Palmen en Pasirahs (VIII)
DE BANGOEN
door Victoria Kaulbach en Dr. Jan van Waardenburg
Als de Resident het plan opvatte in zijn Residentie - te vergelijken met onze
provincie maar in oppervlakte groter dan Nederland - een afdeling of onder
afdeling te bezoeken, werd hiervan vanzelfsprekend door hem mededeling ge
daan aan de betrokken afdelingschef, de Assistent-Resident, die zelf drie, vier
of vijf onderafdelingen onder zich had. Meestal bezocht de Resident op zijn
tournee niet één onderafdeling. Normaal was dat hij, vergezeld van de A.R.,
enige onderafdelingen bereisde en inspecteerde.
Zo'n bezoek werd enkele dagen, zo niet een week van tevoren aangekondigd.
Het was daarbij adat dat wanneer de Resident met zijn Assistent-Resident de
onderafdeling bezocht, de controleur of de gezaghebber van die onderafdeling
met enige hoofden aan de grens van zijn ressort gereed stond om de Resident
te verwelkomen. Tot aan die grens werd de hoge gezagsdrager begeleid door
de buurman-controleur. In deze tijd komt ons dat overdreven voor. Maar U
moet niet vergeten, dat de Resident de vertegenwoordiger van de G.G. en de
G.G. die van de Koningin in Nederland was. Bovendien is de bevolking van huis
uit erg gesteld op "hormat" (eerbetoon) en oude tradities.
Aan de Resident, de hoogste gezagsdrager in een gebied soms 21/2 maal Neder
land, was de bevolking gehoorzaamheid, eerbied en onderdanigheid verschul
digd. En dat viel haar niet moeilijk, omdat zij deze eerbied ook volgens haar
adat aan haar hoofden verschuldigd was. En deze hoofden werden door het
Gouvernement in hun waardigheid gelaten. Daarbij was de Resident gast en het
gastrecht is door de eeuwen heen heilig
Dat wachten op de komst van de
hoogste gezagsdrager was meestal
geen pretje. Het duurde vaak een uur
of wat voordat het gezelschap met de
hoge gast arriveerde. Dan zat de con
troleur Aardeman daar in de hitte in
een biliken hutje aan de grens van zijn
ressort te wachten. In vol ornaat, djas
toetoep (gesloten), met pet. En trans
piratie. Rondom hem de hoofden, de
Pasirah, de Pembarap en de Kria, allen
in hun keurige kledij met een gouden
koepiah op hun hoofd, terwijl het Mar-
ga-hoofd de stok met zilveren of gou
den knop, al naar gelang zijn rang,
plechtig in de hand hield.
De Kria en Penggawa zaten achteraan,
zwijgend of zachtjes mompelend. De
verharde weg was naar behoren ver
sierd met uitgerafelde palmbladeren
die een groene boog vormden en met
slingers van bloemen, die uur na uur
meer verlepten. De brandende zon en
de smoorhitte maakten het wachten
extra onplezierig onder het atappen
dak.
Toch vond Aardeman dit nooit zo'n
grote bezoeking. Hij keuvelde met de
hoofden, antwoordde de Pasirah die
hem wat had gevraagd, luisterde naar
een Kria die over zijn doesoen vertel
de en praatte met de Demang (dis
trictshoofd), zijn rechterhand. Hij maak
te contact en weefde de onzichtbare
draden van vriendschap met deze
mensen. Allen waren vol verwachting,
want de Toean Besar zou komen, de
grote heer. De doesoens in het res
sort waren extra schoon geveegd en
gecontroleerd; de droge grond be
sproeid met water, zodat er niet teveel
stof zou opwaaien als de auto mét
vlag voorreed.
Want op de auto van de Resident
prijkte de rechthoekige drie-kleur, die
zijn rang en waardigheid aangaf, ter
wijl het rood-wit-blauwe vaantje de
auto van de lagere bestuursambtenaar
sierde, zoals dit bij de Wet was voor
geschreven. Ook op Aardemans auto
wapperde dit vaantje. Zodra een te
genligger dit embleem ontwaarde, had
deze de ingeboren beleefdheid om te
stoppen en Aardeman te laten passe
ren zonder dat deze laatste last had
van de stofwolk die onvermijdelijk
achter elke auto hing.
