BIJ DE VOORPLAAT
MOESSON, DEZELFDE TEKST
De eerste aquarel van Yvonne Noordam die ik bekeek op de expositie in
Galerie Nusawi, vond ik ook de beste. U ziet hem op onze voorplaat gereprodu
ceerd een moessonregen in Indonesië. Betjakbestuurders vinden in hun karretje
en onder de hoge boom beschutting en vanzelf de slaap. Verkopers trotseren
het water en vervolgen hun weg. misschien toch al op weg naar huis. De hele
plaat in zachte tinten bruin, want regen is bruin in Indonesië, dat weet U Bruin
is de kleur van de natte moesson. Nog een letter B bij de drie andere B s die
bij de regentijd horen: Botjor, Bandjir en Betjek. Lekkage, overstroming en
drassig, vertrouwde ongemakken. Wat prettig over al deze dingen te kunnen
praten met mensen die het direct begrijpen
Een poos geleden belde een dame van
de afdeling publiciteit van de PTT me
op om te vragen of ik voor de nieuwe
Gouden Gids dezelfde tekst voor ons
bedrijf wilde hebben. Ze las 'm voor,
zei ineens: "Moesson, dat vind ik zo'n
grappige naam, betekent het nog wat?
Ze leek me, aan haar stem te horen,
nog een jong meisje. Hoe lang zou ze
van school af zijn? Wat leren ze tegen
woordig nog op de lagere school? Ik
probeerde haar in een paar zinnen iets
uit te leggen over de natte en de droge
moesson.
"Enig", zei ze, "nooit geweten, zal het
onthouden. Dezelfde tekst dus?"
Ik herinner me dat Tjalie, op de vraag
of hij "Tong-Tong" wilde spellen, altijd
ietwat geïrriteerd zei: "Dat ding in uw
mond en dat tweemaal I"
We gaan nu de 27ste jaargang, de
vijfde onder de naam Moesson in. Er
zijn nog mensen die Tong-Tong (willen)
blijven zeggen, maar het klinkt niet
meer uitdagend, recalcitrant (het kan
me niets schelen, ik blijf toch Tong-
Tong zeggen!), of kwalijk-nemend (voor
mij blijft het toch "Tong-Tong", je had
die naam niet mogen veranderen).
"Voor mij blijft het toch Tong-Tong",
is dat niet het aardigste compliment,
het blad heeft dus toch dezelfde
waarde behouden.
26 Jaargangen, een hele generatie is
er mee opgegroeid als je het zo be
kijkt. Jaren van regen en zon, van ban
djirs en botjors en betjek, ook van
droogte, dat het leek of er geen groei
meer mogelijk was. Maar ook jaren van
leven en vruchtbaarheid. Kleine oogst,
maar goede vruchten.
Ik zou wel eens willen weten wie die
26 oogsten van de enige onafhankelij
ke Indische vruchtentuin heeft mee
gemaakt. Wie nog weet hoe moeilijk
Tjalie het in het begin van de ontgin
ning heeft gehad, hoeveel ups and
downs dit blad gekend heeft. Het
ogenblik dat de "baas" wegging en
wanneer en waarom wij van naam ver
anderden. Die trouwe sobats, maar
ook de velen die daarna zijn gekomen
en met hun sympathie en hun persoon
lijke bijdragen dit blad in stand hielden.
Er is geen jaargang geweest zonder
dat het vraagstuk van de Indische iden
titeit ter discussie is gebracht. Geen
jaargang ook waarin met nadruk ver
zocht is: schrijf, vul dit blad met Uw
ervaringen, Uw gedachten. Tong-Tong/
Moesson is het enige blad in Neder
land dat door zijn lezers geschreven
wordt, het is ons motto geweest 26
jaargangen lang. Het blad voor Indo's
en Indische mensen, een blad dat an
ders is dan andere, omdat de mensen
die het lezen en het volschrijven een
ander leven hebben gekend dan de
Nederlander hier. Misschien dat daar
om de jongeren zich (nog) niet lieten
horen. Dat nu, na de laatste oproep
(15 mei '82) de schroomdrempel over
schreden blijkt (laten we het hopen!)
beschouw ik als een wonderlijk ge
beuren.
De kritiek van de briefschrijver A.T.M.
