eJ*ler inner incj en 3£etjil (XLVIII) EN EENS "En eens", zo schreef Alfred van Sprang in 1949 in het gedenkboek van de 7 december divisie "Wij werden ge roepen", "zal men naar dat alles terug verlangen. Naar de sawahs en de bergen en de klapperbomen en het klimaat van West-Java. Het vervelende vervaagt en het mooie blijft. Men zal verlangen naar een avond met elkaar in de pri mitieve cantine. Naar een patrouille in dat machtige berg land als de dag net aangebroken is en alles nog fris en prettig is. Naar een varkensjacht. En ook naar een poli kliniek, waarmee men voor honderden arme sloebers van Indonesiërs echt iets kon doen. Zo heeft ieder zijn eigen verlangens. De een zou weer achter het stuur van een drietonner willen zitten. Een ander verlangt naar het fasci nerende inlichtingenwerk. Men zal verlangen naar het heer lijke gevoel van een koud bad, een sigaret en een brief van thuis na een zware meerdaagse patrouille, naar de spanning en de teamgeest van een actie, naar de onver getelijke nachten als een volle maan het hele landschap in een onwezenlijk licht zet. Er is zoveel om naar terug te verlangen. Naar die unieke en onweerstaanbare sfeer, waarin alles gehuld was en die kleur en karakter en een heid aan dat leven gaven. Daar zal men naar verlangen". O, hoe gelijk heeft Alfred van Sprang gekregen. Het "eens zal men naar dat alles terug verlangen" houdt me al jaren sterk bezig. Het sterkst altijd in de donkere dagen voor Kerst, wanneer de zon meer afstand heeft genomen en de koufronten met hun zogenaamd "gezonde vrieskou" het leven buitenshuis verzieken. Dan broeit het van verlangen in me naar die goede oude tijd van toen vroeger in Indië, on danks dat ik weet dat het verlangen naar dat alles een eeuwig verlangen zal blijven. Een bevrediging van dat verlangen, de herbeleving, zit er nooit meer in. Voor nie mand. Wat geweest is, is geweest en komt nooit meer terug. Het verlangen naar toen is te vergelijken met een portie nasi goreng. Een portie nasi goreng kan je ook maar één keer opeten. Dan is de koek op. Een tweede keer opeten bestaat niet. Je kan je daarna alleen nog tegoed doen aan de herinneringen, de kweek van het verlangen. Meer niet. Alleen, het tegoed doen aan de herinneringen is niet altijd even prettig, want ook de trieste gebeurtenis sen in die goede oude tijd, die je het liefst zo snel mogelijk had willen vergeten komen maar al te vaak in de herinne ringen voor. Zo herinner me nog steeds de doodsangst die ik zag op de gezichten van vijf jonge vrouwen. We waren getipt dat een TNI-eenheid zich tijdelijk in een kampong in ons patrouille- gebied ophield. Omdat elke tip door ons serieus werd genomen spoedden we ons naar die kampong. Bij het licht worden hadden we de kampong bereikt en net toen we de kampong in wilden gaan kwamen vijf goed geklede jonge vrouwen, niets vermoedend van onze aanwezigheid, kwet terend en vrolijk lachend de kampong uit. Toen ze ons zagen veranderde de lach op hun gezicht in doodsangst, gillend renden ze langs ons heen en zochten een veilig heenkomen achter de dijkjes van de aan weerszijden van het pad gelegen sawahs. Ze wisten dat er geschoten zou worden. Ook herinner ik me de man, een krankzinnige, die achter gebleven was in de kampong waar we tijdens een grote zuiveringsaktie doorheen trokken en waaruit de bevolking onder dwang van de TNI gevlucht was, zo we later ver namen. Tot op het bot vermagerd, gehuld in wat lompen en wilde kreten slakend, liep hij waggelend over de aloon aloon in onze richting zich steunend aan een bamboestaak welke een paar meter boven hem uitstak. Op de aloon aloon stond een van bamboe getraliede kooi, geopend. Aan de inhoud van de kooi was duidelijk te zien dat de man hierin heel lang opgesloten had gezeten. Vermoedelijk had (lees verder volgende pagina onderaan) Bij Kuntilan (weg Magelang-Salatiga), tussen de prachtige bloemkwekerij van Geesink(?) van voor de oorlog en de tabaksaanplant nu, ligt een politionele actie. De bloemkwekerij verdween, de prachtige villa erbij eveneens. Nu staat (op de foto niet te zien) de tabak er goed bij. Mensenhanden maken, verwoesten, maken opnieuw. Ongenaakbaar en eeuwig ligt daar de Merbabu op de achtergrond. (Foto: R. L. Mellema) 28

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 28