TUNAS Trade, Tours Travel International B.V.
MAGELANG
Graag wil ik even inhaken op de bij
drage "Magelang, toen en nu" van
J. W. Hanhart in uw Kerstnummer '82,
blz. 17 ss. Schrijver vermeldt er ter
loops de broer van zijn makker Bertus
Mooi Wilton. Hierbij enkele "details"
die hij niet meer weet.
Willy (Willibrordus) Mooi-Wilten (zo
staat hij bij ons geregistreerd) werd
17 aug. 1915 geboren in Semarang.
Na de AMS op het Canisius-College
in Batavia C. begon hij in 1936 zijn
priesteropleiding, op Java. Na de Ja
panse inval in 1942 kreeg ik volgens
een soort noodformatie van degenen,
die buiten de internering zouden blij
ven, Magelang als standplaats toege
wezen. Evenwelik kwam toch
achter de kawat terecht, en daarom
werd Willy die wel "vrij" bleef, daar
heen gezonden om de pastorie te be
zetten. Hij had toen juist zijn filosofie
studie voltooid. Voor mij begon toen
de kruisweg van het ene kamp naar
het andere, en later na de capitulatie
een nieuwe internering door de Indo
nesiërs.
Zo lagen wij november 1945 op stroo
in de loods van Poendong (ten zuiden
van Djokja) toen wij op briefkaarten,
die wij van buiten mochten ontvangen,
in een soort code vernamen, dat "on
ze makkers in Magelang plotseling
overleden" waren. We konden wel
vermoeden, maar durfden niet uitspre
ken, wat er gebeurd was. Naderhand
vrijgekomen vernamen we het.
Op de Pastorie van Magelang zaten
toen behalve Willy, een Javaanse col
lega, en een Menadonese helper, ook
enkele Nederlandse priesters, die na
de Japanse internering waren terug
gekeerd naar Kedu, waar ze tevoren
werkzaam waren geweest. Toen het
geweld begon te woeden, vluchtten de
"Europeanen" weg, of werden afge
voerd naar veiliger oorden, maar zij
wilden hun post niet verlaten, omdat
zij als "herders" de kudde in Magelang
niet in de steek wilden laten, en den
kelijk ook met de gedachte, dat de
Kerk als neutraal en "non-combattant"
ongemoeid gelaten zou worden. Maar
U weet, dat de jonge Republiek toen
nog niet overal effectief gezag had, en
geen controle over allerlei gewapende
groepen, die naar eigen goeddunken
terreur uitoefenden. Voorzover kan
worden gereconstrueerd, drong een
zeer fanatieke groep toen de Pastorie
binnen, en beschuldigde hen van
"spionage, verboden wapenbezit, vijan
dige acties enz.", klanken, die ons ook
heden ten dage in bepaalde landen
niet onbekend zijn. Ze werden allen
meegesleurd naar een plek nabij het
kerkhof, waar ze eerst een grote kuil
moesten graven, en daarna stante
pede neergeschoten: vijf priesters,
twee priesterstudenten, en een paar
leken (de identiteit van deze laatsten
staat niet geheel vast). Veel later, in
rustiger tijden, is hun gebeente opge
graven en bijgezet op het kath. kerk
hof van Muntilan; daar rust dus ook
onze Willy, een "Indische jongen".
Onder die 5 neergeschoten priesters
was nog een andere "Indischman":
Pater Jos. Versteegh, misschien aan
oldtimers uit Midden-Java nog bekend.
Dit zijn de spaarzame details van de
tragedie op 1 november 1945 in Ma
gelang.
Als ik hieraan denk, kan ik niet ver
geten, dat ik toen "veilig" binnen de
loods van Poendong zat, terwijl Willy
daar werd omgebracht. En dat hij in
mijn plaats in Magelang werd gestatio
neerd. Als ik "vrij" gebleven was, als
dan zat ik niet nu voor mijn type
writer I Gods wegen zijn onnaspeurlijk.
Met de bovenstaande details kan ik
wellicht Hr. Hanhart of anderen, die
Willy Mooy nog gekend hebben, enigs
zins gerieven.
