O Mijn vader9» bril sW' KIMM Indische spekkoek 0rckideeën- kwekerij 19 Mijn vader was verziend, dus hij zag heel goed in de verte, maar om te lezen moest hij een bril op. Soms als hij een papier of een boek inkeek, ging de bril op en af en hield hij het boek op verschillende afstanden van zijn gezicht om de juiste "focus" te vinden. Nu was mijn vader een man die, zonder het te weten misschien, voortdurend heen en weer liep. Zelfs lezend. Als hij dan soms toevallig de juiste focus had gevonden zónder bril, legde hij die ter plaatse neer met als gevolg dat hij er zich een tijdje later rot naar zocht. Tientallen malen heeft hij tegen me ge zegd "Pip, help even zoeken naar mijn bril". We vonden hem altijd terug, vaak op de gekste plaatsen. Heel vaak in de keuken. Soms bovenop de koelkast. Een keer in het vriesvak van de koelkast. Af en toe zelfs op mijn kamer, in de tuin, in het gras, noem maar op. Eén keer hadden we het zoeken werkelijk opgegeven, we hadden elk hoekje en kastje doorzocht, de bril was gewoon nergens. Hij besloot toen maar om zonder bril verder te werken terwijl ik nog eens alles naliep. Opeens hoorde ik zijn stem: "ACH I De bril was terecht. Hij lag boven op zijn schrijfmachine, en doordat de bril zwart was en de schrijf machine ook, hadden we er steeds overheen gekeken. Op een gegeven moment had ik een jonge hond, die, zoals elke jonge hond, de gewoonte had om alles wat los en vast zat te proeven en liefst kapot te knagen. En ja hoor, op een dag hoorde ik weer het gewoonlijke "waar is mijn bril nou weer?" en ik vreesde al het ergste. Ik deed eerst of ik gek was en zocht op de gewone plekjes, langzaam naar de tuin toelopend. Toen ik naar buiten keek zag ik iets afschuwelijks. Daar lag mijn lieve hondje, ze zag mij en keek vrolijk kwispelend even op en ging toen heel gedecideerd en met smaak verder knagen op iets wat leek op een bril. In paniek rende ik naar haar toe en ja hoor, het was zo. Overal stonden de tandjes er in, een armpje was half af geknaagd en het andere stond in een vreemde bocht naar boven gedraaid. Bleek en met gebogen hoofd liep ik terug naar binnen, excuses stamelend en half huilend, want dit was natuurlijk niet niks I "Die verdraaide rot hond van jou ook I Je moet haar leren wat wel en niet mag I Zo'n dure bril Dat beest moet de deur uit I" (Het beest ging natuur lijk niet de deur uit, maar goed). Ik stelde voor dat hij mijn zakgeld moest inhouden totdat hij het bedrag had om een nieuwe bril te kopen, dat leek mij de beste oplossing en een voldoende straf voor mij. Maar hij wist een veel be tere. Hij zei, nadat hij een beetje gekalmeerd was en de hond een paar behoorlijke meppen had gegeven "Ik zal die bril, afgeknaagd en wel, tot het einde van dagen blijven dragen. De glazen zijn niet gebroken". "Ja maar Pap, hij is helemaal uit z'n model, bijna door midden, wat zullen de mensen wel niet zeggen?" Toen zei hij: "Als iemand er wat van zegt, mogen ze best weten hoe die bril zo verminkt werd". Dat was de ergste straf die ik me kon bedenken, ik vond het verschrikkelijk ledereen zou weten wat voor een slecht meisje ik was, die haar hond zomaar haar vaders bril kapot liet knagen, zo'n onmisbaar iets I En inderdaad, hij heeft die bril nog jaren en jaren nadien gedragen. Hij heeft zelfs een keer nieuwe glazen er in laten zetten (de opticien keek wel een beetje verwonderd naar het montuur maar zei niets). Vreemd genoeg heeft nooit iemand gevraagd hoe hij aan zo'n mismaakte bril kwam en nooit heeft iemand gehoord dat het mijn hondje was en mijn nalatigheid om die hond goed op te voeden. Maar ik? Elke keer als ik die bril weer zocht en ik vond hem, bekeek ik de tandjes die er nog in stonden, het af geknaagde armpje, en dacht ik aan het hondje dat nu al lang dood is, waar ik zo veel van hield en die zo veel kwaad had gedaan. Ik kan er nog om lachen. Vivian P.S. Mijn vader was Tjalie Robinson. wen op een begraafplaats zonder de graven te hebben verwijderd. Maar dat krijgt men pas aan het slot van de film te weten. Dat geeft onvoorstelbare trammelant natuurlijk. Intussen gebeuren er de meest af schuwelijke dingen in dat huis en met de bewoners. Niet alleen schuiven meubels door de kamer, de geesten manifesteren zich door de ergste ge welddaden met als climax het ontvoe ren (door het beeldscherm van de TV) van een meisje. De hele zaak gaat aan puin, de ouders van de kinderen zijn kapot van angst en verdriet. Een "zui veraarster" haalt op spectaculaire wij ze het kind terug. Maar dan is de zaak nog niet afgelopen. Weineen, dan breekt de hel pas goed los I De pol- tergeisten (het blijkt een leger te zijn) manifesteren zich als gekken door het huis, en op het erf breken alle dood kisten open, geraamten borrelen uit het in aanbouw zijnde zwembad, enfin, het grote griezelfeest begint dan pas goed Het meisje dat naast me zat sloeg de handen voor het gezicht, overal om me heen werd gegild, gekreund. En dat terwijl mijn vriendin en ik dubbel lagen van de lach. Ineens ging het hele huis de lucht in, de gekwelde familie ging eindelijk ver huizen, de project-ontwikkelaar kromp in elkaar van ellende, maar overleefde het drama, zoals alle projectontwikke laars alle drama's altijd overleven, wegrijdend in een Alfa Romeo naar de Bank om te checken of hun rekening wel is bijgeschreven. "Poltergeist" heet een sensationele spookfilm te zijn; bij de Westerling moet alles zicht-, tast- of eetbaar zijn. Spoken moeten daarom ook een laken om hebben. Het ongeziene, het aan- wezige-zonder-aanwezigheid met al leen af en toe, heel onverwacht een signaal, een verschrikkelijk gebeuren, dat is iets wat alleen in het Oosten voorkomt. Toch wel uitzonderingen. Langzaam maar zeker komen de stappen uit de Andere Wereld naderbij. Er zijn ook wel goede films over geweest. Maar Poltergeist, beware me, neen L.D. Stort 19,op giro 158225 en U ontvangt een spekkoek van ca. 500 gram, in speciale ver pakking, franco thuis. "KIMM", Joh. Verhulststraat 98 Amsterdam-Z. Tel. 020-72 84 61 Wij bieden U aan bloemen en planten o.a. ANGREKBOELAN, CAMBRIA'S, CIMBIDIUM enz. Adres Mevr. STOEL-DE WIT Dijkhoornseweg 149 2635 EN DEN HOORN Telefoon 015-1343 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 19