Geef den Keizer wat des Keizers is
Een controleur werd aangesproken
met: "padoeka toean controlir". "Pa-
doeka" betekent: aan Uw schoen (is
mijn plaats). De Assistent-Resident
met: "Kandjeng Toean Assistèn-Resi-
dèn". "Kandjeng" is Hoogedele Heer.
En de Resident heette in de mond van
de bevolking: "Seri Padoeka Toean
Besar": aan de glans van Uw schoei
sel (zet ik mij neer). Jawel: hij kreeg er
de schone titel van "Seri" bij, dat
"pracht en luister" betekent. Met "Se
ri Banginda Maharadja Jang Moelia",
vrijelijk vertaald door: "De Luisterrijke
Majesteit (Baginda) Groot-Vostin, die
Verheven Zijtzou onze Koningin zijn
aangesproken als zij eens Insulinde
bezocht had. Helaas is dat tijdens het
Nederlandse Bestuur nooit het geval
geweest.
Zo'n bezoek werd dus aangekondigd
en de controleur hoorde van zijn As
sistent-Resident dat de Resident de
Onderafdeling Komering Oeloe zou
bezoeken. De standplaats van de con
troleur was Martapoera. Wie schetst
de verbazing van de controleur Aarde
man in Martapoera, toen hij eens bij
geruchte vernam, dat de Resident een
bezoek had gebracht aan het noorde
lijkste gedeelte van zijn ressort. Bui
ten zijn medeweten. Zonder waarschu
wing van zijn Assistent-ResidentDe
Resident zou daar hebben rondgere
den en was daarna teruggekeerd naar
Palembang. Dat was vreemd.
Aardeman klom direct in de telefoon
en belde zijn A.R. op. Hij deelde deze
mede wat hij gehoord had:
"MeneerKunt U mij vertellen, is U
wellicht met de Resident in mijn On
derafdeling geweest?"
"Neen, daar weet ik niet van ant
woordde deze eveneens verwonderd.
"Nou, ik zal U vertellen, dat hier een
van de hoofden heeft verteld, dat de
Resident in Tjempaka is geweest!"
"Maardat begrijp ik niet, Daar
weet ik niets van klonk de stem van
de A.R. verbouwereerd door de tele
foon. Dat was helemaal een gekke ge
schiedenis.
"Nou ja, per slot van rekening kan de
Resident doen wat hij wil schamper
de Aardeman door de telefoon, ge-
piqueerd over het hele geval. Daarop
kon de A.R.. niets zeggen. Hij hing op.
Maar Aardeman vond de zaak toch wel
zo zonderling, dat hij zijn A.R. weer
opbelde en hem verzocht de Resident
om opheldering te vragen.
Stel je voor, dat de Resident in zijn
ressort een ongeluk overkwam? Wie
was dan aansprakelijk? Het duurde ge
lukkig niet lang, of Aardeman kreeg
een telefoontje van zijn Assistent-Re
sident in Batoe Radja.
"Meneer Aardeman, het raadsel is op
gelost! De Resident heeft inderdaad
een bezoek gebracht aan de drie
noordelijkste Marga's van Uw ressort,
namelijk aan de drie Semandawai's.
Maar hij zei me niet wat de bedoeling
van dat bezoek geweest was. Dat hield
hij liever voor zich
Aardeman met de telefoon aan zijn
oor, knikte. Tjempaka was het moeilijk
ste deel van zijn ressort. Altijd onaan
genaamheden. Bij zijn bezoek aan
scholen aldaar, moest hij soms de
knaapjes, die zich onhebbelijk ge
droegen een oorvijg toedienen Ja, als
controleur moest hij regelmatig de
scholen inspecteren. Dan diende hij
de onderwijzers daar een ernstige re
primande toe, Dat onbeschofte ge
giechel duidde op gebrek aan disci
pline en daaraan waren de onderwij
zers schuldig. Als dit weer gebeurde
kon zo'n goeroe wel opstappen
"Ja, meneer Aardeman," vervolgde de
A.R., dit is een onverkwikkelijke affai
re" - hij zweeg een ogenblik - "Toen
de Resident door Tjempaka reed, de
grootste doesoen met zo'n 3000 zielen,
werd hij plotseling met stenen beko
geld Nou vraag ik U De imperti
nentie, neen de verregaande onbe-
(lees verder pagina 13)
9