Tussen twee vuren (I) De ervaringen van een Nederlander in bewogen tijden. VpTaraAan SlAfVAZQ^ ffincfa JiL/ftU door J. F. H. W. Israël Zouden de communistisch gezinde (Sosbi) Indonesische schepelingen zich rus tig houden, of zouden zij de koersveranderingen trachten te beletten En wat viel er te verwachten van de passagiers, in het bijzonder van de Indonesische militairen die, waar zij ook gaan of staan, altijd hun wapens en munitie bij zich hebben En hoe zouden de beide schepen handelen die zich respectievelijk op de rede van Menado en aan de kade te Bitung bevonden, zoals het ms. "Kala- bahi" en het ss. "Swartenhondt"? En dan nog het derde schip, het ms. "Banjoe- wangi" op weg naar Bitung om water te laden, en dat eveneens militairen en passagiers aan boord had De Nederlandse KPM-ers keken met spanning de komende dagen tegemoet. Er viel geen bestek op te maken met al die onzekere factoren. De volgende dag bleek dat de "Kala- bahi" nog altijd op de rede van Me nado lag. De aanwezigheid van een Indonesisch patrouille vaartuig op de rede en de houding van de Javaanse bemanning, alsmede van de batjo- ploeg (de meevarende laad- en los- ploeg van Makassaarse bootwerkers) hadden daar de doorslag gegeven. Hetzelfde gold voor het ss. "Swarten hondt", voor wie het gemeerd liggen een extra handicap was. Men behoefde echter niet lang op een Indonesische reactie te wachten; de regering bleek op de 4e dec. al te heb ben toegeslagen en alle schepen, die in Indonesische havens gemeerd, dan wel op de rede lagen, werden aan de ketting gelegd en onder bewaking ge steld. In Jakarta en enkele andere ha vens werd zelfs verordineerd dat de Nederlandse bemanningen, stuurlieden, scheepswerktuigkundigen, enz. hun schepen moesten verlaten, waarbij zij slechts een geringe hoeveelheid ba gage mochten meenemen. Welke lijn zou men in Menado volgen? Zouden de Permesta autoriteiten ook hier de orders van Java negeren? Op St. Nicolaasdag werd ik uit de droom geholpen. In de loop van die dag werd ik bij de Chef-staf ontboden en kreeg te horen, dat men van de K.P.M.-order m.b.t. het uitwijken van de schepen, op de hoogte was! Van die dag af waren de schepen onder het militaire gezag geplaatst, evenals het K.P.M. kantoor, het K.P.M. havenbedrijf en het K.P.M. dok en reparatiebedrijf. Men verklaarde dat men wel actie te gen de Soekarno regering voerde, maar dat men in de "Nieuw-Guinea politiek", één lijn met Jakarta trok. Tussen twee vuren Overigens verwachtte men dat de schepen normaal zouden worden ge lost en hoefde ik mij niet ongerust te maken. Indien de scheepsofficieren enig overlast mochten ondervinden, zou men dit gaarne vernemen, want dit zou niet worden getolereerd. Men wenste echter niet dat door de K.P.M. Menado eventuele scheepsbewegingen naar de kantoren op Java en Makas- 28 sar zouden worden doorgegeven. Het gehele onderhoud droeg een vriendschappelijk en amicaal karakter. Hoe kon het ook anders, daar wij met de meeste officieren en autoriteiten bevriend waren en geregeld bij hen op fuifjes kwamen. Het lot van de K.P.M. leek mij door de algemene maatregel in feite beze geld, zoals dit trouwens ook met vele andere Nederlandse instellingen, on dernemingen en maatschappijen het geval zou blijken te zijn. Op 6 decem ber arriveerde het ms. "Banjoewangi" op de rede van Bitung. Bij aankomst werd het schip direct onder militaire bewaking gesteld en moest het, wach ten op "nadere orders" De toestand in Noord-Celebes In en om Menado, in de gehele Mina- hasa, in geheel Noord Celebes der halve, was en bleef het volkomen rus tig. Er was geen sprake van bezetten en overlast; de militairen hadden de situatie goed in handen. Er heerste een goede discipline en het bleek nu overduidelijk hoe autonoom men zich in Noord Celebes reeds voelde. Alle min of meer leidende figuren van de communistische partij en vele onder geschikte aanhangers werden door de militairen gearresteerd en op een ei landje geïnterneerd. Met deze daad maakte Noord-Celebes zich werkelijk los van de Java over heersing. De "Permestabeweging", een autonome onafhankelijkheids be weging met een militaire junta onder leiding van de Militaire Gouverneur was openlijk in opstand gekomen te gen het Soekarno bewind. De schrijver van dit opstel, de heer J. F. H. W. Israel, dat wij ontlenen aan het manuscript van zijn te boek ge stelde ervaringen als employe van de KPM, eindigde zijn carrière als ver tegenwoordiger van deze scheep vaartmaatschappij in Menado in 1957. Hij viel, toen hij er dat jaar aankwam, met zijn neus in de boter: groeiende ontevredenheid onder de Menado- nezen over de politiek van Jakarta ten opzichte van de Buitengewesten, die als de Permesta-beweging ten slotte zou leiden tot een breuk met de centrale regering enerzijds en de hetze tegen de Nederlanders in ver band met Nieuw-Guinea anderzijds. Over deze bewogen episode schrijft de betrokken hoofdemploye van de KPM in zijn memoires en wij danken hem voor zijn toestemming zijn boei end verhaal - met enige bekortingen - te mogen publiceren. Gelijktijdig brak ook op Midden-Suma- tra opstand uit onder leiding van kolo nel Simbolon en Prof. Soemitro en nog enkele andere vooraanstaande figuren. Tussen beide opstandige gebieden ont stond enige vorm van samenwerking. Alle resterende Javaanse gezagslieden en Java-gezinde personen, alsook en kele kleine Javaanse militaire eenhe den, werden met spoed uit het gebied weggewerkt. Alom werden nieuwe Per- mesta-functionarissen geïnstalleerd. Aangezien een ieder kon begrijpen dat de Soekarno-regering dit niet over zijn kant kon laten gaan, werd het gehele gebied tegen een mogelijke aanval weerbaar gemaakt. Met de copra- schepen voerde men grote hoeveel heden voedsel uit Singapore aan. Ook wapens kwamen binnen, het meest moderne dat er op dit gebied te krijgen was. Bijna alles werd door Amerikaanse tussenkomst met vliegtuigen van de luchtmacht van Nationalistisch China vanuit Formasa aangevoerd. Opvallend was ook de veelvuldige komst van een hoge Amerikaanse officier en het mon teren van zware wapens op jeeps en andere voertuigen door manschappen o.l.v. officieren van het Nat. Chin, le ger. Er werden vliegtuigen en - naar men zei - ook bommen geleverd. In ieder geval heb ikzelf de Amerikaanse bemoeienis met de Permesta duidelijk kunnen gadeslaan. De nadere orders Al spoedig kregen de drie schepen opdracht om voor de Permesta een aantal reizen te maken. Uiteraard werd hiertegen door mij en de gezagvoer ders geprotesteerd. Niettegenstaande deze protesten en de ontvangen orders van de K.P.M. directie, moesten zowel de agent van de K.P.M. als de sche pen hun werk normaal blijven verrich ten en zonodig varen. Zo luidde de order van de militaire junta, waaraan werd toegevoegd, dat geen enkele op- (lees verder volgende pagina)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 28