde het "seperti terang bulan", en dat was een zeer juiste benaming, want inderdaad leek het afgezwakte zon licht een beetje op manestralen. In de loop van de middag werd het helderder, en toen de "echte" maan de taak van de zon overnam, was de hemel alweer helder. Maar het duurde nog wel tot het einde van de volgende dag, voordat de as, althans voor het grootste deel, verwijderd was. 's Avonds zorgde de omroeper van Radio Nederland voor de vrolijke noot met de mededeling dat "op het eiland Java de vulkaan Kangkung was uit gebarsten" ach ja, al die vreemde namen ook Het was een dag die Bandung niet gauw zal vergeten. En hoewel de Ga lunggung nog steeds actief is, hoopt men toch dat deze "verduistering" zich niet zal herhalen. Het was een "pakkend" slot van mijn verblijf in Bandung. Maar ik was toch wel blij dat bij mijn vertrek, de volgen de dag, de Blauwe Bergen van Prian- gan weer aanwezig waren om mij uit geleide te doen. Van de Galunggung was alleen maar een rookpluim zicht baar; een witte. H.M.C.P. Naschrift: Vrijdagochtend 4 juni werd Bandung voor de tweede maal bedekt door een enkele centimeters dikke aslaag na een nieuwe uitbarsting van de Galung gung. De tweede "Bandungse duister nis" duurde een halve dag en veroor zaakte dezelfde tonelen als na de eerste asregen. De volgende dag wa ren echter de daken weer rood en de bladeren groen want een flinke Ban dungse regenbui had de poederfijne grijsbruine aslaag weggespoeld. B.Z. Binnengekomen in mei. Giro 13/5 26/5 C. W. E. Crone Amsterdam V. Huitink Den Haag W. Intveld Etten Leur 5.000,- 100,- f 500,- 27/5 W. D. Borgstein 1.000, Maassluis J. F. Couwenberg f 200, Zoetermeer Mw. A. A. E. Degros- Kraaijenbrink 300, Totaai 7.100, Ons reservefonds voor moeilijke dagen Moesson wil geen subsidie. Het wil voort bestaan alleen als U dat wilt. Met uw steun poekoelen wij teroes Hieronder laten wij, onder hartelijke dank zegging aan alle schenkers, de verant woording volgen van de giften die zijn binnengekomen voor het reservefonds voor Moesson over de maand mei 1982. A. A. 100,A. Burg 10,W. Boverhof 25,A. S. Beaupain 100,A. M. de la Croix-Schiffer 10,—; J. A. Dubois 25, L. C. F. de Graaff 25,—; K. M. Graichen 25,H. Grieshaber 16,Mw. R. Heij- man 10,E. G. Hille-Brandt 9,25; J. B. Loveriks 10,R. Mariouw 20,A. G. W. Reinhardt 36,M. W. Roobol-Popp 10, G. Vroomen 3,J. Willemsen Sterckx 10,—. Totaal binnengekomen in mei '82 f 444,25 EPPO DOEVE PORTRET VAN EEN DUIVELSKUNSTENAAR Een terugblik van Pierre Huys- kens met bijdragen van Fritz Behrendt, Frits van der Molen, Peter van Straaten, Michel van der Plas, Frits Müller, R. E. M. van den Brink, Alexander Pola, Martin W. Duyzings en anderen. Een bloemlezing uit het omvang rijke werk van een man "die alles kon wat hij wilde, en alles wilde wat hij kon", f 24,90+f 5,25 porto BOEKHANDEL MOESSON 27

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 27