Palmen en Pasirahs (IX) DE BANGOEN door Victoria Kaulbach en Dr. J. van Waardenburg Vragend de kring rondkijkend, kreeg hij slechts onschuldige ogen te zien. Zij, de Hoofden, hadden het niet gedaan. Dat kon ook niet, zeiden zij, want op dat moment had de Pasirah een bespreking met de Kria en de Penggawa's ergens andersNiemand wist het dus. De dader lag natuurlijk op het bekende kerkhof. Het tida-taoe-toean vierde hoogtij. "Lèmper batoe semboenjikan tangan merkte Aardeman sarcastisch op. Met stenen gooien en de hand ver bergen; dat betekende; iets in 't geniep doen of ergens niet voor uit willen komen. Beide betekenissen waren van toepassing in dit geval. In verband met plaatsgebrek in de vorige nummers van Moesson, moest tot onze spijt de serie "Palmen en Pasirahs" enige tijd worden onderbroken. In dit nummer hervatten wij de plaatsing van deze serie, waarvan de achtste afleve ring in de Moesson van 1 december 1982 stond. Het werd aardig warm op de voorgale rij van het huis, waar zij met zijn tie nen vergaderd zaten. De zon brandde op het atappen dak. De Demang en de Mantri Politie zaten verderop te wachten. Er heerste stilte. Iemand kuchte verstolen. Het was de Pasirah. Aardeman wachtte een ogenblik om hem de gelegenheid te geven iets te zeggen, maar de Pasirah zweeg. De anderen hielden zich eveneens koest "Lik eerst je lippen af, alvorens je stem te laten horen I" De stilte werd onbehagelijk en dat was Aardemans bedoeling. Toen deed hij zijn uitspraak: "In dit geval moet jullie eigen adat, zoals in de Oendang-oendang Simbur Tjahaja geboekstaafd is, spreken. Jul lie Marga is besmet en in zonderheid de doesoen Tjempapa waar dit is gebeurd. Op deze doesoen plus de aansprakelijke hoofden wordt de bangoen') opgelegd, te weten een boete van seriboe ringgit- duizend rijksdaalders - binnen 14 dagen in Martapoera te voldoen bij mij op kan toor I" Hier wachtte Aardeman een fractie van een seconde om te ver volgen: "Over het ontslag van de ver antwoordelijke hoofden zal nader wor den beslist I" Een bliksemslag uit heldere hemel zou minder schrik hebben veroorzaakt. Aardeman zag star-ogen van schrik, kol-ogen en ingehouden adem. Ont slag I Seriboe Ringgit. De stilte werd benauwend. Dat was per gezin zo'n beetje het verschuldigde jaarlijkse be lastingbedrag De aanwezigen bogen het hoofd. Geen kik gaven zij. Het vonnis werd met strakke gezichten aangehoord. En- rechtvaardig geacht. Maar het dreigende ontslag. Ontzet tend. Wat een ramp De Pasirah depte even met een groen zijden doekje zijn voorhoofd af. Toen sprak hij namens alle aanwezigen; "Deze bangoen zal zo spoedig mo gelijk worden opgebracht, padoeka toean controlirWij smeken U een goed woord voor ons te doen en de Resident te verzoeken ons in ons ambt te handhaven. Wij garanderen U dat dit nooit meer zal gebeuren". Aardeman stond op, nog altijd in de rol van de wreker, ten teken dat deze zitting was beëindigd. Ook de Demang en de Mantri Politie stonden aan het eind van de galerij op. Begeleid door zijn beide ambtenaren en de Pasirah en de Pembarap, liep Aardeman naar buiten, de gloeiende zon in en schreed langzaam en waardig naar de auto, groette kortaf de Pasirah en de Pembarap, die even het hoofd bogen. Hij stapte in. De mantri politie zette zich voor bij de chauffeur, de Demang naast Aardeman. De zon was al hoog aan de hemel geklommen en toen de auto wegreed, liet deze een stofwolk na, die zich over de twee mannen legde als een wade van rouw. Thuis gekomen werd de A.R. van Batoe Radja van alles op de hoogte gesteld. Aardeman