Jaarwisseling in gelukkige jaren
Weet U nog, dat we vroeger altijd naar mooie plaatjes keken Kerstmis in
Holland I Prachtig versierde kerstbomen, kalkoen, sneeuw, mensen dik ingepakt
op weg naar de kerk I Allemaal zo romantisch in onze ogen.
Ik weet niet, of het met U ook zo is. Nu zitten we in Holland, maar ik denk toch
heel vaak terug aan de jaarwisselingen van vroeger, daarginds.
Zelf heb ik de mooiste herinneringen aan de kerstdagen in Malang. Mijn vader
was machinist op de rubberonderneming Soember Soeko, ten zuiden van
Dampit. Mijn zuster en ik waren in Malang in de kost. Eerst in het klooster en
later buiten. Zij kreeg na haar slagen een baan in Soerabaja en later in Djember.
Maar ze was met de vakanties toch altijd thuis op de onderneming.
Heel goed kan ik me nog de kerst
vieringen herinneren in de mooie grote
kapel van de Ursulinen van Tjelaket.
Ik was lid van het koor van mère Ce
cilia, onvolprezen dirigente en organis-
te, piano- en zanglerares, om van de
vele andere talenten nog niet eens te
spreken. Die kon alles op muzikaal
gebied. Maar nu die nachtmis.
Dagen tevoren werd ijverig geoefend.
We deden het graag. Het was altijd
gezellig. Onze dirigente kon zelf har
telijk meelachen om onze grappen.
We zorgden er echter wel voor, dat
ons huiswerk er niet onder te lijden
had. Mère Ursule van de kweekschool
was niet gemakkelijk als er klachten
kwamen. En toen ik al werkte, moes
ten alle schriften nagekeken zijn. De
mogelijkheid van een onverwachte in
spectie vanuit Batavia was altijd aan
wezig, tot de laatste schooldag toe.
Dus dat werd vaak nachtwerk en wat
slaperig opstaan. Niets aan de hand,
hoor.
En dan was het zover, de nacht
van 24 op 25 december. Wij van het
koor mochten via de hoofdingang van
het klooster naar binnen. Logisch,
want we moesten boven, op het koor
alles klaar maken. We waren er allen,
hoor. Ruim op tijd, in onze mooiste
jurken: Noes, Corrie, Ella, Ellen, Hetty,
de andere Corrie, ikzelf en nog vele
anderen, waarvan ik helaas de namen
ben vergeten. Wat later kwamen de
zusters-zangeressen: Angela, Thaddea,
Joseph en Laurence. Mère Cecilia was
er vanzelfsprekend al vóór ons alle
maal.
De andere kerkgangers kwamen via
een zij-ingang binnen en konden op
het erf van de St. Jozefschool wachten.
Velen stonden al een uur of langer te
wachten, en het was er altijd een ge
zellige drukte, hoorde ik van mijn va
der. Om half 12 ging de tweede poort
open, die via een trap toegang gaf tot
de kapel. Natuurlijk was het wel even
dringen bij het binnenkomen, maar
geen ellebogenwerk, geen wanklanken.
Alles heel beschaafd. Ach ja, innerlijke
beschaving verloochent zich nooit I
Van bovenaf keken wij natuurlijk of
onze familie en kennissen goede
plaatsen hadden gekregen. Erg leuk,
om de kapel zo te zien volstromen.
Overal waren stoelen bij geplaatst. Om
kwart vóór 12 werd de klok geluid.
Hoe druk ze het ook had, dat deed
mère Cecilia zelf. Dat was haar privi
lege. Als de laatste toon weggeëbd
was, het touw aan een haak bevestigd,
klom ze op de bank achter het orgel.
Dat was toen nog voetenwerk. Geen
elektrische aandrijving. Dat bestond
toen nog helemaal niet. Doodstil was
het dan in de kapel. Wij wachtten op
onze plaatsen.
Precies om 12 uur begon het "Stille
Nacht, heilige Nacht". Eerst zacht, dan
langzaam aan luider. Zelf zong ik mee,
eerste stem. Geloof me, nu nog gaat
er een rilling door me heen, als ik
daaraan terug denk Zo plechtig klonk
dit Stile Nacht door die grote kapel.
Tegen het eind kwam de pastoor met
zijn misdienaars binnen en dan begon
de nachtmis. Wij zongen een vierstem
mige Mis.
Na afloop was het altijd een gezellige
drukte. "Zalig Kerstfeest." Kusjes,
handen drukken links en rechts En
dan naar huis.
