Individueel reizen naar Indonesië? Hotelgids Indonesië alle hotels met hun prijzen en faciliteiten. Reisgids Indonesië logeeradressen, tarieven binnenlands ver voer en andere informatie. Evenementengids alle evenementen in 1982 per maand aan gegeven. U kunt deze gidsen uitsluitend bestellen d.m.v. overmaking van 39,75, waarna U ze automatisch thuis gestuurd krijgt. Per bank: op rekeningnr. 41.46.18.130, t.n.v. S.V.I. Den Haag. Per giro: op postrekeningnr. 3054 t.n.v. Amro-bank, Bezuidenhoutse- weg 16, Den Haag met vermelding van bankrekeningnr. 41.46.18.130. man onder de tafel en begaf zich naar de deur. Terwijl hij die opende, kwam de oppas binnen. "Roep direct de controleur", zei hij tot deze. "Zeg hem dadelijk naar kantoor te komen I Het is een ernstige zaak! Het gebrul en geloei van de menigte zwol aan, toen Aardeman verscheen. Hij stak sussend beide handen om hoog en bekeek de troep - kennelijk allemaal mensen van de onderneming, gekleed in zwarte katoenen broeken en werkjasjes. Boze ogen in razende gezichten, verontwaardigde blikken en kreten werden tegen Aardeman gelan ceerd. Met enige welgekozen woorden maande hij de menigte tot kalmte. "Ik zal de zaak direct onderzoeken", beloofde hij. Het gejoel verstomde tot een gemom pel van onwil en wrevel, maar de mannen bleven staan, vlak voor het kantoor. Aardeman ging weer zijn kantoor bin nen. De klok op de muur wees half negen aan. "Hoe heet je?" vroeg Aardeman aan de Javaan, die nog altijd weggedoken onder de tafel zat en met de rug van zijn hand zijn neus afveegde. "Amat, toean", antwoordde deze en vervolgde: "Ik ben weggelopen van Goenoeng Agoeng, want ze willen me doodslaan". Zo, dus daarom had hij hier zijn heil gezocht bij het bestuur. Tot Aarde- mans grote opluchting kwam Van Roon juist de tuin binnenlopen. Hij sprak met enkele mensen uit de groep, die hevig gebarend de situatie schenen uit te leggen. Even later stapte Van Roon het kan toor binnen en vroeg bars: "Waar is de onverlaat?" Daaruit kon Aardeman opmaken, dat het hier niet ging om een onschuldige. Hij wees naar de tafel, waaronder Amat zich verschool. "Hij heeft een moord gepleegd op de assistent D. en de mensen willen hem daarom afslachten. We zullen hem meenemen naar Goenoeng Agoeng, naar de plaats van de misdaad". Van Roon richtte zich nu tot de Javaan onder de tafel en baste: "Hé daar, kom eens onder de tafel vandaan!" De man voldeed schuifelend/schoor voetend aan dit bevel. Tot Aardeman zei hij: "Ik heb de djaksa al gewaarschuwd. We gaan dadelijk op weg. Doortastend als altijd had Van Roon de auto laten voorrijden en na enkele minuten verscheen ook de djaksa. Van Roon stapte met Aardeman achterin, terwijl de djaksa met de geboeide moordenaar naast de chauffeur voorin plaats namen. De rit naar de onder neming, 10 km de berghellingen op, duurde niet lang. Aardeman, zwijgend achterin gezeten, overdacht hoe het geluksgevoel over al het mooie om hem heen, in een oogwenk verstoord was. Weldra reden zij de koffietuinen in Zij werden opgewacht door de administra teur, die hen naar de plek van de mis daad begeleidde, ver de koffietuinen in. Zij liepen langs lanen met bloeien de struiken, getooid met hun sneeuw witte bloesems, die een heerlijke geur verspreidden. Zij passeerden angstig kijkende, hurkende mannen en vrou wen. Nu werd Amat gelast te vertellen, wat er gebeurd was. Hij bracht hen een 20 meter verder de aanplant in. Aardeman, die achter Van Roon, de djaksa en de moordenaar liep, keek over hun schouders en verstijfde van afgrijzen. Daar