had het idee dat de straf niet zo hard was aangekomen. Het ge beurde in die tijd, waarin de rubber het heel goed deed en hoge prijzen maakte na de Eerste Wereldoorlog - de roaring twenties deden de gul dens rollen. Het kon de mensen in Tjempaka - zo'n duizend herendienst plichtigen - niet zo verschrikkelijk veel moeite kosten de bangoen van seriboe ringgit bij elkaar te krijgen. En hij kreeg gelijk. Binnen een week had hij die duizend rijksdaalders op zijn kantoor liggen. De Pasirah kwam het bedrag persoonlijk overhandigen. Aardeman lichtte onmiddellijk de A.R. in, die op zijn beurt de Resident van dit alles verwittigde. De bangoen- affaire was niet helemaal beëindigd, want de Pasirah kreeg nog een fikse schrobbering. Twee dagen later reed Aardeman opnieuw naar Tjempaka. Daar deelde hij de betrokken Pasirah en de hoofden en oudsten mede, dat als zoiets zich nog eens in de toe komst zou voordoen, waar dan ook in diens ressort, hij zijn pet aan de kap stok kon hangen en zijn stok met de zilveren knop met het fiere Gouverne mentswapen erop in de kast kon op bergen. En mét hem de Pembarap, zijn vervanger, én de Kria én de zes Peng gawa's Aardeman vermoedde dat de Depati wel degelijk wist wie de aanstichters waren en dat hij de ouders van die boedaks voor veel geld had aange sproken en alleen het tekort had bij gepast. Bovendien zouden die ouders hun stoute jongens wel een behoorlijk pak slaag ten overstaan van de hoof den hebben gegeven. Daar was hij zeker van. In elk geval had Aardeman het geld; dat werd gestort in 's Lands Kas met de aantekening: zijnde de opbrengst van een ge val van bangoen in de Marga Seman- dawai Soekoe Doea, hoofdplaats Tjempaka - doesoen Tjempaka Hiermee was de zaak afgedaan. Nog enkele malen bracht de controleur Aardeman Tjempaka een bezoek. Zij waren daar wel "bangoen" - in de betekenis van "wakker" - geworden De schrik zat erin.'Toen hij de scholen bezocht, was alles rustig. De scholie ren zaten stokstijf in hun banken en de onderwijzer riep met stentorstem: "Satoe"! "opstaan" - waarop de leer lingen zich verhieven; "Doea"! "salue ren" - waarop de knapen ernstig sa lueerden; "Tiga"! "zitten" - waarop allen netjes gingen zitten. Orde en rust! Dat vele geld derven was toch niet prettig. Neen, als je aan hun beurs kwam - seriboe ringgit - dat was dé manier om hun een lesje te leren. Op het juiste ogenblik toverde Aarde man uit zijn zak een klein speelgoed- autotje tevoorschijn, dat hij met spitse vingers omhoog hield, zodat iedereen het kon zien. De ogen van de boedaks begonnen te schitteren. De leerling met het mooiste eindrapport zou dat zijn eigendom mogen noemen. Hij overhandigde het aan de onderwijzer, die het in verzekerde bewaring stelde. En de Seri Padoeka Toean Besar Resi- dèn? Wat had die daar eigenlijk te maken gehad of gezocht? Ada goela, ada semoet- waar suiker ligt, zijn mieren Aardeman wilde hierop liever niet ingaan. Later werd door de Assis tent-Resident gefluisterd wat de Resi dent had bewogen deze tocht te on dernemen. Het is beter hierover te zwijgen. Er komen altijd wel voorval len voor, die onaangenaam zijn voor het Korps B.B. Een hoge ambtenaar, ongehuwd en sindsdien overgeplaatst, zou uit deze contreien een vrouw als huishoudster hebben gebruikt en af gedankt. Er zou bij de Resident een klacht hierover zijn ingediend, welke hij zelf en alleen had willen onder zoeken om deze hoge ambtenaar niet in verlegenheid te brengen. (lees verder volgende pagina, Ie kolom) 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 10