Theo Meier, kunstenaar, weldoener, levensgenieter
1908-1982
SUMATRA-MEETING
te Den Haag met
Majoor G. F. Jacobs en
sergeant A. Plesman jr.
Kort geleden kregen wij bericht dat in juni van dit jaar in Bern is overleden,
Theo Meier, kunstschilder, die ruim twintig jaar op Bali heeft gewoond en ge
werkt. Zwitser van geboorte, was hij van instelling een cosmopoliet.
Toen hij in 1936 ons kantoor in Den Pasar binnenstapte, een onbezorgd aan
doende, wat slordig geklede jongeman met een enigszins boers uiterlijk, die
verkondigde dat hij zich op Bali kwam vestigen om daar te gaan schilderen, was
mijn eerste gedachte: daar is er weer één in de rij van eendagsvliegen. Maar
dat pakte heel anders uit. Hij betrok het oude, vervallen en verlaten douane
huisje in Sanoer en had al gauw een Balische vriendin, I Madé Pigi, die, bijna
tot het einde van zijn verblijf op Bali, lief en leed met hem heeft gedeeld. Dat
was geen geringe opgave, want huwelijkstrouw was niet één van Theo s meest
in het oog lopende eigenschappen.
Aan zijn stijl van schilderen moesten we in die tijd wel even wennen. Geheel
anders dan het aristocratische werk van Bonnet, het mystieke van Spies, het
romantische van Le Mayeur was het. Hij bracht zijn kleuren in forse streken
en lijnen met het penseel, met het mes of zelfs met de blote vingers op het
doek aan. Sommigen vergeleken zijn werk met dat van Gauguin. Die overeen
komst was er zeker wel wat zijn uitbundige kleuren betreft, maar zijn stijl was
geheel zijn eigene.
Hoe langer men naar zijn werk kijkt,
hoe meer men er in ontdekt, hoe
mooier men het gaat vinden. Ik zag
eens een schilderij bij hem hangen,
een uitzicht weergevend vanuit de
voorgalerij van zijn toenmalig huis op
Isah. Het stelt de hoogvlakte van Selat
voor met de opklimmende terrassen van
nog onbeplante, bevloeide sawah's. Er
slingert een bergkali doorheen met
steile loodrechte wanden. Op de ach
tergrond de machtige Goenoeng
Agoeng met er langs drijvende witte
wolkenflarden.
De eerste keer dat ik het zag trok het
nauwelijks mijn aandacht. Het leek in
een onbewaakt ogenblik, onachtzaam
op het doek te zijn gesmeten. Toen ik
het weer zag, leek er een gordijn voor
te zijn weggetrokken. Nu hangt het in
onze huiskamer. Zo heb ik het in wer
kelijkheid gezien. Het huis in Isah was
door Walter Spies gebouwd, om de
stilte te zoeken als het hem op Tjam-
poean te druk werd. Na diens interne
ring werd het door Theo gehuurd. Hij
ontving daar zijn talrijke vrienden en
stelde er een eer in ze te onthalen op
de produkten van zijn niet geringe
kookkunst. Een gesprek met Theo was
als het rijden langs een kronkelende
bergweg met steile hellingen en telkens
onverwachte, verrassende vergezich
ten. En steeds zeer de moeite waard.
Degenen die hem als uitsluitend een
losbol en flierefluiter beschouwden,
vergisten zich. Theo deed heel veel
voor de arme bevolking van de kam
pong Isah. Hij was nauw bevriend met
Dr. Schlager, de toenmalige directeur
van de grote Zwitserse farmaceutische
firma in Basel. Door deze relatie kon
hij tegen lage kosten beschikken over
de modernste geneesmiddelen. Het
kan bijna niet anders of hij moet vóór
hij aan zijn schildersloopbaan begon,
in de medicijnen hebben gestudeerd.
Doktoren die hem meemaakten, ver
klaarden dat zijn kennis van tropische
ziekten en de therapie daarvan, zeer
groot waren. De bevolking van Isah
is daar wel bij gevaren.
Toen de oorlog met Japan begon was
Dr. Schlager net bij hem gelogeerd. Die
kon daar niet tijdig meer wegkomen
en is daar voor de gehele oorlogs
periode gestrand. De Japanners hebben
de beide Zwitsers met rust gelaten.
Na de oorlog is Theo nog tot 1957 op
Isah gebleven. Maar toen Made Pigi
hem in de steek liet, heeft hij kort
daarna Bali verlaten en zich gevestigd
in Chiengmai in het noorden van Thai
land. Twee jaar geleden stond hij in
eens voor ons, samen met zijn Thai'se
echtgenote. Hij was niet veel veran
derd, nog steeds onbezorgd en lucht
hartig, ofschoon hij net een ernstige
operatie achter de rug had. Zijn re
cente tentoonstelling in Zwitserland
was een groot succes geweest.
Hij had Bali niet vergeten. Samen met
zijn vrouw was hij er meermalen terug
geweest en daar had zij een aardig
Ter gelegenheid van de verschijning van
zijn boek "Wedloop met de moesson")
(verslag van een reddingsoperatie op
Sumatra), is majoor Gideon F. Jacobs,
die in augustus '45 als eerste geallieer
de officier de Sumatraanse kampen be
zocht en met zijn vijf man tellende com
mando verantwoordelijk was voor het
welzijn en de evacuatie van de geinter-
neerden, van 22 t/m 28 oktober in ons
land, evenals de toenmalige sergeant
Albert Plesman jr., die als enige Neder
lander deel uitmaakte van Jacobs' com
mandogroep.
In verband daarmee wordt op DINSDAG
26 OKTOBER a.s. te Den Haag een
speciale bijeenkomst belegd, waar ieder
die daar belang in stelt de heren Jacobs
en Plesman kan ontmoeten. Door de
korte voorbereidingstijd kunnen op dit
moment nog geen nadere bijzonderhe
den worden verstrekt, maar belangstel
lenden kunnen zich rechtstreeks wenden
tot de uitgeefster van het boek, Uitge
verij T. WEVER B.V. te Franeker, die
daarna voor toezending van schriftelijke
informatie zal zorgen. Het adres is
Postbus 59, 8800 AB Franeker. Telefoon
05170-3147; toestel 12, 17 of 29.
mondje Maleis opgepikt. Zodat ons
gesprek deels in het Engels deels in
de Bahasa Indonesia plaats vond. Na
tuurlijk werden talrijke oude herinne
ringen opgehaald. Het was de laatste
keer dat we elkaar zouden ontmoeten.
Met hem is weer een kleurrijke figuur
heengegaan, zoals het vooroorlogse
Indië er zo velen gehad heeft.
G. A. SCHOTEL
20 Jaar was Theo Meier
toen hij zijn geboorte
stad Bazel verliet om
al zwervend door vele
landen te zoeken naar
de stijl die hem het
beste lag. Uiteindelijk
vond hij die in de tro
pen, de Pacific eilan
den (Gaudaloupe, Mar
tinique, Tahiti) en ten
slotte Bali. De natuur,
de vrouwen, de gehele
entourage van het le
ven op die eilanden
zijn terug te vinden in
zijn werk.
De felle kleuren geel,
oranje, het paars-blauw
zijn die van Gauguin
die ook voor de tropen
koos. Zonder Bali ech
ter zou Meier nooit de
reputatie hebben ge
kregen die hij nu heeft.
Op de foto:
Meier met zijn tweede
vrouw I Made Pigi.