lag het slachtoffer, morsdood onder de koffiestruiken. Het was een gruwelijke aanblik. Overal bloed. Be smeurde kleren. De vermoorde was letterlijk opengesneden, geslacht. Wat Aardeman niet direct herkende waren - bloederige groen-paarse strengen van darmen, die netjes - over de kof fiestruiken waren gedrapeerd. Wat on middellijk daarna opviel was het ge zicht van de gedode employé, rood, alsof er verf op gesmeerd was. Hij lag met flets blauwe open ogen in het rode gezicht naar boven te staren. Van Roon greep de onverlaat onzacht bij zijn baadje en schudde hem woe dend heen en weer en vroeg met brul lende stem: "Heb jij dat gedaan? Ver tel op, man I" Er viel geen ontkennen aan. "Ng'géh N'Dórö (ja, toean), ja, beken de de Javaan, danig door elkaar ge schud door de onzachte handen van de controleur. "Waarom heb je dat gedaan?" brieste die. "Ik hem gestoken, omdat die man mij wilde vermoorden I" Opnieuw vroeg Van Roon hem: "Dus jij hebt die man gestoken? Wie weet, dat je uit zelfverdediging handelde?" Er kwam geen antwoord. Tijdens de rit had Amat al een bekentenis afge legd, maar ditmaal was het ernst. Men behoefde geen moeite meer te doen om bewijsstukken te vinden. Het stuk van overtuiging lag vlakbij onder de koffiebonnen. Enkele meters verderop liep een ondiepe sloot. De djaksa kwam met een voorwerp aanlopen: het was de bril van de ver moorde, die hij vlakbij de sloot had gevonden. Het was bekend, dat het slachtoffer een bril droeg vanwege zijn slechte ogen. Aardeman kon nu con stateren, dat de bril uit dikke con vexe lenzen bestond. Controleur Van Roon liet het lijk op een brancard naar het hospitaal bren gen. Het zou nog diezelfde dag, nadat de ondernemingsarts een visum et repertum had opgemaakt, begraven worden op het eenvoudige kerkhof van Pagar Alam. Aardeman was blij terug te kunnen keren, maar hij zou de gru welijke beelden niet licht vergeten. Het drama werd nog triester door een omstandigheid, waaraan Aardeman on middellijk had gedacht. D. stond na melijk op het punt te trouwen. Hij had twee weken geleden aangetekend op het kantoor in Pagar Alam. Enige maanden geleden had hij zijn bruid laten overkomen uit Holland, een blon de Hollandse. Na haar aankomst was zij bij hem ingetrokken. Het huwelijk zou over een dag of veertien worden voltrokken door de controleur, tevens ambtenaar van de burgerlijke stand. Een bijkomende, nog tragischer om standigheid was, dat de vrouw later vertelde inmiddels zwanger te zijn ge worden. Een rampzalige toestand I Schande, praatjes, onbegrip en intole rantie zou de vrouw gedurende haar hele leven ondervinden I De wet kent geen voorziening voor deze droevige, uitzonderlijke situatie, terwijl toch de intentie het huwelijk te sluiten duidelijk was. De facto was zij mevrouw D., de jure niet. Diezelfde dag werd de moordenaar veilig opgesloten in het cachot, dat achter het controleurshuis lag. Wijlen D. werd gedurende een sobere plech tigheid, geleid door controleur Van Roon, begraven op het veldje achter het administrateurshuis. De mannelijke Europeanen van Pagar Alam begeleid den hem naar deze laatste rustplaats. Een mensenleven is broos en het ein de is immer het graf. Aardeman tracht te zichzelf te troosten met de gedach te, dat een mens niet alleen bestaat uit vlees en bloed. Waar was de geest, de ziel die dit verminkte lichaam had verlaten? Waar zweefde deze tussen hemel en aarde? Zonsopgang - zons ondergang - waar bleef de zon als (lees verder pagina 19) 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 7