De Prawiradirdja's OVERZICHT VAN HET MADIOENSE REGENTENGESLACHT 1755 - 1872 door A. A. Lutter Misschien dat de vroegere oudere bewoners van Madioen hem nog kennen: Pangeran Ronggo Ario Koesnodhiningrat, Regent van Madioen (1900-1928). Het was weer voor het eerst in 1900, na het overlijden van zijn vader in 1872, dat er weer een Regent van het roemruchte geslacht der Prawiradirdja's de Madioense Kaboepaten kon betrekken. Dit geslacht had al vanaf 1755 een aan tal Madioense Regenten voortgebracht. Ik wil hier beginnen met een der be langrijkste data in de Javaanse ge schiedenis, namelijk donderdag 13 fe bruari 1755, de dag waarop de split sing van het Mataramse Rijk een feit werd. Nadat de Soesoehoenan van Mataram had goedgevonden "den af stand van de helft der desa's en tja- tjas, zoowel als de helft van Java, aan den Suthan Mancoeboemi". Bij het zogenaamde tractaat van Gij anti werd Mataram verdeeld in Soera- karta (met als hoofd de Soesoehoe nan) en Djokjakarta (met als hoofd de Sultan). Speciaal met betrekking tot dit verhaal gaat het om de buiten gewesten, hier de Oostelijke-Montjo- negoro. Aan het hoofd daarvan stond een hoofd-regent, die voor Soerakar- ta te Kediri en die voor Djokjakarta te Madioen. De eerste Regent van Madioen was Raden Ronggo Prawirosentiko, een vertrouweling van Sultan Hamengkoe Boewono I van Djokja. 'Hij wordt on der de naam van Raden Ronggo Pra- wiradirdja Regent van Madioen, en tevens Boepati-wedono van de Djok- jase Oostelijke-Montjonegoro, in V.O. C-documenten hoofd-regent genoemd. Tevens huwde hij met een dochter van Soesoehoenan Amangkoerat IV van Mataram. Raden Ronggo Prawiradirdja zou rege ren van 1755-1784. Ook als veldheer had hij zijn sporen verdiend. Met na me door het verslaan van de opstan dige Pangeran Rongga, die geen Vor- stenlandse prins is, doch zijn titel dankt aan zijn afstamming van Sunan Kalidjaja, één van de 9 Wali's (Isla mitische Apostelen). Zijn opvolger is zijn zoon Pangeran Prawiradirdja. Zijn regeringsperiode is 1784-1797. Over deze hoofd-regent is eigenlijk weinig bekend. Zeker is dat hij getrouwd was met een dochter van Sultan Hamengkoe Boewono I. Hij zou ook een zeer vroom man geweest zijn en gewoond hebben te Wonosari. Meer bekend is over zijn zoon en op volger de beruchte Raden Rangga Prawiradirdja. Een andere bron zegt trouwens dat deze Raden Rangga niet de opvolger was van zijn vader, doch van zijn grootvader was. Hoe het ook zij, hij trouwde met een dochter van Sultan Hamengkoe Boewono II, beter bekend als Sultan Sepoeh, "de Oure"; haar naam was Ratoe Madoenetno. Deze Boepati-wedono van de Djokja- se Oostelijke-Montjonegoro was een rijk man, die zichzelf de eerbewijzen liet toekomen als die van een "opper- magtigen vorst". "Wanneer hij zijn gasten inviteerde was alles even fijn en hij bezat in zijn schatten alles om zijn lusthoven van al het nodige rijk te voorzien". Hij was iemand die in staat was dolle streken uit te halen. Hij had onder anderen de Komman- deur van Braam beledigd, doordat hij hem op straat negeerde. Doch de zaak werd zeer ernstig toen op 10 februari 1810 Raden Rangga 2 desa's te Pono- rogo (res. Madioen) plunderde en ver brandde, waarbij 2 Solose onderda nen werden gedood en 1 gewond raak te. Gouverneur-Generaal Daendels greep in door van de Sultan te eisen dat deze de zaak zou oplossen. Raden Rangga bleek schuldig na on derzoek, doch de Sultan deed hier ver der niets aan. Daendels wilde hierop de uitlevering van Raden Rangga, waartoe de Sultan na zeer veel moei te bereid werd gevonden. Dit werd niet in de laatste plaats afgedwongen door een militaire macht te Semarang te concentreren. Op 26 november 1810 zou Raden Rang ga, zoals hij zelf gezegd had, naar Batavia gaan om