HERKOMST (IV) IN MOESSON 15 MEI 1982 'Bouwmaken' is een werkwoord afge leid van 'bouwmaker' patstrapper, opschepper. Voorzover mij bekend (maar we deden niet aan linguistiek) brachten wij dit woord in verband met 'bouw', 'lichaamsbouw', een etymologie die van hetzelfde allooi zal zijn als 'kattepult' (waar je katten mee kunt pillen). 'Kaki lima' komt toch gewoon van 'vijf voet breed'? Een gemetseld gangpad langs de 'bijgebouwen'. 'Bruin' - merah. Er zijn nu eenmaal ta len die wat minder primaire kleur namen kennen en het houden op 'rood', 'wit', 'geel' en 'zwart'. Zo heeft het Japans maar één woord, 'ao' (in de plaatsnaam Aomori) voor alles wat tussen groen, blauw en zwart in ligt. Wat niet wil zeggen dat het Japans voor de nuances geen woorden zou hebben, integendeel massa's, maar allemaal secundaire woorden, zoals in het Nederlands 'rose' - rooskleurig, of 'paars' - perzikkleurig. Men weet zich te behelpen. 'Beradu layang'. Ik geloof zelfs dat de vertaling hier helemaal ongegrond is. Bij vliegeren kan men elkaar de loef trachten af te steken hetzij door ge woon zijn vlieger zo mooi en zo hoog mogelijk op te laten (Jav. 'panjeran'), hetzij door elkanders glastouw door te slijten door op en neer halen van het touw schuins op het touw van de an der (Jav. 'sangkutan'). Het laatste is niet noodzakelijk bedoeld in de tekst van Bumi Manusia, het eerste kan ook, want ook daarmee zijn de nodige trots en naijver gemoeid. Wat nog betreft 'sinyo' ('ukuran sinyo' herinner ik mij niet), ik herinner mij dat ik mij 'genomen' voelde, toen onze be dienden mij op een goede dag niet meer zo noemden, maar mij "tuan mu- da' betitelden. Ik bedoel maar dat de woordenboeken fout zijn als ze "sinyo' alleen op Indojongens betrekken. F. v.d. BOSCH AUTOPIONIERS Ik kocht "Autopioniers in Insulinde" van F. F. Habnit, met de stille hoop dat de naam van mijn vader er in zou voorkomen, omdat hij zeker tot de pio niers gerekend mag worden. Hij kocht namelijk als eerste van Rogodjampi, waar onze rijstpellerijen stonden, 2 au to's: 1 kleine 2-seater FIAT en een grote 7-seater FIAT met dubbele ban den achter Zover ik me herinneren kan waren de kentekens P12 en P31. Mijn vader was gek op autorijden en als hij me met de vakantie uit Malang 30 (waar ik op de Neutrale School zat) ophaalde met de grote wagen, vertrok ken we om 8 uur uit Malang en even buiten Pasoeroean stopten we langs de spoorbaan en bleven wachten op de sneltrein richting Probolingo Zodra mijn vader de trein in de verte zag aankomen begon hij meteen in te schakelen totdat we samen naast de sneltrein reden en dan was mijn vader nog niet tevreden als hij niet sneller dan de trein ging, en gewoon lijk wonnen wij het ook op de korte afstand, want een eindje vóór Probo lingo was een overweg die altijd een hele poos van tevoren dicht ging en moesten we dus bijtijds afremmen en stoppen. Als de trein na enige minuten eindelijk voorbijgeraasd was stapte mijn vader uit de wagen en begon de overwegwachter een lange veeg uit de pan te geven in het Javaans Mijn vader had in zijn dashboard kastje altijd een geladen colt-revolver, want we hebben wel eens panters en een tijgerfamilie over de weg zien lopen in het bosgedeelte bij het Baloeran- gebergte, boven Badjolmati waar een oom van me een klappertuin had. Op bladzijde 290 onderaan staan de verschillende lettermerken van alle ge westen, maar de letters AE voor auto's van de residentie Madioen ontbreken! Ik weet niet of dit belangrijk is, maar in elk geval vind ik het bewuste boek bijzonder interessant, goed geschreven en met vele, vele foto's etc. JOHN POWNALL Bedankt voor de aanvulling, ook na mens alle lezers van het boek Uitg. MOESSON GIST Tegen mijn toelichting bij de in Moes son van 1 maart j.l. opgenomen teke ning betreffende de gistbereiding in één der kampen in Tjimahi is de heer ing. G. W. E. Schouten in de editie van 15 april d.a.v. in het geweer gekomen met de mededeling dat dit bedrijf niet in het kamp Baros, maar in het grote kamp van het IVde/IXde Bat. werd uit geoefend. Hij heeft daarin gelijk, want inderdaad heeft wat ik in mijn bijschrift bij de tekening meldde zich niet in kamp Baros, maar in het eveneens in Tjimahi gelegen burgerinternerings kamp IVde/JXde Bataljon afgespeeld. Toch is de mededeling van de heer Persoonlijke bijdrage. Schouten dat in dit verband, "ten on rechte het kamp Baros genoemd wordt" niet helemaal juist, want ook in dit kamp heeft de heer Baars, nadat hij daarheen was overgeplaatst, zijn nut tige arbeid voortgezet. In de bamboe kokers die daar waren opgesteld heb ik destijds regelmatig mijn bijdrage ge plengd, maar dan ook dankbaar gepro fiteerd van het eindproduct toen dokter Hartman me daar rijp (of liever rot) genoeg voor achtte. Of heb ik dit alles maar gedroomd, want het is al weer zo lang geleden. Misschien zijn er onder de lezers van Moesson nog oud-Barosgasten die hierover hun verhelderend licht kunnen laten schijnen. P. M. ADRIAANSE DRIDJI Naar aanleiding van een in Moesson dd. 15 juni 1982 aangetroffen vraag: wat betekent dua dridji?" de volgen de toelichting. Ik zou eenvoudig kun nen zeggen, dat "dridji" het gewone Javaanse woord is voor "vinger" of "teen", maar hiermee is de betekenis van de pantoen, waarin het hier wordt gebruikt, nog in duisternis gehuld. On der "pantoen" verstaat men een in het maleis gestelde spreuk van vier regels, waarin de eigenlijke inhoud is vervat in de regels 3 en 4, terwijl de regels 1 en 2 een inleiding vormen en door een bepaalde woordkeuze of klank gelijkenis toespelen op hetgeen de regels 3 en 4 ons hebben te zeggen. De tekst van de in Moesson opge nomen pantoen volgt hier nogmaals met verbetering van een paar spel fouten, die verder niet terzake doen. Ular besar di atas gunung Lima kaki lan dua dridji. Putus benang, bisa disambung Putus tjinta, dibawa mati. Vertaling: Een grote slang boven de berg Vijf benen en twee tenen. Breekt de draad, die kan worden geknoopt. Breekt de liefde, dan brengt dit mee de dood. Toelichting: Regel 1 geeft het beeld van de: lajan- gan, de vlieger, die als een slang heen en weer moet zwaaien om het vlieger touw van een andere vlieger door te snijden met het geprepareerde glas touw. Dit beeld verwijst naar regel 3, waarin wordt gezegd, dat zo iets niet erg is, want men kan de einden van het touw weer aan elkaar binden. In regel 2 is prake van een omkering; door verwisseling van de woorden vijf en twee krijgen wij: twee benen en vijf tenen hetgeen normaal is. Maar het omgekeerde is heel erg, want als de liefdesbanden worden verbroken, is zo iets heel erg en is herstel niet moqe- lijk. (lees verder volgende pagina onderaan)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 30