Mijn vader, zelf protestant, wilde deze
nachtmis bij de Ursulinen nooit missen.
De volgende dag ging ik rustig met
hem mee naar de protestantse kerk
aan de aloon-aloon. Waarom niet?
Oecumene We hadden er daarginds
en ook thuis niet de minste moeite
mee. Daarna gingen we onze koffertjes
halen en met een dogcar naar de Pe-
tjinan. Achter de grote pasar was de
standplaats van taxi's. En dan begon
het tawarren (onderhandelen). Reuze
gezellig Voor een mooie taxi 5,
tot Soember Soeko. Soms slechts
4,of 4,50 voor een montor
sambung (oude gerepareerde wegen).
Grote hilariteit, als die op het kritieke
moment niet wilde aanslaan. Dan wa
ren er wel 20 bereidwilligen, om te
duwen. Meestal verkoos paps toch
een andere taxi.
Dan werd de teleurgestelde chauffeur
nog uitgelachen ook. Maar sans ran
cune werd de motorkap opengeslagen
en werd met allerlei draadjes gewerkt
om de zaak te repareren. Natuurlijk
met allerlei aanwijzingen van goedwil
lende omstanders. Wij reden weg en
lieten het gekwetter achter ons, en
werden nog nagewuifd ook.
Thuis op de onderneming wachtte
mams al met een heerlijke rijsttafel.
Maar ik moest altijd eerst minstens
een kwartier liggen, omdat ik op het
laatste stuk van Dampit naar Soember
Soeko altijd doodziek werd. 33 Haar
speldbochten in 3 km weg met links
een steile glooiing omhoog en rechts
de djoerang.
Als ik me weer goed voelde, dan was
het smullen, rustig aan, want 's avonds
kwam het jaarlijkse kerstmaal. Altijd
kip met compote, gebakken aardappel
tjes. Hmmm I Dan kwamen de em
ployés van de diverse onderafdelingen
bij ons. We hadden geen kerstboom.
Soms moest een kleine tjemara daar
voor dienen. Wel brandden we kaars
jes en we hadden een koffergrammo
foon, waarop we kerstplaatjes afdraai
den. Zoveel keren dezelfde 2 of 3
platen. Je moest dan zo'n scherp naald
je in een kokertje schroeven. Voor de
zuinigheid telkens een beetje draaien.
De platen krasten wel, maar dat hin
derde helemaal niet. Wij zongen alle
maal mee. Om half 10 was het afge
lopen en gingen de heren naar hun
afdelingen terug en wij moesten wel
naar bed, want om 10 uur gingen on
herroepelijk de lichten uit. De fabriek
had zijn eigen aggregaat voor elektri
citeit.
Op oudejaarsavond mochten de lichten
langer branden. Natuurlijk, want dan
was de baas ook thuis met veel tamoe.
Bij ons was het erg gezellig. Veel lo
gees, vriendinnen van mijn zuster en
van mij. Soms familie en kennissen, en
natuurlijk weer de mensen van de
onderafdelingen. Wij jongeren gingen
ouderwets ganzeborden. Met echte in
zetten. Voor zulke gelegenheden kocht
mams een blik gems van Huntley and
Palmers. Dat waren van die kleine
ovale beschuitjes, net mariebeschuit.
Daar werd mee gespeeld. Natuurlijk
verdwenen er veel van die bolletjes in
de grage monden. Of ze nu over de
grond rolden, dat mocht de pret niet
drukken. En pret hadden we.
De ouderen gingen meestal pertoeten,
of zo maar babbelen. Er werd veel ge
lachen. Pertoeten deden ze vaker, za
terdag of zondag. Ze speelden om
halve centen. Winst zowel als verlies
ging in één gemeenschappelijke pot.
Als daar genoeg in zat, ging het hele
stel daarvan naar Malang met de taxi.
Wij profiteerden mee. Eerst bij de Chi
nees eten en daarna naar de bioscoop.
Dan nam Paps een coupon van 10
plaatsen tegelijk, deftig loge. Er bleven
dan altijd wel een paar kaarten over.
Die mocht ik hebben en dan ging ik
daar met een of meerdere vriendinnen
mee biossen.
Enfin, oudejaarsavond op die rubber
onderneming. Ganzeborden met gems.
En natuurlijk had Mams dan weer heer
lijk gekookt. Radio hadden we toen
nog niet, dus werd onze oude trouwe
Junghans klok nauwlettend in de gaten
(lees verder pagina 27)
23