DE NUCHTERE FEITEN 37 Jaar na de bevrijding van Sumatra ontvingen de leden van het voormalige Korps Insulinde een uitnodiging om major Jacobs te ontmoeten, "die als eerste geallieerde officier de Sumatrakampen bezocht en verantwoordelijk was voor het welzijn en de evacuatie van de geïnterneerden". Zette deze formulering reeds kwaad bloed, nog erger werd het toen enkelen het boek van Jacobs lazen I Niet alleen bevat dit vele onwaarheden, maar bovendien doet Jacobs het voorkomen, alsof de hulpverlening aan de geïnterneerden een uitsluitend Engelse (lees Ja cobs) zorg is geweest en dat de Nederlanders zich er niet om hebben bekom merd. Dit is geschiedenis-vervalsing, die onze nationale eer raakt! Daarop moet een correctie worden aangebracht en hiervoor waren een aantal ex-militairen van het Korps Insulinde op 26 oktober naar het Congresgebouw gekomen. Thans volgt een overzicht van het ontstaan en van de (krijgs)-verrichtingen van het Korps Insulinde van 1941 tot en met 1945. De controverse tussen de Ne derlanders en de Engelsen bij de "bevrijding" van Sumatra - en niet daar alleen - brengt ons na het lezen van relevante docu mentatie over deze periode, tot de mening dat: 1alle gebeurtenissen door Ma joor Jacobs beschreven in zijn boek "Wedloop met de Moes son", historisch juist zijn dan wel een grote kern van waar heid bezitten; 2. wie echter "wat" gedaan heeft /hebben, wanneer en waar pre cies, niet meer met zekerheid te tracteren is; 3. personen die een belangrijke rol gespeeld hebben "in het veld" o.a. Jacobs, Brondgeest, Sisselaar en Langley zijn; 4. de verhouding Mountbatten - Helfrich op z'n zachtst gezegd niet was om over naar huis te schrijven. Tenslotte hopen wij - doch ver trouwen er niet op - dat onze regeerders zich zullen spiegelen aan de oorzaken van de wanorde in Nederlands-lndië na 15 augus tus 1945. AvL. Toen op 7 december 1941 de oorlog met Japan was uitgebroken, besloot de Nederlandse Regering te Londen de in Engeland gevormde Brigade "Prinses Irene" naar Nederlands Indië te ver schepen, ter versterking van de defen sie aldaar. Als eerste aanzet werd be gin januari 1942 de Staf- en Onder steuningscompagnie van het 1e Infan terie Bataljon ingescheept op een ge allieerd convooi met bestemming Ma- lakka. De zeereis, om Kaap de Goede Hoop, duurde echter zo lang, dat - toen het convooi ter hoogte van Cey lon voer - Singapore reeds was geval len en de invasie van Java iedere dag was te verwachten. Het convooi werd toen deels naar India, deels naar Cey lon gedirigeerd, waar de troepen wer den ontscheept. Gezien het ongunstig verloop van de strijd in het Verre Oosten, was de Ne derlandse Regering intussen terugge komen op haar besluit de brigade weg te zenden. Alleen de reeds op Ceylon ontscheepte compagnie moest daar blijven om daaruit een "Special For ces" eenheid te formeren, belast met het uitvoeren van verkenningsoperaties op Sumatra. Hiervoor werden uitslui tend vrijwilligers gevraagd. Alle officie ren en een groot aantal onderofficieren en soldaten gaven zich op. Er volgde een strenge keuring en selectie, zodat in totaal 60 man overbleef. Deze onder gingen een zware commando- en para chutistenopleiding in diverse militaire trainingskampen in India. Vervolgens werden zij in een speciaal voor hen in gericht militair kamp, Zuid van Colom bo gelegerd. Hun aanwezigheid werd met geheimzinnigheid omringd. Zij kre gen de codenaam "KORPS INSULIN DE" (KI) en stonden rechtstreeks on der bevel van het Marine Hoofdkwar tier van Admiraal Helfrich te Colombo. Maar omdat alle acties in een gebied vanzelfsprekend gecoördineerd