zich over te geven, doch het liep totaal anders af. Raden Rangga vertrok in de avond van 20 november 1810 met 300 gewapende manschappen naar Madioen. In zijn arrogantie proclameerde hij zichzelf tot Soesoehoenan Praboe Ingalogo en roept de bevolking op zich tegen het Nederlands gezag te keren. De Sultan, bang dat hij de schuld zou krijgen van Daendels, formeerde een leger van 1000 man sultanstroepen onder leiding van Toemenggoeng Poerwodipoero, die onder andere werd bijgestaan door luitenant Paulus en zijn 12 dragonders. Dit bleek niet zo goed te gaan, zodat Toemenggoeng Poerwodipoero werd vervangen door Pangeran Dipo Koe- soema. Nu was de militaire actie succesvoller en werd de kraton van Raden Rangga te Maospati op 7 de cember 1810 zonder tegenstand in genomen; 4 dagen daarna werden zijn moeder, kinderen en twee broers ge vangen genomen. Op 26 december werd de dood van Raden Rangga gerapporteerd. Met zijn dood was ook de laatste grote veldheer van Djokjakarta gestorven. Zijn oudste zoon was toen nog te jong om zijn vaders plaats in te nemen. Daarom werd Pangeran Dipo Koesoema boe pati-wedono van de Djokjase ooste- lijke-Montjonegoro. De oudste zoon van Raden Rangga zou in 1802 geboren zijn. Tevens zou hij de lieveling zijn van Sultan Ha mengkoe Boewono IV. Op zijn 16e jaar kwam zijn eerste benoeming, on der de naam van Raden Pandji Prawi- rodhirdjo werd hij aangesteld tot we- dono ponokawan of te wel hoofd der pages en voerde hij het bevel over ruim 5Q0 man. In 1818 werd hij be noemd tot wedono pradjoerit in welke hoedanigheid hij corps-commandant was van de Sultan's lijfwacht. Ook was hij toen al bekend met de ge heimen van de Sultan. Waarschijnlijk vanwege de grote tevredenheid van de Sultan over zijn functioneren werd hij in 1822 benoemd tot boepati-we dono, dus hoofd-regent van de Djok jase oostelijke-Montjonegoro. Als zo danig droeg hij de titel van Raden Toe menggoeng Ario Prawirodirdjo en had zijn woonplaats te Wonoredjo. Zijn neef Pangeran Diponegoro kwam in 1825 in opstand tegen het Neder landse gouvernement. Daarom zou in hem het zelfbewustzijn van zijn vader Raden Rangga zich kunnen voortzet ten; gelukkig bleef hij het Nederland se gezag trouw, dit in tegenstelling tot zijn beroemde jongere halfbroer Sen- tot, de veldmaarschalk van Pangeran Diponegoro. Dat hij het Nederlandse Gouverne ment trouw bleef, bleek o.a. hieruit, dat hij op 8 augustus 1825 naar Soe- rakarta gaat om aan Generaal de Koek zijn trouw te bewijzen. De hoofd-re gent werd met vele geschenken weer naar huis gestuurd. Ook had hij de resident van Kedoe, P. Leclerq, ver gezeld tijdens de oorlogsverrichtingen. Onderwijl droeg hij de titel van Pan geran Ronggo Ario Prawirodiningrat. In 1828 huwde hij met de oudste echte dochter van Pangeran Adipati Pakoe Alam (die een zogenaamde Pangeran Amardiko was oftewel vrije prins, die onafhankelijk was van de Sultan van Djokja - hij had eigen grondge bied - doch wel bij hem in de kraton woonde). In 1830, als de Java-oorlog ten nadele van Pangeran Diponegoro wordt be slist, verliezen ook de Vorstenlanden hun Montjonegoro, waaronder ook Madioen (tevens Kediri en Banjoemas). Pangeran Ronggo Ario Prawirodining rat wordt nu regent van Madioen met de titel van hoofd-regent. Intussen heeft zijn gemalin twee zonen gekregen, namelijk Raden Mas Noto- dirdjo en Raden Mas Notodiningrat. Ook had hij nog 5 zonen uit zijn bij zitten. Op 27 februari 1859 overleed hij en later werd hij begraven te Sambidja- djar, dat niet ver buiten Madioen ligt. Hoewel dit niet binnen het bestek van dit verhaal is, nog even een kort ver slag van de lotgevallen der verdere Prawiradirdja's, regenten van Madioen tot 1928. 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 12