I
Een jongen ver van huis
Soms, als je over zeeën droomde, wilde zo'n zee je wel
eens meenemen over haar golven. Een enkele keer spoelde
je aan op het strand van Indonesië. In je fantasie vertaalde
je Indonesië in een land met verstrengelde culturen, be
minde kunstschatten en een emotioneel verleden. Bij elk
ontwaken berustte je in de gedachte, dat een droom een
droom en Indonesië een land ver van huis zou blijven.
Toen was er die kans om ver van huis te gaan, een droom
te proeven
De gedachten waarmee je speelt lijken niet van jezelf te
zijn. Je voelt je op een station, waar een stem uit de luid
sprekersboxen tot de gespannen reizigers spreekt. Je voelt
de spanning in je verwachtingen, de romantiek van het on
bekende, de verte. Je verdwaalt in de mystiek van een
nieuwe wereld, een gevoel van grenzeloosheid, een weeë
geur. Het is alsof de trage lippen van een ver land je
kussen. De stem zucht over zeeën, die je meevoeren naar
streken, streken die je meende te kennen uit je dromen en
verhalen, uit een idealisme die alleen jouw eigen was.
En nu, nu je op het punt staat een droom te verwezenlijken
besef je, dat een droom, een streven verloren zal gaan.
Nog even stel je de naderende realiteit uit, om nog even
het genot van deze droom te proeven. Je verwachtingen
tracht je uit te wissen. Je wilt Indonesië niet zien door de
ogen van een toeristmaar helaas ontkom je daar niet
aan. Een droom wordt realiteit.
De ochtend ontwaakt. Indonesië ontwaakt met de zon.
Tegen het decor van ochtendgloren en Islamitische gebeden
ontsnapt de Indonesiër uit zijn slaap. Bij een steigertje
langs de kali wast hij de slaperigheid van zich. Na hem
volgen de karbouwen, het kookgerei en de was.
Ontwaakt de Indonesiër niet meer met de haan
Joggend door de nog donkere straten van Indonesië, kun
je je haast niet voorstellen, dat deze straten over enkele
uren onbegaanbaar zijn voor voetgangers. De ochtend
ademt nog rust uit, de optrekkende nevel doopt de nieuwe
dag. Overal om je heen schieten schimmen voorbij. Schim
men die, naarmate de zon opkomt, studenten blijken te zijn,
die zich voorbereiden voor aanzien-verwervende prestaties
op de Onafhankelijkheidsdag 17 augustus.
Als de nacht is opgetrokken en Indonesië zichtbaar wordt
verschijnen de eerste bussen, colts en becaks op de weg.
Het ontwaken wordt andermaal ingeluid met het onmisbare
getoeter van het verkeer. Scholieren worden aangevoerd,
uniform gekleed, ontbijten bij de warung pecel langs de
kant van de weg. Het verkeer wordt drukker, het lawaai
haast onverdraaglijk. Toch leven zij en nu ook wij in deze
wereld. Het is een wereld die je opneemt, een wereld die
jij in je opneemt. Je ervaart het overdreven geschal van
toeristen als een bedreiging, een verstoring van de har
monie.
Je bevindt je op Java en je vraagt je af welke waarde Bali
voor de Javanen heeft. "Ke Bali?" is de eerste vraag die
een ontmoeting inluidt. Teleurstellend en niet begrijpend is
de reactie als je een ontkennend antwoord geeft.
De magie, de mystiek van Bali ervaar je wel op Java. Al
leen de tempels, het Hindoeïsme en Boeddhisme zul je
missen. De Islamitische bolwerken op Java, die zelfs tot in
de kleinste berggehuchten zijn doorgedrongen, doen je
wezensvreemd aan in dit landschap. Voor jou is er een
cnarme verloren gegaan. Slechts de tempels op het Diëng-
plateau, de Prambanan en de Borobudur, ademen benauwd
de laatste resten charme van een verloren religie. Je ademt
de gebroken reinheid van de gerestaureerde monumenten.
Dat in Indonesië traditie, mystiek en religie nog sterk leven,
ondervind je zelf. Je gelooft in de stille kracht van Indonesië
en dit maakt het je mogelijk de stille kracht te leren ken
nenOp het traject Rembang richting Surabaya reed
je langs de schitterende kustlijn. Plotseling streelde een
onzichtbare hand je haren. Je wist dat het de wind niet kon
zijn. Even later voelde je de streling opnieuw. Je wist vanaf
dat moment, dat deze kustlijn je altijd bij zou blijven. Niet
vanwege de streling, die als een zegening was, maar van
wege de schoonheid, de wil om terug te komen.
Het maanlandschap van de grijze sawah's in de omgeving
van Bandung staan in geen verhouding tot de schoonheid
van de Zuidkust. Overal rijden en lopen mensen ingepakt
met bivakmutsen en plastic tassen. Een grijze winter in
Indonesië? Neen, het is de Galunggung die de sawah's in
haar as heeft verstikt. Een intense spanning, emotionaliteit
hoopt zich in je op naarmate je Bandung nadert. Bandung,
een stad waar je nooit geweest bent, maar die je zo be
kend lijkt. Je beseft dat je een omgeving binnengaat, waar
je moeder haar memoires heeft achtergelaten, dertig jaar
geleden. Een omgeving waar jij die memoires moet zoeken.
Herinneringen die je niets zeggen, maar tegelijkertijd erg
veel. Ondefinieerbaar I Bandung beleef je niet met eigen
gedachten. Je tracht je constant in de gedachten van je
moeder te verplaatsen, zoekend naar geestelijk contact.
Tenslotte vind je toch de memoires, niet geheel gevrijwaard
van de tand des tijds.
Indië kruipt achter je. Je beseft dat de droom bijna helemaal
verloren is. Maar hoeveel heb je niet teruggekregen? Je
bent verliefd op de zee. Je houdt van de desa, maar je kan
het desaleven niet ontledenhet is slechts schijn, een
droom of werkelijkheid? Anderen waarschuwen je voor
zichtig, dat je de regentijd nog niet hebt meegemaakt, als
je weer begint te dromen. Het leven vibreert, statige oude
4