J. G.YSSEL DE SCHEPPER I
1 ALLE VERZEKERINGEN
EMPÈR
Naar aanleiding van uw stukjes over
Kaki-Lima in de Moesson, wilde ik U
het volgende zeggen. Tot 1940 woon
den we in Medan. Onze bedienden,
waaronder een Batakse jongen, noem
den de galerij vanaf de eetkamer tot
aan de keuken enz. de kakilima, één
kant open naar de tuin en verder langs
de kamertjes overdekt. In Bandoeng
noemen ze dat de empèr.
D. THÖRIG-WIJK
AAN RICK VAN ZIJP
Jij hebt zo'n mooi gedicht geschreven
in "Moesson" van 15 augustus 1982.
Zo echt en - zoals het is. Dank je wel!
Ik heb het aan verschillende mensen
- die uit N.O. Indië komen - voorge
lezen en zelfs opgestuurd naar be
langrijke personen die zich nog steeds
voor de "rechten" van de N.O. Indië
oorlogsgroep inzetten, want ik vond:
dit is echt en iedereen moet dit weten.
Ik wist niets van het bestaan van toen
"Tong-Tong" en nu "Moesson". Door
omstandigheden heeft het me niet eer
der kunnen bereiken. Wij zijn Tjalie
Robinson en de huidige redactie dank
baar dat wij dit stukje Indië in Neder
land nog hebben en je gelooft me wel
als ik vertel hoe ik steeds weer naar
het volgende nummer van "Moesson"
uitkijk I Want wat kom ik er niet alle
maal in tegen I Bekenden en bekende
namen van toen.
flllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIlllllllllllllllllllllllllllllllllIII|
Alg. Assurantiebedrijf "Argo"
I Kantoor en woonhuis Corn, de Witt-
0 laan 83, Den Haag, Tel. 070 - 55 71 72
ïüiiiiiiiiiiiiiiiiiminimiminimumiiiiiiiiiih
Nu Rick van Zijp, ik houd van je, van
Indische Nederlanders - die toen en
altijd zoveel voor mij hebben betekend
en zullen betekenen - meer dan van
hen die nooit in Indië zijn geweest,
het niet kennen en het niet (willen)
begrijpen.
Blijf schrijven Opdat ons verleden
nimmer verloren zal gaan.
THEA G. LEMMENS-FINGER.
Oorlogsweduwe van Balikpapan
De gevreesde "Jacqueline-bocht" tussen Sentani en Hollandia-binnen.
CONTACT
"Uw adres kreeg ik van een lotgenoot
vanmiddag bij de 15 augustus herden
king, waarbij ik attent werd gemaakt
op diverse kringen door de kransleg-
gingen en toespraak van ir. Vrijburg.
Daar ik niet tot de deelnemers hoorde
die van verre kwamen, kon ik niet
deelnemen aan de lunch en zodoende
niet met lotgenoten in contact komen,
want er moet toch een band zijn. Ik
zie namelijk niemand van vroeger te
rug, terwijl er zo velen zijn en ik plen
ty kennissen had. Nu geen één om
van gedachten te wisselen over Indië,
waar ik als klein kind van drie al heen
ging.. Zo, heb ik geen vaderland; ik
vind dat je vaderland is, waar je hart
naar uitgaat en ik ben Nederland ont
vreemd geraakt. Ze snappen niets van
vroeger en praten over uitbuiten. Met
een verkeerd standpunt van Neder
landse zijde kom je tot geen enkel
begrip helaas en het contact is er
logisch dan ook helemaal niet, vooral
hier in Oost-Nederland. Zou het be-
invloeding zijn Wij hadden het altijd
heel prettig en gezellig en rustig, ook
waar ik gewerkt heb."
A. BORGMAN
HERKOMST
In Moesson van 15 juli 1982, blz. 30
bespreekt F. van den Bosch o.a. het
woord "bouwmaker". Het is niet dui
delijk of hij zich bewust was van het
Nederlandse woord "geurmaker"
ophakker, opschepper, patstrapper,
gezegd van iemand, die in zijn verha
len zichzelf, met opzet, op de voor
grond schuift, om iets bijzonders - in
enig opzicht: als "held" - te zijn boven
anderen, dikwijls ten onrechte.
Nu is in het Maleis "bau" (baoe) geur,
en bau busuk is stank. Een gewone
reactie in het Nederlands is: "Het
stinkt hier weer lekker, jongens I"
C. A. VAN DEN BOSCH
JACQUELINE
Toen ik op bladzijde 31 van het augus
tusnummer van Moesson het verhaal
over "de verpleegster" las, moest ik
onwillekeurig denken aan zo'n zelfde
verhaal uit Hollandia (Nw. Guinea).
Tussen Sentani en Hollandia-binnen
(Kotta Baroe) - niet ver van Sentani,
moest men de beruchte Jacqueline-
bocht (zie foto) passeren.
Onder de grote bomen rechts stond
ze dan, Jacqueline. Alleen bracht zij
dood en verderf over de argeloze
chauffeur die zo stom was haar een
lift te geven.
Wee de chauffeur die voor haar stop
te. De één was volslagen gek gewor
den, vertelde men, terwijl een ander
langzaam wegkwijnde en later een gru
welijke dood stierf.
Maar onze Jacqueline was geheel in
het zwart gekleed en ook bij haar was
het gezicht onherkenbaar. Maar toch
was ze te herkennen aan haar bokke-
poten, want die kon ze niet verbergen.
Ook al wist je dat je al deze verhalen
met de nodige korrels zout moest ne
men, toch was je blij wanneer je -
vooral 's avonds als een volle maan
de schaduwen van deze twee bomen
over de bocht liet vallen - deze on-
heilsplek was gepasseerd.
Later hoorde ik dat ook Biak zijn eigen
Jacqueline-verhaal heeft, maar dat
Jacquelientje ook in Lowokwaru is ver
schenen - zij het in het wit, waarbij ze,
te oordelen naar de zwevende gang,
haar bokkepoten blijkbaar thuis heeft
gelaten - had ik niet verwacht.
P. A. ARENDS
P.S. Denk niet dat de motorrijder op
de "verkeerde" weghelft zit. We had
den daar nog links verkeer.
10