BONDGENOOTJE "INGET MATI" "AD PATRES" Fa. Johs. Ouwejan Zn. Een plaatje zonder woorden, maar met des te meer herinneringen aan hetTobameer, had hij een echtpaar rangkoks bezig gezien en na zich goed georiënteerd te hebben, vond hij een boom, die hem op dezelfde hoogte een vrij uitzicht verschafte op de plaats waar de rangkoks zich aan het voor bereiden waren voor wat Darwin reeds vroeger noemde: de instandhouding der soorten. Van Putten bespijkerde "zijn" boom met klimsporen, stalen pennen in de vorm van een horizontaal uitgerekte U en kon zo de hoogte van de rangkoks bereiken. Vanaf dat tijd stip was Van Putten "de derde man". Elke vrije dag reed hij naar Prapat, (niet bepaald naast de deur) en weken lang volgde hij met zijn filmcamera alle fasen van het nestelen. Dan moet een mens wel gedreven worden door am bities, die verder gaan dan een "hob by". Om een lang verhaal kort te ma ken, hij bereikte nauwkeurig het doel dat hem voor ogen stond. En daar kwam heel wat meer bij kijken, dan wij kunnen veronderstellen. De bijzondere moeilijkheden en prestaties zou alleen Van Putten zelf uit de doeken kunnen doen. Volgens de stand der techniek van zo'n veertig jaar geleden, werd de film op allerlei wijzen tegen be derf, of achteruitgang op andere pun ten, zorgvuldig bewaard. Toen kwam de oorlog. Japan sloeg toe, Van Putten werd onder de wapenen geroepen. Hij woonde toen op een bovenafdeling van een onderneming, bij de grens met het oerwoud. Korte tijd later werd zijn gezin uit de een zaamheid naar het centraal emplace ment van de betreffende onderneming geëvacueerd. Het huis - met alles er in - bleef achter. En dan volgt het gezin Van Putten het toen gebruikelijke patroon, zoals wij dat allen op Sumatra hebben meege maakt, internering en krijgsgevangen schap. In de tweede helft van het jaar Jaren geleden vloog een klein jongetje vanuit z'n eigen warme land met over wegend donker gekleurde mensen, naar Holland om hier geopereerd te worden. Het enige positieve voor zijn verblijf hier, was dat hij Nederlands sprak, dat hij van de zusters in het ziekenhuis daar geleerd had. Was het toeval dat ik als Indische de leiding over de kinderzaal had? Hoe het ook zij, bij het telefoontje van de hoofd zuster dat hij gearriveerd was en op haar kantoortje afgehaald kon worden, liep ik er heen en daar stond hij, een tengere kroeskop; grote donkere ogen namen me nauwkeurig op. Was er iets van herkenning, dan toch alleen een glimp- Onderweg van Schiphol naar Utrecht scheen hij geen woord gezegd te heb ben en ook de hoofdzuster had geen enkele reactie teweeg kunnen brengen. Ik stak mijn hand uit en gewillig legde hij er zijn samengeknepen knuistje in. Wat had ik hem graag in mijn armen 1947 kwamen we terug voor de weder opbouw. Sumatra's Oostkust werd "bevrijd" en het terugtrekkende Repu blikeinse leger, met het Nederlandse leger op de hielen, verbrandde alles, dat snel vlam wilde vatten. De plantershuizen, voor het merendeel uit hout opgebouwd, met een stenen onderbouw, vielen aan de verschroei- de-aarde-politiek ten offer. Tussen de stenen neuten lag nog wat as. Ook van het huis van Van Putten was nog wat as terug te vinden. En de film en de speciale bewaar-entourage? Weg, totaal verdwenen. Een geestelijke dreun. Al dat werk voor niets gedaan? Neen, gelukkig niet, want vóór de komst der Japanners was een copie gemaakt op een filmafmeting, die zich beter leende voor projectie. En deze copie had elders een veilige bewaar plaats gevonden, ver van het oorlogs geweld. Van Putten heeft derhalve zijn bijzondere prestaties niet verloren zien gesloten. Maar daar schrik je kinderen soms mee af. Dapper stapte hij naast mij voort. Ik moet zeggen dat zieke kinderen je bewondering tot ontroe rends toe kunnen opwekken door hun dapperheid. Kleine taaie vechters zijn het dan, die het niet opgeven. Het hele opname ritueel liet hij langs zich heen gaan. Twee dagen gingen voorbij en de avond- en dagrapporten vermeldden dat hij nog steeds niet ge sproken had. De derde dag echter, toen ik de zaal binnenkwam, wenkte hij me naar zich toe. Verwachtingsvol keek ik hem aan en vroeg wat hij wou. Hij keek me strak aan en zei heel duidelijk: "Nik ker Verbluft, maar onmiddellijk scha terend pakte ik hem stevig vast. Mijn kleine bondgenoot. God zij dank was dat de juiste reactie, want vanaf dat moment sprak hij en sloot hij zich bij de andere, kinderen aan, al vond hij ze wel erg wit. Twee jaar moest hij in het ziekenhuis blijven, daar de operatie in étappes werd verricht. Hij ontpopte zich tot een gaan. Halleluja. Dit waren dan twee voorbeelden van natuurliefhebbers (hobby-isten), zoals ze tempodoeloe in de gelederen der planters voorkwamen, mensen, die op deze wijze grote inhoud aan hun be staan wisten te verlenen, die zich rijk voelden in een andere betekenis dan wij doorgaans aan dit begrip plegen te geven. Deze menselijke eigenschap pen zaten er vanaf de prille jeugd in en ze zijn er uit gekomen. Beiden had den de werkkring gekozen, waarvoor ze in feite "in de wieg waren gelegd". Ze stonden op deze wijze dichter bij het "leven" in al zijn schakeringen. In 1979 was Van Putten in de gelegen heid zijn vroegere arbeidsterrein bij Prapat nog een keer in ogenschouw te nemen. De klimsporen zaten na circa 40 jaren nog steeds in de boom. J. BALT vrolijk, guitig jong, soms heerlijk on deugend. Geheel genezen vertrok hij. Op het vliegveld riep hij naar de hoofdzuster: "Groeten aan zuster K." Mijn bondge noot dacht toch op het laatst nog even aan mij. J. S. v. H. - K. v. B. Begrafenis-en Crematie-Onderneming Opgericht 1924 ROUWKAMERS en ONTVANGKAMERS AIRCONDITIONED Kantoren: Fred. Hendriklaan 7 Den Haag, Tel. 070 - 55 64 27 (3 lijnen) 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 19