Paff, dat trok en bij de knoopjes pi kante openingetjes maakte. "Al wat gevonden?" piepte ze, van de zenuwen was ze haar stem kwijtgeraakt en ik moest denken aan die onsterfelijke zin van Nabokov: "On my way from Paris I got separated from my suitcase and voice". Voor we de bus instapten vroeg ik de chauffeur nog even te checken of de koffer niet in de bagageruimte was achtergebleven. Al drie maal gedaan, zei hij gemelijk, maar opende toch zuchtend het luik, enin een zwart hoekje van de zwarte kolong lag dof en zwart de koffer van Antonia Rook. Die in tranen uitbarstte en eerst haar "vodden", toen mij in haar machtige armen knelde. Jakarta. Nu pas traden de schimmen uit het verleden echt te voorschijn, vanachter bomen en gebouwen, uit vergeten stra ten en om de groen uitgeslagen hoe ken van woningen. Het Molenvliet en het Tjikinizwembad, het Antjolkanaal waar ik die roeiwedstrijd zo schande lijk verknolde omdat ik de nacht tevo ren in de Chat Noir had doorgebracht. Des Indes en de Harmonie, herden kingsterrein van de eerste schuchtere contacten met de latere levenspartner. Daar, mijn - ons - oude huis I De straat vervallen, het huis keurig onder houden, door mij geplante struiken en bomen groot gegroeid. Dat huis daar. Van Hans en Mieke. Hij weigerde een Japanse schildwacht te groeten (wist je veel in 't begin), kreeg een klap en gaf er één terug. Hij werd onthoofd. Velen van ons reden rond met een brok in de keel. Oud-Jakarta. We werden teruggevoerd in de geschiedenis, niet alleen die van voor 1940, maar tot in het Jacatra van Coen, het Batavia van Zwaardecroon, wiens graf gedekt door een prachtige zerk, daar nog ligt voor de Portugese Buitenkerk. Binnen in het godshuis waant men zich in een oud-Hollandse dorpskerk met die donker-eiken ban ken, de oude preekstoel, de originele Hollandse koperen kronen. Alleen staat nu boven het preekgestoelte: Jezus Kristus hidup I Wie het gigantische Jakarta nu ziet, kan zich niet voorstellen dat dit eer tijds niet veel meer was dan een enorm moeras, terwijl zij, die eens de meesters van Java zouden zijn, afkom stig waren uit een ander moeras, dat van Y en Amstel. De Compagnie van Verre wilde niets zijn dan een handels onderneming, maar bij elk pakhuis was personeel nodig, handwerkers, sme den, soldaten en - vrouwen. Op 31 Mei 1619 werd de nederzetting Batavia genoemd (als herinnering aan het land der Batavieren?) en Vondel wijdde er een gedicht aan: "Ons nieuw Batavia voor 't oude zaeit en maeit." Aan het oude kasteel, door Coen ge bouwd, herinnert niets meer. Maar het stadhuis (daterend uit 1707) ligt op dezelfde plaats als dat van Coen. We zagen ze flaneren, die dames en heren in karmozijn en fluweel over hetzelfde stadhuisplein waarover wij nu liepen, of nieuwsgierig naar de executies kij ken (er zijn er hier 283 gehouden), ter wijl hun slaaf zorgzaam een parasol boven hun gepoeierde pruiken hield. Het oude stadhuis is nu ingericht als museum en bergt een prachtige col lectie compagniesmeubelen. Hier vlakbij lag ook de Bataviasche school, een zeer merkwaardige instel ling, want het was behalve dagschool ook kostschool en weeshuis (gemengd voor jongens en meisjes, voor Europe se en Inheemse kinderen I), maar ook een verblijf voor vrouwen en Compag niesslavinnen, een soort depot van "dames-aspiranten voor de populering van het veroverde land", zoals we in oude kronieken lezen. Niet iedereen in de groep had histo rische belangstelling, maar die ande ren kwamen met Pasar Ikan, de vogel markt, de haven met de schitterende Boeginese prauwen, ruimschoots aan hun trekken. En het was merkwaardig dat toch iedereen tot tranen toe be wogen was bij het zien van de oud- Hollandse ophaalbrug (Jumbatan Blan da). Vaak is het zo, dat de mensen die het hardst op hun land kankeren, het meest aangedaan zijn als ze de Ne derlandse vlag of architectonische overblijfselen van typische Nederland se signatuur in het buitenland aantref