M. FEROUGE
UIT EEN BRIEF
"Ik ben geen Indische Nederlander,
maar vertoefde wel, als militair, drie
jaren in de tropenzon en leerde er veel
Indische mensen kennen en waarde
ren. Leeft de familie de Labretonnière
nog, waarvan het hoofd van de familie
in Zuid-Sumatra (Palembang) bij de
spoorwegen werkte in 1948?
Wij zaten samen in de padvinderij.
Waar ik eigenlijk over schrijf is het
volgende:
Wie kent een zekere A. van Hovenaar
(de klank van de naam kan mogelijk
iets anders zijn) die in de jaren tot
1941, bij de inval van de Jappen, als
officier voer op het KNSM schip
"Oranje Nassau".
Deze man stierf in Birma, werd over
reden door een locomotief. Hij werd
gedwongen de executie van drie ge
vangenen bij te wonen. Hij stierf in
1943, in welk kamp is mij onbekend.
In het kamp was een blanke verrader,
die daar met een Inlandse leefde. Deze
feiten kwamen bij een regressie (hyp
notherapie) van de nu als jonge vrouw
levende M.S. die leed aan een trein-
fobie. Zij durfde niet in de buurt van
treinen te komen. Was altijd bang dat
ze ooit gedood zou worden door een
haar achtervolgende trein. Die angst
is door de therapie, welke ik met haar
deed, enkele weken geleden, opgelost.
A. van Hovenaar werkte aan de doden-
lijn en hakte stenen uit. Tijdens de
vlucht werd de uitgeputte man, onge
veer 50 jaar oud (kan ook 40 zijn)
door de locomotief gegrepen en ge
dood. Mogelijk zijn er Indische land
genoten die ons kunnen helpen
JAN A. KLEYN
DE PAROET-DINGKLIK
UIT DE MINANGKABOUW
Die paroet-dingklik, die zo tot mijn
verbeelding sprak.
Wat was ik verrast met die foto van de
paroet uit mijn geboorteland. En terug
vlogen mijn gedachten weer naar mijn
prille, onvergetelijke jeugd in Sawah-
loento.
Die paroet, die menigmaal mijn "paard
je" was, waarop ik verre ritten maakte.
Een oude ceintuur om de hals van mijn
paardje", ik erop, soms schrijlings;
de teugels stevig in de hand en weg
reed ik; met een bieting mijn paardje
soms tot galop aansporend.
Ik mocht later ook zo graag klapper
raspen voor mijn moeder. Vergelijk
deze fantastische uitvinding nu eens
met die javaanse paroet. Een hekel
had ik aan dat ding en vol bewonde
ring was ik altijd voor mijn kokkie, die
kans zag er klappers mee te raspen
zonder haar vingers open te halen.
Trouwens, die minangkabouwers had
den meer van die fantastische uitvin
dingen. Neem nu dat waterrad voor de
bevloeiing van de sawahs. Van ver
hoorde je al dat specifieke geluid van
dat reusachtige langzaam op de stroom
van de rivier wentelende rad.
Op mijn "sentimental yourney" door
de Minangkabouw zag ik ook dat ver
trouwde beeld weer terug.
JENNY HEETKAMP-SENSTIUS
NAMEN ZEGGEN IETS
(reaktie op Moesson 15 november j.l.
Tasmiah Sodjo.)
Van mijn jaren in Makassar heb ik een
lijst van Boeginese en Makassaarse
namen. Daar staan twee keer op: Sere
ati stralend (of rein, licht) hart.
Sere komt daar veel voor.
Zou Sariati al Bataviaans zijn
De andere namen klinken ook Javaans.
Sodjo is van Jogja. Komt misschien
één van de grootouders van de kant
van Makassar?
D. DE RAADT-PRANGE
385 Beeklaan
2562 AZ DEN HAAG
Telex: 34193 tunas nl.
Telefoon 070-63 92 27 63 89 94
Uw Indonesië en Verre Oosten reis op de maat van uw beurs en wen
sen gesneden I
Agent voor Europa van P.T. TUNAS INDONESIA TOURS TRAVEL Jakarta
kantoren: Medan, Padang, Yogya, Surabaya, Bali, Ujung Pandang, Bandung.
Singapore, Hongkong, USA.
16