TUNAS Trade, Tours Travel International B.V. Ze sprong over het gegraven slootje en stond op het strookje grond voor het beeld. Ze pakte het beeld vast, omhelsde het. Het voelde veel kouder aan dan ze zich had voorgesteld. Er liep een rilling over Mary's rug. Ze schudde haar hoofd, in afweer. "Be lachelijk", dacht ze. Ze liep naar de mannen terug. "Zie je wel", zei ze, "ik durf er best dichtbij te komen. Er is heus niets. Trouwens, er bestaan geen geesten." Haar woorden hadden bij haar toehoor ders niet het minste resultaat. Onbe wogen keken ze haar aan. "Met uw permissie", zei Amat, terwijl hij zijn patjol oppakte, "ik ga. Ik wil hier niet meer werken". "Ik geef je een heel pakje sigaretten", zei Mary, "en als je wilt zal ik bij je blijven terwijl je aan het werk bent". "Tabeh mevrouw", was Amats ant woord. Hij keerde zich om en vertrok. Een ogenblik keek Mary hem na, toen wendde ze zich tot de twee anderen. "En jullie?" vroeg ze. "Sidin en Kasim keken elkaar weife lend aan. Toen haalde Sidin zijn schou ders op. "Baik njonja", zei hij. Hij kwam een stap dichterbij. "Heeft de njonja sigaretten?" Ze liep weg om de sigaretten te halen. Bitter dacht ze: "Je reinste afzetterij. Maar misschien moet ik er wel om lachen. Peter zou er om lachen. En misschien had ik ze wel direct sigaret ten moeten geven, voordat ze begon nen te werken". Mary at die middag alleen met de kinderen. Peter had een zakenlunch. "Jammer", dacht ze, "nu moet ik tot vanavond wachten met dit mooie ver haal. "Moeten jullie toch eens horen, kinders", begon ze. Maar verder kwam ze niet. Het verhaal over de setan kon ze niet over haar lippen krijgen. "Mis schien is het niet goed voor ze", schoot het door haar heen, "wie weet wat voor rare gedachten ze er door krijgen." En de 8-jarige Joey en Marlou van 6 kregen een heel ander verhaal te horen. Na de lunch ging ze wat liggen lezen in haar koele slaapkamer. Maar ze werd opgeschrikt door gebonk op haar deur en het opgewonden stemmetje van Joey. "Mama!" riep de kleine jon gen, "kom 'ns kijken, één van die man nen doet zo gek!" Mary greep haastig een housecoat en rende de kamer uit. Ze kwam net op tijd om te zien hoe Sidin als een gek op en neer stond te springen. De tuin jongen en Kasim hadden hem vast gegrepen, probeerden hem weg te trekken, maar het scheen of hij aan getrokken door een magneet steeds op dezelfde plek terug moest komen. "Wat is dat nou!" riep Mary boos, en de klank van haar stem haalde de man uit zijn trance. Hij maakte zich los van zijn beide metgezellen en liep naar haar toe. Met ongewone eerbied hurk te hij voor haar neer. "Met uw permis sie, njonja", zei hij, "het is hier niet 385 Beeklaan Telex: 34193 tunas nl. 2562 AZ DEN HAAG Telefoon 070 - 63 92 27 63 89 94 Uw Indonesië en Verre Oosten reis op de maat van uw beurs en wen sen gesneden Agent voor Europa van P.T. TUNAS INDONESIA TOURS TRAVEL Jakarta kantoren: Medan, Padang, Yogya, Surabaya, Bali, Ujung Pandang, Bandung, Singapore, Hongkong, USA. goed. Een setan kneep mij. U moet een doekoen laten komen, njonja. De geest moet gekalmeerd worden." Hij tilde zijn hemd een eindje op en zij zag de witte plekken op de bruine huid. Mary kon haar ogen niet geloven. "Wil je me voor de gek houden", zei ze kwaad. "Ik heb je sigaretten gegeven. Is dat niet genoeg. Lui zijn jullie, dood gewoon lui I De vijver had al klaar kunnen zijn, zo'n klein karwei I" De man keek haar onbewogen aan. "Njonja gelooft me niet? Goed, dan moet njonja maar zien dat ze andere toekangs krijgt. Ik werk hier niet meer!" Hij haalde het pakje sigaretten te voorschijn, trok er drie uit en wierp die over zijn schouder in de richting van de vijver. "Voor de setan", zei hij, stopte