"Roemah Wallenquist", mijn woning op de Bosscha Sterrenwacht. kroonprinses Astrid van België (waar bij zij ook de gelegenheid kreeg om Zweeds te spreken); op 30 juni 1930 hadden wij een officieel bezoek van Zijne Hoogheid Pakoe Boewono X, Soesoehoenan van Soerakarta met groot gevolg; op 28 augustus 1930 kwam de gouverneur-generaal van Straits Settlements, Sir Cecil Clemente Het wetenschappelijke werk op de Bosscha Sterrenwacht Toen ik in eind juli 1928 mij op de Bosscha Sterrenwacht geïnstalleerd had, kreeg ik mijn eerste teleurstelling: de Bosscha-refractor waarmee ik ge hoopt had de platen van Omega Cen- tauri te kunnen opnemen, was onbruik baar daar de objectieven niet waren aangekomen. Ongeveer een maand ot zo later toen de objectieven gemon teerd waren, bleek dat er een perio dieke fout in het drijfwerk was die het onmogelijk maakte om foto's op te nemen met de kijker. Eerst in augustus 1930 heeft men een ingenieur en een monteur van de Firma Zeiss in Jena naar Lembang laten ko men om te trachten de refractor in or de te krijgen. Na drie maanden ver geefs werk zijn de Duitsers weer naar Jena terug gegaan. Het instrument was inderdaad iets beter geworden en men kon nu platen met korte belichtings tijden van enige minuten opnemen maar, helaas, niet met de lange be lichtingstijden die voor Omega Cen- tauri nodig waren. Ik moest dus mijn oorspronkelijke plannen geheel ver anderen maar later meer hierover. Toen ik naar Lembang kwam waren behalve Dr. Voute slechts twee ster renkundigen in dienst, namelijk Ur. ten Bruggencate uit Göttingen en ik- zelfs uit Uppsala. In oktober ging Ten Bruqqencate terug naar Duitsland en in zijn plaats kwam Dr. E. A. Krelk®n. uit Holland, die tot 1 januari 1931 bij de staf der sterrenwacht behoorde. Zoals ik reeds gezegd heb was Voute een eigenaardig mens. Hij was een enthousiast en bekwaam waarnemer, vooral van dubbelsterren. Zijn motto was "het bestuderen der eeuwige din gen is de vreugde des levens" en hij had blijkbaar getracht dit na te leven. Hij heeft aldus vele duizenden dubbel sterren gemeten. De dubbelsterren werden oorspronke lijk met de 19 cm Merz-refractor (3 m brandpuntsafstand) gemeten, maar van af de tweede helft van 1928 heeft Voüte de dubbelsterren visueel met de Bosscha-refractor waargenomen. Later heeft hij ook fotografische dubbelster metingen gedaan en platen van trigo nometrische parallaxen met de Bos scha-refractor opgenomen. Bovendien heeft Voüte een stuk of 16 nauw keurige lichtkrommen van zuidelijke veranderlijke van Cepheïde-type (va riabele sterren) gepubliceerd. Het meest belangrijke werk van Voute is echter zijn "Second Catalagua of Radial Velocities die hij, in opdracht van de Internationale Astronomische Unie op het congres in Cambridge (Engeland) 1925, heeft samengesteld en die alle toegangkelijke gegevens van radiële snelheden bevatte. De katalogus gaf radiële sneueden en andere gegevens voor meer dan 400U objecten, daaronder bijna 200 nevels, sterrenhopen en extragalactische stel sels. Dr. P. ten Bruggencate had oorspronkelijk op het gebied der sterrenhopen gewerkt en hij was o.a. bekend door zijn boek "Sternhaufen (Julius Springer, Berlijn 1927), welk Endin Andin Wiriaatmadja, de mantri, aan het werk. Dr. P. ten Bruggencate, Lembang, 1928. boek hij aan boord van S/S "Johan de Witt" had voltooid op weg van Genua naar Batavia in oktober 1926.) Op de Bosscha Sterrenwacht heeft Ten Brug gencate hoofdzakelijk veranderlijke sterren onderzocht en o.a. heeft hij twee belangrijke spectraalfotometri- sche onderzoekingen van Cepheiden qemaakt op basis van platen opgeno men te Lembang met de Astro-UV- Triplet (15 cm opening en 150 cm brandpuntsafstand) in kombinatie met een objectiefprisma. Dr. E. A. Kreiken heeft gedurende zijn verblijf op Lem bang zich vooral bezig gehouden met statistische onderzoekingen van ster ren, meestal dubbelsterren, en heeft zijn onderzoekingen gepubliceerd o.a. in het "Bulletin of the Astronomical In stitutes of the Netherlands" (BAN). Kreiken heeft een interessant artikel gepubliceerd, waar hij op basis van een statistische behandeling van de radiële snelheden van spectroscopi sche en visuele dubbelsterren heeft aangetoond dat deze sterren tot twee verschillende groepen met verschil lende oorsprong behoorden, in over eenstemming met de theortische on derzoekingen van Jeans, gepubliceerd o.a. in zijn boek "Astronomy and Cos mogony" (1928). Tenslotte wil ik ook over het werk van andere personen die geen leden van de staf van de sterrenwacht waren iets zeggen, die desondanks het werk al daar gedaan hebben, of de resultaten in de ABS gepubliceerd hebben ge durende mijn tijd op Lembang. Professor Dr. A. Pannekoek uit Amsterdam werkte enige maanden in 1926 op de sterrenwacht waar hij helderheidsschattingen deed van de zuidelijke Melkweg. Door dit werk hebben wij, tezamen met Pannekoeks vroegere gelijksoortig werk over de noordelijke Melkweg, nu een volledig beeld van de visuele helderheidsver- (lees verder volgende pagina) 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 8