<5£> Xx\ I ORIENT TRAVEL B.V. Wegens sluiting van de zaak bij kontante betaling op alle artikelen. juwelier ^an Zolang de voorraad strekt. 20°/o korting Diamantair Fahrenheitstraat 608 - Den Haag De specialist op het Verre Oosten biedt aan Speciaal tarief JAKARTAf 1.790-1II Geen risico: U betaalt de reiskosten pas bij ontvangst van uw tickets, (slechts 10% deposito bij boeking) Rokin 52 - AMSTERDAM - Tel. 020 - 24 25 38 Laan van Meerdervoort 291 - DEN HAAG Tel. 070-63 83 67 Singel 486 - 1017 AW AMSTERDAM Tel. 020-23 74 84 Groeneweg 1 - 1381 CM WEESP Tel. 02940 - 1 48 88 1 79 58 Zij bestonden vooreerst uit de vaste bezetting van de Lodji, de benteng, die later Sterkenburg zou heten, doch die kon natuurlijk niet helemaal ingezet worden. Een kleine bezetting moest van zelfsprekend achterblijven. Deze troe pen waren de laatste weken nu en dan aangevuld door kleine groepen Britten, die meestal 's nachts marcheerden en voorgaven naar Djokja te komen, om dat daar meer te eten was. Dan bracht Raffles uit Semarang een aantal sol daten mee, terwijl zelfs tijdens de strijd nog een Britse versterking kwam op dagen, die echter onderweg was lastig gevallen. Deze koloniale macht be stond deels uit volbloed-Engelsen, deels uit Sepoys of Sipajers, Brits In diërs met lange baarden. Bovendien waren er nog Javaanse hulptroepen, vooreerst die uit het legioen van prins Mangkoe-Negara, Prang Wedana, die vanuit Soerakarta ontboden waren. Verder waren er nog de manschappen van pangéran Nata- Koesoema. Over de eerste troep wordt weinig goeds verteld. Tijdens hun mars naar Djokja waren reeds velen ge deserteerd. Wat de troepen van de Sultan betreft, deze worden als 8380 opgegeven waar van echter maar een 1080 echte pra- djoerits waren, die ten minste ten dele met geweren bewapend waren. De overigen waren desalieden, die wel niet veel meer dan hun kris en een speer tot hun beschikking hadden. Minstens even belangrijk als de leven de strijdkrachten waren de dode, de omwalling van de Kraton. De Kraton was omgeven door een hoge, vierkante muur, die op de vier hoeken voorzien was van bastions of bolwerken, die véél te klein waren en te ver uit elkaar lagen. De walmuur, die hen verbond, de z.g. courtine, was véél te lang, zodat men deze met het vuur vanuit de bolwerken niet geheel kon bestrijken. Aldus was deze imi tatie van de Hollandse vestingbouw vrijwel een mislukking. Om de muur was ook een vermoedelijk droge gracht, die echter evenmin veel be tekende. Bezwaarlijk lijkt mij ook, dat zowel de noorder als de zuider siting- gil een gemakkelijke toegang tot het inwendige boden met hun uitnodigende trappen. Op de muren waren een hon derdtal stukken geschut geplaatst, waarvan een aantal nog in de laatste weken te Semarang waren aange kocht. Er was echter geen overvloed van ammunitie. Ter beklimming der kratonmuren had den de Engelsen een aantal ladders laten vervaardigen, terwijl generaal Gillespie zich omtrent de situatie bin nen de Kedaton door pangéran Nata- Koesoema had laten inlichten. Op grond daar van was een schetskaartje gemaakt, opdat men zou weten, waar de Sultan zich ophield. Bovendien hadden de Britten nog een toren- vormig staketsel laten vervaardigen, van welks top men over de muren in de Kraton kon kijken. Nadat de Sultan bevolen had, zijn ge schut gereed te maken, kon de oorlog beginnen en wel met een artillerie duel. Dit duurde tot des avonds 6 uur. Gebouwen en waringinbomen werden geraakt. Vele Javanen kwamen om door instortende huizen of vallende boomtakken. De volgende morgen, de 19e juni, werd het schieten voortgezet tot 's middags 12 uur, etenstijd. Na de middagdut werd te 4 uur het schieten hervat en zo ging het de ganse nacht door. Pas op zaterdag de 20e juni begon de echte aanval op de belegerde Kraton en wel in vier kolonnes. De zuidelijk ste zou de sterkste zijn geweest. Niet tegenstaande de tamelijk uitvoerige Javaanse berichten, krijgt men toch geen duidelijk overzicht van de strijd. De berichtgever, uit de kring van pan géran Nata-Koesoema, kende de Kra ton wel, doch heeft persoonlijk niet aan de strijd deel genomen. Wel is duidelijk, dat de Javaanse hulp troepen der Britten, met name die van de Mangkoe-Negara, niet zo veel suc ces konden boeken- Pangéran Perang Wedana zou zelfs op het punt hebben gestaan om te vluchten, toen hij door een Engels officier, slechts als "Ma joor" aangeduid, geholpen werd. Op het zuidoostelijk bolwerk voerde radèn Sumadiningrat het bevel, doch hij werd ingesloten, deed een woeden de uitval, en sneuvelde. Hiermede was de "boze geest" van de Sultan van het toneel verdwenen. Aan de zuidzijde hadden de Sultanstroepen, pradjoerits te kampen met de Sipajers, die het ten slotte wonnen. Ook op de noordelijke sitinggil verging het de Sultanstroepen slecht. Allen vluchtten naar het centrum. De paarden, die voor de Sultan en de zijnen, gereed werden gehouden, raakten los. Vergeefs pro beerden de Poetra's, prinsen, de wij kenden tot stilstand te brengen. Het einde scheen nabij. (slot volgt) 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 8