BIJ DE VOORPLAAT DE INDISCHE SOCIËTEIT «SERUKUN» OP JE OUWE DAG 2 Je kunt in Nederland niets simpels bedenken of er is altijd wel iemand die er een probleem van maakt. Soedah, in een democratisch land mag elke gek wat zeggen, ga maar pisang goreng bakken of bridgen, luister maar niet. Maar er komen vragen in de Kamer, ministers en staatssecretarissen buigen zich over het "probleem" en voor je weet zit je er mee. Zo was er een poos geleden iemand die uitvond dat "ouden van dagen" be ledigend klonk. Oudjes mocht je ook niet zeggen, bejaarden nog wel. Een be jaarde man, een bejaarde mevrouw mag je wel in elkaar rammen en beroven, maar ouden van dagen neen, dat mag niet. Ja, je mag ze wel beroven en mis handelen, maar je moet ze wel netjes omschrijven. Oudje is denigrerend, Opa en Oma zeggen tegen mensen die niet je grootouders zijn is helemaal onbe schoft. Laat ze niet horen dat Indische mensen gewoon praten over "de ouwe lui" als we onze ouders bedoelen. Indische dametjes, waarover spraken zij en wie zijn het? Doet er niet toe, zo zie je ze het liefst, onder elkaar in hun eigen omgeving. Fotograaf Johan Ghijsels zag ze op een dag bij de PIGL in Den Haag. Mijn ouwelui. Hoeveel vertrouwelijk heid, warmte, genegenheid spreken uit die twee woorden. Mijn ouwelui zitten in een bejaardentehuis, klopt niet. Mijn ouwelui komen logeren, mijn ouwelui komen bij ons inwonen, dat klopt wel. En dan komen we nu op het onder werp waarover ik het wilde hebben deze keer. Het artikel op de volgende pagina "Tanguan Ibu" schreef Ralph Boekholt een half jaar geleden. Ik vond het goed maar was bang het te plaatsen. Het voor en tegen van be jaardentehuizen was alleen onderwerp van gesprek bij Indische mensen, en dit artikel zou misschien verkeerd vallen. Ineens gaan de laatste tijd stemmen op van: "zouden ouders niet beter bij de kinderen kunnen inwonen". Eigen aardig is hier dat wanneer een krant een onderwerp aansnijdt ogenblikke lijk anderen ook in het geweer komen. Radio, tv alles haakt in. Kunnen, moe ten, willen ouders bij de kinderen in trekken Willen kinderen het ook Interviews bij Sonja Barend, een uit zending van Open School, je hoort het voor en tegen, de pro- en anti samenwonen, ze hebben beiden ge gronde redenen voor hun voor- of afkeur. Een beetje bingoeng heb ik het alle maal aangehoord. Wat klopt er niet, wat is de sleutel van het probleem Verdraagzaamheid jegens, respect voor ouderen gaat de Oosterling en de Oosters-geaarde makkelijker af dan de Westerling. Zeden, gewoonten, ge loof en bijgeloof spelen in het Oosten (Azië dus) een grote rol in karakter vorming en menta'iteit van het individu. Zo eenvoudig ligt dat eigenlijk. Even simpel ook het feit dat er in ons leven daar, nooit sprake is geweest van bejaardentehuizen. Deze instellingen zijn een zegen, hoe we het ook bekijken. Ze zijn de enige oplossing voor het "onderbrengen" van de ouden van dagen, bejaarden, oudjes. De Opa's en Oma's die geen eigen huishouding meer aankunnen, en geen kinderen die hen willen of kunnen "hebben". Al dat gepraat over wel of niet in een tehuis is volslagen zinloos. Als de sfeer, de geest in huis daarvoor be staat, dan wonen die ouwelui in. Als die geest er niet is, dan wonen ze daar niet. Gebeurt dat tegen de zin in van een der partijen dan wordt dat samenwonen een hel. Hoeveel kinderen haten hun ouders gewoon! Afschuwelijk maar waar. Dom om dat te negeren. Al die weggelopen kinderen, al die honderdduizenden echtscheidingen, de ziekelijke situa ties, mijn hemel, moeten ouders daar hun ouwe dag slijten? Een moeder die bij haar gescheiden dochter inwoont of bij haar gescheiden zoon, dat gaat wel. Maar ze moet dan wel verdraaid goed haar plaats weten. Zulke vrou wen zijn er, zulke wijze mannen zijn er en als ze in dat gemeenschappelijke huis hun eigen plekje hebben en daar tevreden mee zijn, dan lukt het. Inleveren op je oude dag, dat is ge woon, geen schande, geen verdriet, geen onoverkomelijkheid. Ik hoor zo vaak ouderen zeggen: ik heb voor ze gezwoegd en geploeterd, alles heb ik voor ze over gehad, nu mag ik ook wel wat van hen (de kinderen) eisen I Wie zo begint te denken of te praten kan rekenen op een constant laaiende ruzie tussen de generaties. Reken maar dat kinderen voelen dat er wat van ze verwacht wordt. Het is die on uitgesproken ouderliefde, kinderliefde die samenwonen onder alle omstandig heden, mogelijk maakt. Werkelijke ge negenheid (ook al kan er soms on enigheid zijn om het een of ander) tussen ouders en kinderen doet won deren in huis. Ik zie dat niet zo in Nederland, in de moderne Westerse wereld. Generaliseren mag niet, er zijn goddank ontelbare uitzonderingen. Waarom dit onderwerp de laatste tijd zo ijverig wordt aangesneden? Inkeer en verbijstering waar psychologen aan te pas moeten komen Kom nou I Bejaardentehuizen kosten onze lege schatkist miljarden, het is amper op te brengen en bezuinigen is bijna niet mogelijk. Met die luxueuze opberg- kasten die over geheel Nederland in de laatste 30 jaar uit de grond zijn gestampt kan men geen richting meer uit. Er is geen oplossing, men kan niet, men wil niet. De ouwe dag is hier anders, alles is anders, het is zo gegroeid. L.D. Op 19 december 1982 werd tijdens de soosdag in Hotel 'De Gouden Wieken' in Scheveningen besloten tot defini tieve naamgeving van de vereniging. Zoals overeengekomen op de oprich tingsvergadering op 10 oktober j.l., werd uit binnengekomen suggesties van leden een naam gekozen bij stemming. Bij deze stemming viel de keuze op de naam "Indische Sociëteit "Serukun", daar deze de meeste stemmen kreeg (25 stemmen). De naam De Indische Sociëteit verwierf 19 stemmen, "De Fakkel" 15 stemmen. "Serukun" betekent eendrachtig. Uit later binnengekomen reacties bleek, dat niet allen gelukkig zijn met de keuze van deze naam, die licht tot misverstanden aanleiding zal kunnen geven. De toevoeging "Serukun" zou immers de indruk kunnen wekken dat het een Indonesische vereniging be treft, terwijl de soos juist een speci fiek Indische vereniging is. Hoe het zij, de meerderheid heeft gesproken en de naam staat nu vast. De soos heeft nu een 150-tal leden, en op de soosdagen die goed werden bezocht, heerste een geanimeerde stemming. Voor het lidmaatschap van de soos kan men zich opgeven bij: RALPH BOEKHOLT, De Twaalfmaat 16, 1911 HD UITGEEST, Telefoon 02513 - 1 43 37; CHARLES MANDERS, van Boetzelaer- laan 86, 2581 AM Den Haag, Telefoon (overdag) 070-54 55 01. De eerstvolgende soosdag zal plaats hebben op zondag 27 maart 1983, waarover nog nadere mededelingen in Moesson zullen volgen.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 2