O TUNAS Trade, Tours Travel International B.V. DAT KAN IK BEVESTIGEN B. Lulofs schreef in De Telegraaf van zaterdag 30 okt. '82: "Het hoofd van de geschiedkundige sectie van de In donesische strijdkrachten, Lt.-Kolonel Dr. M. Natsir, is tot de conclusie ge komen, dat het verhaal over 'de 40.000 slachtoffers' van het optreden van ka pitein Westerling in Zuid Celebes, 'een propagandamaatregel is geweest te gen de Nederlandse bezetting'." etc. etc. In de periode van deze z.g. Zuid-Cele- bes-affaire 1946/1947 deed ik dienst bij de Militaire Politie in Paré-Paré. Er kwamen toen geregeld infiltranten van uit Java per prauw over. Zij terroriseer den de desabevolking door hen te dwingen hun te fourageren, vnl. rijst. Desahoofden die geen medewerking verleenden werden door deze infiltran ten of gedood of moesten toezien, dat er vergeldingsmaatregelen getroffen werden tegen vrouwen en kinderen. Een geval kwam mij ter ore, dat een vrouw van een dorpshoofd gedood was terwijl ze haar baby aan het zogen was. Het was onze taak rust en orde te brengen in Zuid Celebes door tegen deze infiltranten op te treden. Wij heb ben steeds geprobeerd hen tot over gave te dwingen en hen gevangen te nemen i.p.v. hen neer te schieten. Ik heb met mijn groep van de z.g. Groen- helmen M.P. nooit een infiltrant ge dood. Wij hebben de ergste terroristen onder de gevangen genomen infiltran ten toen overgedragen aan kapitein Westerling. Na een grondig verhoor werden 10 van hen op de aloon-aloon te Paré-Paré ten aanschouwe van de bevolking terechtgesteld. Na de te rechtstelling bleken 9 doodgeschoten te zijn. De enige vrouw, die er bij was kreeg inplaats daarvan gevangenis straf. Dadelijk na dit optreden van Westerling werden al de volgende dag en daarop volgende weken dankdien sten gehouden ter ere van Westerling, in de meeste moskeeën en kerken van Zd-Celebes en het bleef er rustig en vredicj tot de tijd van de souvereini- teitsoverdracht. Groot was onze ver ontwaardiging, toen we later in een krantenknipsel van een linksgeoriën teerd Nederlands blad lazen, dat er als ik 't me nog kan herinneren, 10.000 mensen waren gedood. Het blijkt nu dus, dat er zelfs een getal van 40.000 was genoemd. ED. ILCKEN De gouden koets van de sultan van Djokja. DE OPPERSTALMEESTER VAN DE SULTAN De artikelen in Moesson over de Vor stenlanden, in het bijzonder die van Djokjakarta, hebben we met belang stelling gelezen. Immers ik ben zelf in Djokja geboren en speelde als kleine jongen heel dikwijls in de kraton van Djokja. De foto in Moesson nr. 5 van 1 oktober heb ik heel aandachtig bekeken I Met verbazing herkende ik op de foto mijn grootvader, Opa Jan Remeeus, en diens broer, Karei Remeeus. Karei Remeeus staat naast de resident van Djokja en Jan naast Karei. Dat die twee heren Remeeus een belangrijke positie hadden ziet U aan de foto. Opa Jan was opperstalmeester van de sultan Hamengkoe Boewono VII en later van H.B. VIII. Hij beheerde de hele stoeterij van de sultan 100 paarden) en het hele wagenpark en twee gouden koetsen. Hij was ook de laatste Europese koetsier van de gou den koets. Oom Karei was de particuliere adju dant van de sultans H.B. VII en H.B. VIII. Zijn werk bestond uit het bijhou den van de agenda van de sultan, hij zorgde voor al zijn privé vertrekken en beheerde de civiele dienst in de kra ton. Hij had 20 of 25 personen onder zich, vrouwen zowel als mannen, die hem moesten helpen de boel schoon te houden. Bovendien had hij nog een belangrijke functie. De sultan bestelde al zijn privé eten bij een bekend Hollands restaurant in Djokja (Restaurant "de Bruyn"). Hij was namelijk heel bang dat hij zou worden vergiftigd, hetzij door vijanden, hetzij door eigen familie. Dit eten werd iedere dag in een aluminium kist van het restaurant naar de kraton ge bracht per wagen, later per auto. De kist had twee forse sloten. Deze kist moet oom Karei iedere dag ophalen. In de kraton werd deze kist geopend en het eten geproefd door twee vrou wen. Als alles goedgekeurd was gin gen de sultan en de kroonprins pas aan tafel. Alle bediening stond onder het toeziend oog van oom Karei, die altijd achter de sultan stond. Dat heeft hij jaren lang gedaan. De tegenwoor dige sultan van Djokja heeft dit alles later afgeschaft. Er waren vijf broers Remeeus, te we ten Ko, Willem, Karei, Jan en Piet. Oorspronkelijk doodgewone boeren zoons uit een gezin in Zeeuws Vlaan deren, waren zij allen als koloniaal naar Indië gegaan. Piet en Jan hebben de Atjeh- en Lombok-expedities mee gemaakt. Allen zijn gepensioneerd als KNIL-militairen. Ko vestigde zich in Salatiga, had zelfs een zwembad en een groot herenhuis. Willem werd later planter, heel be kend in Klaten. Karei en Jan waren in dienst van de sultan van Djokja, Piet beheerde later een smederij. Hun nazaten zijn nu verspreid over de hele wereld. MARINO J. MOLLET 385 Beeklaan 2562 AZ DEN HAAG Telex: 34193 tunas nl. Telefoon 070 - 63 92 27 63 89 94 Uw Indonesië en Verre Oosten reis op de maat van uw beurs en wen sen gesneden Agent voor Europa van P.T. TUNAS INDONESIA TOURS TRAVEL Jakarta kantoren: Medan, Padang, Yogya, Surabaya, Bali, Ujung Pandang, Bandung, Singapore, Hongkong, USA. 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 15