fen. Een schuldgevoel? Een diep weg gestopte trots? Een zichzelf ontzegde verknochtheid Het viel me op dat meneer Oud niet van mevrouw Kleppers zijde week ("Die kan toch zo gezellig babbelen", fluisterde hij stralend). Van der Hoop bekommerde zich plichtmatig om zijn vrouw, het incident in Padang scheen zijn uitwerking te hebben. Juffrouw Paff maakte (nu de kansen op van der Hoop verkeken leken) speelse avan ces naar Kwink, maar die - meende ik op te merken - bloosde als Liesje in zijn buurt was. Deze echter scheen slechts oog te hebben voor Boetje Moso, die het hele gezelschap ver maakte (of ergerde) met zijn explosies, herinneringen, explicaties. In mijn groepje leek te gebeuren wat Heine zo treffend bezongen heeft Der Jüngling liebt ein Madchen, die hat einen andern erwahlt; Der andre liebt eine andre und hat sich mit dieser vermahlt. Es ist eine alte Geschichte, doch bleibt sie immer neu; Und wem sie just passieret, dem bricht das Herz enzwei. 's Middags glipte ik nog even het grote Gedung-Gadja museum op het Merde- kaplein binnen. Naast de grote stenen sculpturen, is hier een uitgelezen col lectie Hindu-Javaanse bronsjes te be wonderen en daar ging ik voor. Ze werden op Java en Sumatra gevonden, zijn steeds a cire perdue gegoten (d.w.z. in was gemodelleerd om een kern van klei. Weer bedekt met klei, na opdroging hiervan gebakken, waar door de was smolt en een holte ont stond, die opgevuld werd met brons, waarna de kleimantel werd stukgesla gen. Hierdoor zijn er geen twee gelijk). Het waren cultusvoorwerpen, vaak van een exquise schoonheid, ze werden opgesteld in grote systemen, manda la's (een mandala is een kosmisch diagram, bestaande uit cirkels, drie- en veelhoeken, ik kom er later bij de Borobudur op terug) en deden dienst bij meditatie-oefeningen. Welk een lief de, toewijding en eerbied stralen ze uit. De beschouwer voelt zich opge heven, op een hoger geestelijk niveau getild. Aldus gesterkt begaf ik mij naar het ziekenhuis. Daar lag ze, bleek en verongelijkt aan haar machines gekluisterd, mevrouw Offer. "Ze verstaan me geeneens", zei ze, "ik heb ze maar met moeite duidelijk kenne make dat ze met derlui poten van m'n haar af moesten blijven. Laat u me nou helemaal alleen ach ter?" Helaas moest dat. En ik had nog een onaangename taak: het ziekenhuis moest van te voren betaald worden, als ze niet voldoende geld bij zich had, moest het vanuit Holland telegrafisch worden overgemaakt. Ze gaf mij haar tas, ik moest maar tellen, portemon nee, cheques, alles zat erin. Het bleek onvoldoende, ze gaf me het adres van haar bank, maar de overmaking zou te lang duren, het ziekenhuis wilde nü geld zien. Terug in het hotel belde ik de touroperator. Of ik maar naar zijn kantoor kwam, hij zou het bedrag voor schieten, maar ik had allerlei papieren te tekenen. Daarna naar onze am bassade om te vragen of ze zich iets van mevrouw Offer wilden aantrekken, ze sprak immers noch Engels, noch Indonesisch. Onze gids die wat Ne derlands sprak, kon ik 's avonds laat nog bereiken. Wilde hij alsjeblieft zo af en toe naar haar kijken? hij zou vast een dikke fooi van haar krijgen. Door gedraaid en uitgeknepen zocht ik mijn bed op. Wat een reis Morgenochtend vroeg op. Vertrek naar Bandoeng. (wordt vervolgd) RECTIFICATIES I. In het onderschrift bij de onderste foto op pag. 2 (Moesson no. 3, Her denking Indische oorlogsslachtoffers) moet staan: delegatie van de Ontspan ningsvereniging Ons Belang in Twente. II. In het artikel "Bezoek aan Amahei" door C. W. E. Crone in Moesson no. 3, pagina 8-9, is een storende fout ge slopen. In de derde kolom onderaan pag. 8 is sprake van de Koala land tong, dit moet zijn: Kuako landtong. De serie Palmen en Pasirahs door Vic toria Kaulbach en Dr. Jan van Waar denburg die wegens plaatsgebrek in dit nummer niet geplaatst kan worden zal in het nufnmer van 1 oktober wor den voortgezet. 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 13