moeten worden, werd het KI operationeel on der bevel gesteld van "Force 136" (het Engelse Special Forces commando). In 1943 werden 20 man van het KI over geplaatst naar Australië, waar zij soort gelijk werk zouden te doen krijgen. In de jaren '42, '43 '44 en '45 hebben teams van het KI een aantal operaties op de kusten van Sumatra uitgevoerd: nachtelijke landingen in rubber boot jes vanuit onderzeeërs. Aanvankelijk was het doel contact te maken met be paalde, bekende, Inheemse hoofden of andere functionarissen, teneinde door middel van hen een inlichtingennet op te zetten. Dit doel bleek echter onbereikbaar om dat alle pro-Nederlands geachte Indo nesiërs bij voorbaat door de Japanners waren gevangen gezet en soms ter dood gebracht. Daarop werd overge gaan tot de nogal brute maatregel van het kidnappen van bepaalde personen, die werden meegenomen naar Ceylon; daar aangekomen, bleken zij tot praten bereid en zo werd een schat van infor matie verkregen, niet alleen over Ja panse militaire activiteiten, maar ook over bestuurs- en economische maat regelen en soms ook over de interne ringskampen. Zolang de oorlog in Europa, die nu eenmaal prioriteit had, niet tot een goed einde was gebracht, konden geen grootscheepse operaties in het gebied van de Indische Oceaan wor den verwacht. Eerst na de capitulatie van Duitsland, kreeg SACSEA (Su preme Allied Command South East Asia) de nodige militaire middelen tot zijn beschikking om het offensief te nemen. Hoofddoel van SACSEA was de herovering van de marinebasis Sin gapore maar daarvoor moesten eerst de vliegvelden op Sumatra worden veroverd. Hier zou het Korps Insulinde een belangrijke rol kunnen spelen, na melijk infiltratie in het vijandelijke ge bied, verkenning en vernieling van vij andelijke wapenopstellingen en ver bindingen. Een taak, waar het jaren lang voor was getraind. In juni '45 werden twee teams van het KI gepara chuteerd: één bij Rantau Prapat en één bij Sigli in de kop van Atjeh. Een derde team werd per onderzeeër aan wal gezet Noord van Bagan Si Api Api. Nog zeven andere teams waren gereed gemaakt, waarvan er twee on derweg waren op de dag van de Ja panse capitulatie: één bij Pankalan Brandan (geparachuteerd) en één ter versterking van het team Bagan Si Api Api (per onderzeeër). De Japanse capitulatie op 14 augustus 1945 maakte een plotseling einde aan alle offensieve operaties. Admiraal Helfrich besloot echter onmiddellijk de onder zijn bevel staande Speciale Troe pen-eenheid, het Korps Insulinde, in te zetten tot hulpverlening aan de ge- interneerden in de kampen. Voor dat doel was bij SACSEA reeds een spe ciale afdeling gecreëerd: de RAPWI (Relief Allied Prisoners of War and Internees). Deze had de nodige do cumentatie bijeen gebracht, voorna melijk verkregen uit luchtfoto's, aan gevuld met inlichtingen afkomstig van gevangen genomen personen. De vijf in Sumatra aanwezige veld-teams van het KI kregen radiografisch opdracht zich voor te bereiden op hun nieuwe taak, RAPWI, maar zich voorlopig nog verborgen te houden; op ontvangst van een bepaald codewoord zouden zij zich naar de naastbijzijnde Japanse commandopost moeten begeven en hun werk aanvangen. Het duurde nog tot 28 augustus voor dat Force 136 dit codewoord uitzond; blijkbaar bestond er eerder geen ze kerheid, dat de Japanners ook op het laagste niveau de instructies over de wapenstilstand zouden hebben ont vangen. Maar de groep Rantau Prapat (onder luitenant Sisselaar) had het be vel overtreden en was reeds eerder uit de rimboe tevoorschijn gekomen om 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 4