WEERZIEN MET DE MANGKUNEGARAN
Een fleurig geklede tengere dame meldde zich aan de balie van het Mangkune-
garan Palace Hotel. Hoewel Julie haar niet herkende voelden wij meteen aan,
dat zij het moest zijn, met wie wij een afspraak hadden gemaakt, Mevrouw Sun-
doro Mintuno. Zij had vroeger met Julie op de Lagere School gezeten; van ken
nissen hadden wij enige jaren geleden haar adres gekregen, hetgeen resulteerde
in een gezellige briefwisseling.
Wij zochten een rustig hoekje op in
de lobby; aan de muren prijkten por
tretten van verscheidene generaties
Mangkunegaran prinsen, bijna allen
gestoken in kolonelsuniformen. In één
van haar brieven had Satuti, zoals zij
vroeger op school werd genoemd, ter
loops aangetipt, dat zij verwant is aan
het Mangkunegarangse Huis. Tijdens
het gesprek vroeg ik van wie zij af
stamde; zij wees naar de Vde, haar
grootvader.
De tijdschriften, die zij van ons en
andere vrienden ontving, hielden haar
op de hoogte van de voor Indonesiërs
merkwaardige maatschappelijke ont
wikkelingen in Holland, zoals het sa
mengaan van werkloosheid en onvoor
stelbare welvaart, het kraken van leeg
staande huizen en het samenwonen
van ongetrouwde stelletjes.
"Samenwonen zonder getrouwd te zijn;
dat kan bij ons niet, zoiets wordt niet
geaccepteerdWeet je, dat het
toch wel nuttig geweest is, dat wij het
Nederlands hebben bijgehouden, ik
heb het mijn zoon Momi geleerd, hij
is nu reisleider en begeleidt Neder
landse toeristenKennen jullie de
ze foto van de verjaardag van Santoso,
de tweede zoon van Pangeran Mang-
kunegoro VII. Santoso is helaas al
overleden." Op de oude zorgvuldig
bewaarde foto ontdekten wij Fred en
Truus, een neef en een zuster van
Julie.
Gretig aanvaardden wij Satuti's voor
stel om ons rond te leiden door het
paleis van haar neef. Langs de dienst
vertrekken van het hotel kwamen wij
via een achterdeur bij de pendopo van
het Istana Mangkunegaran, de grootste
pendopo van Indonesië en zeker ook
één van de mooiste met zijn forse
pilaren en slanke palen, die uit de
marmeren vloer rijzend het immense
dak dragen. Dit was dus die open
ontvangstzaal waarover mijn moeder
mij verteld had.
"Prins Mangkunegoro VII bezat twee
suikerfabrieken, Tjolomadu en Tasik-
madu. Paps werkte op Tjolomadu toen
wij in 1920 trouwden, ik was pas 18.
Kort na ons trouwen kregen wij een
uitnodiging voor de receptie ter ge
legenheid van het huwelijk van "de
Mangku" met Ratu Timur, de dochter
van Sultan Hamengku Buwono VII van
Yogya. De ontvangst, opgeluisterd
door muziek en dans, vond plaats in
de grote prachtige pendopo. Een jaar
later kregen Ratu Timur en ik kort na
elkaar het eerste kind, dit schiep een
bijzondere band tussen ons."
De Istana Mangkunegaran bestaat uit
eindeloos lang lijkende galerijen, die
aan de ene zijde begrensd worden
door de tuin, terwijl zich aan de an
dere zijde een reeks ruime kamers
bevindt. Op sommige plaatsen ver
breedt de galerij zich, waardoor een
open zitruimte wordt geschapen.
Op verzoek van Satuti deden wij onze
sandalen uit om blootsvoets de ver
trekken te betreden van de overleden
echtgenote van de huidige Prins Mang
kunegoro; de roodbetegelde badkamer,
het sierlijk gedecoreerde boudoir, de
verstilde donkere slaapkamer. Niets
wordt veranderd aan deze vertrekken,
alles blijft precies zoals het was op
haar sterfdag, bevroren uit piëteit
jegens de overledene.
In de kantoorvleugel maakten wij ken
nis met de echtgenoot van Satuti en
haar twee broers, die verschillende
functies in het paleis bekleden. Van de
oudste broer vernamen wij, dat de
opvolging in het Mangkunegaranse
Huis betrekkelijk democratisch wordt
geregeld. Het is niet vanzelfsprekend,
dat een zoon van de vorst als Pange
ran Mangkunegoro wordt ingehuldigd,
voor deze functie kan ook een neef
worden aangewezen De familieraad be
slist wie de meest geschikte kandidaat
is.
Na de rondleiding nodigde Satuti ons
uit bij haar thuis te komen eten; in
gezelschap van haar broers en zusters
werd het een onvergetelijke avond ten
huize van de Sundoro Mintuno's.
Terug in Holland vroegen wij aan
Truus of zij nog in het bezit was van
de foto, die Satuti ons had laten zien.
En ja hoor, daar kwam de foto tevoor
schijn, puntgaaf, ondanks kamptijd,
zeereis en talloze verhuizingen. Zonder
veel moeite kon zij vrijwel alle kinde
ren op de foto identificeren; na vijf
enveertig jaar.
Nog geheel vervuld van onze reis door
Indonesië bracht ik mijn moeder ver
slag uit over onze belevenissen. Ik
vroeg haar of het niet een overweldi
gende indruk op haar had gemaakt,
toen zij als achttienjarige zo een schit
terende ontvangst mocht bijwonen in
de Istana Mangkunegaran.
(lees verder volgende pagina)
Kinderfeest in 1936 ter gelegenheid van de verjaardag van Santoso, de tweede zoon van
Prins Mangkunegoro VII. De kinderen zaten bijna allen in de zevende klas van de Neutrale
Lagere School te Solo. De heer Berkman, hoofdonderwijzer, en zijn vrouw waren behulp
zaam bij de organisatie van het festijn.
Van links naar recht op de grond zittend en hurkend: Wim Overmars, Jan Overmars, Jan
van Beneden, Piet Kwik, Bertie Chambry, Fred Ameln (half liggend), Tonny Berkman,
Dradjat, Rudie Oscar Mol, Sanjoto, Paul Meeng, Jopie Bertsch, Soenarso, Floor 't
Hooft, Tony Dirksen, Flip Delwel, Robert de Lang.
In het midden staand en zittend op een stoel: Johnny Berkman en Santoso.
Staand van links naar rechts: Heer Berkman, Joyce Aubrey, achter haar Satuti, Nini Leider,
Ella Monfils, achter haar onbekend, weer onbekend, Soejati, Siti, Annie Steuerwald,
Winnie Angenent, Elly Bergentuyn, Siti Noeroel, Hannie van Zuylen, Truus Portier, Els de
Bruin, Hanny Hessels, Hetty van Vuuren, Mevrouw Berkman.
Onze verontschuldigingen voor het weglaten van titels en achternamen van de Javaanse
kinderen, want die weten wij niet meer precies. Wie er voor voelt om een reünie te houden
neme contact op met: Mevrouw G. Duif-Portier, Wezelrade 197, 2544 XB Den Haag,
tel. 070-66 15 91.
26