ORIENT TRAVEL B.V. Orient Travel 'KERBO MOBIL' Tijdens een autotocht in december j.l. op Java in het 'Garutse' zagen we in de sawah's langs de weg een tani met een mechanische karbouw. Ongeveer drie jaar geleden tijdens een lange reis door Indonesië door ons voor het eerst waargenomen op Sulawesi, echter niet op de foto gezet, besloten we deze kans niet voorbij te laten gaan en stopten de auto. Op blote voeten (met schoe nen te glad over de smalle, modderige dijkjes naar de man toegelopen om foto's te maken. Daarna vroegen we de tani: 'Nama-nja apa ini? Kerbo mobil?', waarop hij verongelijkt antwoordde: 'Bukan tuan, ini trèktór!' Het (Japanse!) apparaat beviel hem goed, is echter alleen bruikbaar op rechthoekige en ruime sawah's, hetgeen wellicht de reden is dat men ze nog niet op ruime schaal ziet gebruiken. Waar toegepast is dat veelal in 'koperasi'-verband. Een interessante ontwikkeling, die we echter niet toejuichen omdat nu eemaal de tani met kar bouw en de sawah onafscheidelijk zijn en moeten blijven (vinden WIJ). JOS BRUNT, Oslo, Noorwegen van het tederst blauw boven het dpk uitstijgen; ze 'begreep dat het kwam van het paviljoenerf, het domein van de eigenares. Op haar erf óm de "soemoer", stre ken in de morgenuren de was-baboes neer, als een zwerm kwetterende vo gels. De kleine mama keek overal, zelfs tussen de kruip-door, sluip-door waslijnen vol was. Ze vroeg het de katjong, die soesde over een klusje, dat hem opgedragen was; ze ging op het klik-klak geluid van een strijkijzer af en vroeg het aan de strijkende ba boe op de goedangemper, die schrok een beetje, want dacht, dat het de njonja besar was, die daar zo opeens aankwam en dat er iets scheef was gegaan. Maar geen mens had Dicky gezien Naarmate het uur vorderde werd het warmer; de baby was, met bad en al, van het grasveld verdwenen achter één van de loodrecht neerge laten kré's. Een enkele "eigen" baboe, die haar was op het paviljoenerf had te drogen gehangen, glipte geruisloos, waarbij ze het zonnescherm even opzij hield, bij haar njonja binnen. Een djongos bracht de koffie rond aan de thuisblijvers. De serene rust werd verbroken door de stem van een jon ge man, die vanaf zijn voorgalerijtje, de kamerjongen beval, een taxi aan te roepen. Sadri verdween op een suk keldrafje door de poort, op de voet gevolgd door de beide jonge kinderen, die mee mochten. Een vrouw en een baboe met een baby in haar slendang verschenen eveneens op de emper. Het vrouwtje frunnikte wat aan een kiektoestel, ze maakte nog even een prentje van de oude baboe met het kind, blijkbaar had de eerste een ver trouwde plaats in de familie ingeno men. Het was één van die jonge ge zinnen, die, overgeplaatst naar één van de Buitenbezittingen, zich op een K.P.M.-er ging inschepen. Na een mi nuut kwam de taxi met Sadri, héél rechtop staande op de treeplank; de stofdoek, die hij nu wel moest vast houden, wapperde over zijn schouder als een vaan in de wind. Achterin de wagen de twee kinderen met Dicky - de zoekgeraakte - die zich blijkbaar bij de inrit had opgehouden, tussen hen in. De eigenares kwam nog aan lopen om het jonge gezin goede reis te wensen. De baboe gaf de moeder de baby weer en pinkte een traan weg. De baby beloonde haar hiervoor met een vertroostend lachje. Ook de bedienden, die met het op laden van de barang geholpen hadden, lieten als in een koor hun "slamat dja- lan" horen - de fooi was niet onvrien delijk geweest. De mandoer maakte overeenkomstig zijn functie een kleine neiging, daar was hij dan ook de man doer voor. Toen dit ceremoniëel voor bij was en men wilde instappen bleken de beide kinderen uitgestapt zodat Sadri er weer op uit moest om ze te zoeken. En toen ook dit gebeurd was en nog eens een reprise van de goe de wensen was gevolgd, reed de taxi het erf af, de laan in, rechts af, in de richting van het station. De njonja besar ging de keuken, waaruit veel belovende geuren kwamen, in. Dicky was de laatste, die de poort binnenslenterde, waar zijn oog ter stond op z'n vergeten driewieler viel. Toen hij merkte, dat de mandoer niet in de eetzaal was - die was zich gaan omkleden, want het liep naar etens tijd - reed Dicky, zijn kans schoon ziende, regelrecht de verboden bin- nengalerij in. Het werd al heet buiten, niemand waagde zich meer op het grasveld, ook de schoolkinderen, die nu thuis kwamen, niet. Een duivenpaar, ergens op het pan nendak, zat dicht naast elkaar, als een symbool van een vredig en vruchtbaar leven, maar de koetilang, die kwajon gen, scheerde rakelings langs hen en liet één hoge schelle toon horen. Klonk dat niet als een spotlach De specialist op het Verre Oosten biedt aan Retour JAKARTA1.650,— PLUS retour BANGKOKf 1.495,— Nu voordelige overwinteringsreizen naar Califomië en Hawaii Rokin 52 - AMSTERDAM - Tel. 020 - 24 25 38 Laan van Meerdervoort 291 - DEN HAAG Tel 070-63 83 67 Singel 486 - 1017 AW AMSTERDAM Tel. 020-23 74 84 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 19