(zie brief hiernaast) zit vol tegenstrij
digheden. Als Tong-Tong een spreek
buis en journaal was voor de Indische
samenleving, waaruit blijkt dan dat
Moesson dat niet meer is? Tjalie's
"schrijverij" zal altijd een gemis blij
ven, zoals wij in onze literatuur alle
overleden grote schrijvers blijven mis
sen, maar wat is er veranderd aan de
bijdragen van onze medewerk(st)ers
en lezers? Zij zijn blijven getuigen en
vertellen. Waar het hart van vol is,
liep de pen van over. Dat zal wel zo
blijven.
Bij het redigeren van Moesson heb ik
altijd die artikelen gekozen, die rubrie
ken gemaakt, die reacties voor jong
EN oud zouden kunnen uitlokken. O.a.
"Weerzien met Indonesië", "de In
dische generatie" hebben vele jongere
lezers aangesproken. Misschien als
achter elke naam de leeftijd had ge
staan (zoals we voortaan zullen doen)
zou A.T.M. wat minder teleurgesteld
zijn I
Er hebben altijd óók jongeren voor dit
blad geschreven. Maar de jongeren
van 26 jaar geleden zijn de opa's van
nu, en als Moesson tijd van leven
heeft, zullen de peuters van nu vaders
bij de 50ste jaargang zijn. Zou er dan
opnieuw iemand komen met het ver
wijt dat er in Moesson geen plaats is
voor jongeren
Als Tjalie nog leefde, zou hij 71 zijn.
Nog dezelfde, overtuigde Indo, maar
zwijgzamer en berustender. Hij is te
lang gedoodverfd geweest als "blanda
hater" net zoals ik met de regelmaat
van een klok bekogeld wordt met "te
pro-Indisch, anti-Nederlands Om je
rot te lachen, een Indisch blad dat
niet pro-Indisch mag zijn. Toch, met
een schouderophalen raak je zo'n in
sinuatie niet kwijt, je piekert toch wel.
Waarom lezen mensen zo slecht, waar
om zijn ze zo gauw met hun kritiek,
terwijl ze zelf vaak "orang beli kartjis
zijn. Toeschouwers, kaartjeskopers, die
zelf geen bijdragen leveren.
Ja, Moesson is een blad voor een be
voorrechte groep mensen uit Indië.
Niet zoals A.T.M. meent elitair of eru
diet, maar mensen uit alle lagen van
de Indische gemeenschap, die wat te
vertellen, te getuigen hadden (hebben)
van hun leven. Misschien dat het goe
de taalgebruik de briefschrijver mis
leid heeft, maar is het niet algemeen
bekend dat we in Indië uitstekend
Nederlands hebben leren spreken en
schrijven
Laten we hopen dat de jongeren die
in Nederland zijn opgegroeid, ook ge
noeg behoorlijk Nederlands hebben
geleerd, ook hun pen of schrijfmachi
ne willen laten spreken. Moesson blijft
op bijdragen hopen. En dat het kan,
bewees het nummer van 15 juni.
Ralph Boekholt is 29 jaar en Indo met
hart en ziel. Hij kan schrijven, hij heeft
moed en doorzettingsvermogen, eigen
schappen die noodzakelijk zijn voor
zijn nieuwe redacteurschap bij Moes
son.
Moesson gaat een nieuwe jaargang in.
Met hoop en vertrouwen. De tekst blijft
dezelfde.
LILIAN DUCELLE
"Ik heb al diverse malen op het
punt gestaan een stuk naar de
Moesson te schrijven. Om de
een of andere reden kwam er
dan weer iets tussen. Nu moet
het er eindelijk eens van komen.
We beschouwden het blad
(Tong-Tong) als een spreekbuis
en journaal voor de Indische sa
menleving. Alleen in de laatste
jaren van de nu geheten Moes
son mis ik bepaalde geluiden,
wat destijds door de schrijverij
van Tjalie wel aanwezig was.
Bijvoorbeeld verhalen en menin
gen die de gewone Indo bezig
hielden. En daar heb je
nou het punt dat mij vaak bezig
hield. Bij elke verschijning van
Moesson hoopte ik berichten te
lezen van jongeren. Maar telkens
werd ik hierin teleurgesteld. De
generatie van 30 tot 45 jaar, daar
hoor ik weinig van. Door de
verhalen van de anderen, veelal
afkomstig uit een bepaald ni
veau: ambtenaren, leerkrachten,
hbs'ers etc., lijkt het alsof Moes
son louter een blad is voor een
bevoorrechte groep Indo's.
A. T. MENSINGH
2