Palmen en Pasirahs (X) De Gouverneur Generaal was de hoogste gezagsdrager in ons voormalig Nederlands Indië, dat op bestuurlijk gebied in residenties was verdeeld. Aan het hoofd van deze gebieden stonden de Residenten, de zogenaamde gewestelijke bestuurshoofden. De belangrijkste residenties hadden een gouverneur. In Sumatra met zijn 9 residenties hadden het Gouvernement Atjeh en het Gouvernement Oostkust van Sumatra een gouverneur als bestuurder. Als rechterhand hadden de gewestelijke bestuurshoofden een Gewestelijk Secretaris. DE OELÈËBALANGSE OF ATJEHSE TROUW door Victoria Kaulbach en Dr. Jan van Waardenburg Toen de controleur Aardeman deze functie bekleedde, fietste hij elke mor gen van zijn huis aan de Lam Njong- weg over de Demmeni-brug langs de R.K. Pastoor Verbraakschool, waar ge kwetter van kinderen opklonk en het Atjeh hotel naar het Gouverneurs kantoor. Dat lag op het terrein van de vroegere Dalam van de Sultan, die met de grond gelijk gemaakt was tij dens de Atjeh-oorlog. In Kota Radja, de hoofdplaats van het Gouvernement zetelde het bestuur van hoog tot laag. Dat bestond uit de Gouverneur, de twee Assistent-Resi denten, nl. van Groot Atjeh en de A.R. ter beschikking, onder meer belast met de administratie van de Landschaps- kassen; dan twee controleurs en alle hoofden van takken van dienst, ver spreid over diverse kantoren in de stad. De militaire macht was vertegen woordigd door de Kolonel en enige hoofd- en subalterne officieren en twee bataljons soldaten, over de re sidentie verspreid. Aardeman peddelde met zijn lange benen langs de groene dreven op de zonbeschenen asfaltstraat en oogde spijtig de auto's van de A.R.'s en de controleurs na, die hem toeterend voorbij reden. Hij had geen auto meer! Het vorige jaar zat hij nog als contro leur van de Onderafdeling Langsa af deling Oostkust van Atjeh, in Langsa. Toen had Gouverneur Flipse hem tot secretaris in Kota Radja gebombar deerd. Dat was heel eervol en Aardeman kon deze benoeming niet weigeren. Toch vond hij het jammer, in de eerste plaats omdat hij geen actief bestuurs ambtenaar meer was. Daarbij wogen de financiële aspecten ook heel zwaar. Een controleur kreeg nl. in Atjeh maandelijks 75,gevarengeld, om dat het bestuurswerk in Atjeh risico's voor het vege lijf meebracht Als bureau-ambtenaar derfde hij deze emolumenten. Ook zijn auto moest op stal; zijn maandelijkse autotoelage van 60,werd dus ingetrokken. Daarenboven verloor hij zijn aandeel in de vendugelden plus zijn toelage als voorzitter van het plaatselijk fonds te Langsa. Een enorme achteruitgang van zo'n 200 gulden per maand. Op een maandsalaris van 625,scheel de dat een slok op een borrel. Rechterhand van de Gouverneur te zijn was een erebaan, maar daarbij zeer De woning van de Gewestelijk Secretaris aan de Lam Njongweg in Kota Radja. leerrrijk, omdat alle correspondentie van de vijf afdelingen via hem - en meestal met zijn advies of aanteke ningen - naar de Gouverneur liep. Dat was heel hard en nauwkeurig werken. Je stond dag en nacht klaar voor de Gouverneur. Aardeman reed de oprijlaan van de grote, weelderige aangelegde tuin van het Gouverneurshuis op en sloeg links af naar het aangrenzende kantoor. Voor het paleis waaide trots de rood- wit-blauwe vlag ten teken dat de Gou verneur thuis was. Die had in het pa leis zijn eigen kantoor. Een oppas kwam haastig toelopen, nam de fiets van Aardeman aan. Deze stapte de brede stoep van het kantoor op, hing zijn pet aan de houten kap stok en ging achter zijn bureau zitten. Om 7 uur 's morgens was het al warm in zijn ruime kamer met bureau en telefoon, een topografische kaart van Atjeh en het statieportret van Hare Majeseit Koningin Wilhelmina aan de muur. De hoge luiken stonden open om de ochtendkoelte toe te laten. Hasjim, zijn Atjehse kantoor-oppas, ging op het krukje voor de porte brisé (Singapore deuren) zitten, klaar om toe te schieten als Aardeman hem zou roepen. Geroezemoes van het kantoor personeel was vaag hoorbaar - een fietsbel en wat straatrumoer drong vaag de open luiken binnen, waar achter een massief van paarse bou- gainvillia bloeide in de ochtendzon. De hoofdcommies Encoromo Coffie bracht even later de post binnen. Als Gewestelijk Secretaris ontving Aarde man alle rapporten, brieven, verslagen van rechtszittingen, memo's, enz. van de vijf Assistenten-Resident van de vijf afdelingen van Atjeh. Hij fungeerde als zeef, schifte wat voor de Gouver neur van belang was en delegeerde de rest over de diverse instanties. De fan zoefde aan het plafond, een sus send geluid, terwijl de klok de kwar tieren wegtikte en de koffie, die om tien uur gebracht werd, geurde. Ge notvol nam Aardeman voorzichtig een slokje. Er was weer heel wat te doen vandaag en opnieuw verdiepte hij zich in de correspondentie. Het Atjeh Hotel bij de ingang van de Demmeni-brug. 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 6