de rest terug in zijn zak en ver trok. Kasim volgde hem. Mary keek ze perplex na. Joey, die met aandacht het gesprek ge volgd had, raapte een sigaret op en bekeek die, alsof er iets bijzonders aan te zien was. "Denk je dat die setan 'm echt oprookt, mammie?" vroeg hij. Zijn stem klonk doodernstig. "Doe niet zo bespottelijk", zei Mary geërgerd. "Er bestaan toch geen geesten?" zei Joey. "Natuurlijk niet", zei Mary. "Luister toch niet altijd naar dingen die je niet aangaan." Toen Mary 's avonds de gebeurtenis sen van die dag aan Peter vertelde was zijn reactie echt amerikaans en voor Mary heerlijk geruststellend. "Allemaal nonsens", zei Peter, "maar ze hadden me al eerder verteld dat je dit soort dingen in dit land kunt ver wachten." "Maar die werklui zien we niet meer terug", zei Mary. "Ik versier wel wat", zei Peter, "één van de tuinjongens van de Ambassa de". Toen er twee dagen later inderdaad iemand zich meldde besloot Mary thuis te blijven om de boel goed in de gaten te houden. Gezeten op haar ach tergalerij sloeg ze de eenzame werker gade. Ze zag hem z'n patjol in de grond steken. Toen ze hem een uit roep hoorde slaken die ze niet ver stond ging ze naar hem toe. Hij keek verbaasd naar z'n gereedschap. "De grond is wel erg hard mevrouw", zei hij, "mijn patjol is er op gebroken". In zijn hand hield hij de houten patjol- steel; het ijzeren blad stak in de grond aan zijn voeten. "Wat nu?" vroeg Mary. "Ik moet ander gereedschap hebben", zei de man. Hij pakte z'n spullen bij elkaar, groette haar beleefd, en ver trok'. "Wanneer ben je terug?" riep Mary, maar hij glimlachte slechts en zei "Tabeh nja!" Toen Peter die avond thuis kwam vond hij Mary ontroostbaar. "Ik zal 't maar zelf doen", zei hij, om haar op te beuren, en hij beloofde dat hij het karwei het komende weekend op zou knappen. "Ik zal proberen ergens een gewone spade te krijgen", zei hij, "want met zo'n stomme patjol kan ik niet over weg." Een uurtje later was hij terug, met een flinke schop en de vriend van wie hij deze geleend had. De beide Amerikanen namen de situatie in ogen schouw. "Weet je", zei Peters vriend die meegekomen was omdat Peters verhaal zijn nieuwsgierigheid had ge prikkeld, "ik geloof, dat we toch reke ning moeten houden met iets boven natuurlijks. Het getuigt van geborneer de Amerikaanse begriploosheid als we de mogelijkheid van geesten of setans onmiddellijk uitsluiten." Peter keek hem verbaasd aan. "Wil je mij vertellen dat je die spookverhalen gelooft? "En waarom niet? antwoordde Mike, "we zitten hier in een ander land, an der klimaat. Er heersen hier misschien wel andere krachten. Waarom zou je dat idee zondermeer verwerpen?" "Onzin", zei Peter, "geef mij die schop nou maar, dan zal ik je bewijzen dat er niets aan de hand is." Hij voegde de daad bij het woord en stak de spade diep in de grond. Maar toen hij de losgemaakte aarde terzijde wilde deponeren kreeg hij een steek in z'n rug, die hem het verder werken onmogelijk maakte. Met een kreet van pijn zette hij beide handen in de len denen. "Allemachtig", zei hij, zich ver bijtend, "ik geloof dat ik een aanval van spit heb I Mike had een eigenaar dige blik in z'n ogen toen hij zei: "Je kunt 't natuurlijk spit noemen Peter, nog niet helemaal over z'n pijn- aanval heen, schudde ongelovig zijn hoofd. "Je bent gek, Mike", zei hij, "maar ik moet toegeven dat ik er geen verklaring voor heb." "Dit is een oude buurt", zei Mike, "dat heb ik gehoord van een Chinese buur man van me, die deze wijk kent van vóór de oorlog. Er stonden toen van die grote huizen, waar meestal Chine zen in woonden. Die lieten zich vaak (lees verder volgende pagina) 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 7