BIJ DE VOORPLAAT
DE VERVAARLIJKE RAPANDAJAN
Tempo doeloe bij de bank (VI)
Het liefelijke landschap op de foto op
de voorplaat is genomen in de Prean-
ger, "de groene tuin van Java", in de
buurt van Garut, met op de achter
grond de Papandajan. Net als vroeger,
is de streek rondom Garut ook nu nog
altijd zeer in trek bij degenen, die hier
een vakantie willen doorbrengen.
Logerend in het prachtig tussen de
bergen gelegen kotatje Garut met zijn
heerlijke klimaat is er volop gelegen
heid tot het maken van tochtjes: het
meer van Bagendit, Leles, de bronnen
bij Tjipanas, de Tjikorai en natuurlijk
ook, als vast programmapunt een be
zoek aan de Papandajan ten Zuidwes
ten van Garut. Voor de meer onder-
nemenden hoort bij een bergtocht naar
naar de Papandajan de afdaling in de
kraters. Het bijzondere van de Pa
pandajan (2622 m. hoog) is, dat deze
Als regel hadden dergelijke kantoren
een afvloeiende contante kas. Het
bankpapier vond zijn weg naar het
binnenland voor de opkoop van pro
ducten, en verspreidde zich verder op
kleinere schaal. De uitgevende bank
zag daar meestal heel weinig van terug.
De contante kas moest dus periodiek
aangevuld worden, hetgeen geschied
de door het zenden van keurig inge
pakte, met van grote lakken voorziene
postpakketten, klaargemaakt door het
dichtstbijzijnde zusterkantoor in de
plaats waar wel een agentschap van
De Javasche Bank was. De K.P.M. ver
zorgde dan de postzendingen op de
gebruikelijke wijze.
Maar het aandoen van verder gelegen
kleinere plaatsen gebeurde vaak met
behoorlijke tussenpozen in het vaar-
schema en in die tussentijd moest het
bankkantoor rond zien te komen met
de nog aanwezige voorraad. Een ge
routineerde bezetting van de bank kon
wel ongeveer schatten, hoeveel er in
de periode tussen twee KPM-komsten
nodig zou zijn. En liep het eens wat
krap aan dan bestond er voldoende
begrip in de kleine gemeenschap en
bij de plaatselijke handelaren als men
doodleuk zei: "Nee, zoveel contanten
krijg je niet, kom morgen na de boot
maar terug." Maar zo'n antwoord kon
men natuurlijk niet geven als het "even
wachten" dagen zou moeten duren.
Er gebeurde eens het volgende:
Een van de rekeninghouders was een
reizende Arabier, die met een zeil-
een der weinige aktieve vulkanen is,
welks krater men zonder enige moeite
kan bereiken, doordat bij de grote
eruptie van 1772 het noordelijke deel
van de kraterwal is bezweken en de
daaruit ontstane steenlawine een breed
door steile wanden begrensd dal heeft
uitgeschuurd, waarin een weg naar de
krater is aangelegd. Een nieuwe krater,
de Kawah Baroe, ten zuiden van de
Kawah Mas, ontstond bij de uitbarsting
van 1923.
Zo vredig als het landschap er op de
voorplaat er uit ziet, de uitbarsting van
de nabij gelegen Galunggung ligt nog
vers in het geheugen.
Ook in het verleden werd deze streek
meermalen door natuurrampen ge
troffen, zoals door de bovengenoem
de hevige eruptie in de nacht van 11
op 12 aug. 1772. Het enige stuk dat
scheepje de Archipel introk om handel
te drijven en vaak maanden lang weg
was. Zijn rekening, die een vrij groot
saldo aanwees, was zeer stabiel en
na verloop van tijd werd dit dan ook
als een vrij vast aanwezig tegoed be
schouwd.
Op een middag, dagen voor de komst
van de KPM, zeilde Fattahally de ha
ven binnen en meldde zich bij de bank.
Hij informeerde naar zijn saldo, con
troleerde dat met zijn boekje en gaf
vervolgens de wens te kennen om het
gehele bedrag te ontvangen. De kas
sier deelde de Agent mede wat er aan
de hand was; de trekking zou zijn ge
hele resterende kas uitputten. "Geen
gezicht verliezen", was de instructie,
"kome wat er van kome". En wat kwam
er van?
Het geld werd netjes op de bali uitge
teld en Fattahally telde het zorgvuldig
na. Op zijn manier maakte hij toen
duidelijk dat het in orde was en het
dus weer opgeborgen kon worden.
Met een zucht van verlichting van
Agent en kassier kon de komende
boot afgewacht worden
Het is grappig te bedenken dat er nog
rekeninghouders waren, die veronder
stelden dat hun saldo, waar ze nog
rente over kregen bovendien, in z'n
geheel, ongebruikt in de brandkast
werd bewaard. Het Bankbedrijf zou
zodoende beter zijn deuren meteen
kunnen sluiten.
OUD-BANKMAN
mededelingen bevat over deze ca
tastrofe is van de hand van ds. Johan
Maurits Mohr, die predikant was bij
de Portugese gemeente te Batavia,
maar die ook de sterrekunde beoefen
de en op eigen kosten een sterrewacht
liet bouwen ten westen van Molen
vliet, die later na een aardbeving in
1808 werd afgebroken. De bericht
gever vertelt dat "40 negorijen of
campongs te gronde gegaan en ver
zonken of onder de vuurstoffen en
puinhopen van den gesprongen berg
begraven zijn, waarbij 2957 menschen,
1500 stuks hoornbeesten en een groo-
te menigte ander vee het leven ver
loren, terwijl een aantal anderen, die
hun toevlucht hadden genomen in een
pisangtuin, op wonderbaarlijke wijze
werden gered".
Het is te hopen, dat in de toekomst de
landelijke rust van de bevolking, waar
van de sfeer door deze foto zo goed
wordt weergegeven, niet weer door de
Papandajan zal worden verstoord.
CH.M.
BIJZONDERE MUSEUMDAG
Op zondag 3 oktober 1982 wordt in het
Haags Gemeentemuseum een dag ge
organiseerd rondom en bij de tentoon
stelling "Indië in Den Haag - portret
van een verlofganger". Deze tentoon
stelling is in het museum te bezoeken
tot 21 november.
Eén van de samenstellers zal om 13.30
uur een inleiding houden bij deze ten
toonstelling, die opgezet is rond een
gefingeerde familie die in de dertiger
jaren met verlof in Den Haag was.
Verder zijn op deze zondag in het
museum tal van andere activiteiten,
zoals de vertoning van een film die
door een verlofganger werd opgeno
men tijdens de bootreis van Indië naar
Nederland.
Om helemaal in de sfeer te komen zal
een orkestje voor krontjong muziek
zorgen. Eén van de bekende Haagse
toko's zal typisch Indische hapjes en
drankjes verkopen.
Het museum opent zijn deuren om
13.00 uur en om 17.00 uur zal het
programma ten einde zijn.
In de kunstkar vóór het museum kunt
U bovendien deze middag de tentoon
stelling "De Kampong van Nederland"
bekijken.
Op de meeste grote plaatsen had De Javasche Bank een vestiging, zodat de
locale bankkantoren voor het opnemen van kasgelden bij haar terecht konden.
In plaatsen waar de Centrale Bank niet gevestigd was, leverde dit voor de
afgelegen bankagentschappen in de Buitengewesten, die alleen per boot bereikt
konden worden, een extra zorg met zich mede.
2