VOOR DE "VERGETEN" EX-KNILLERS IN INDONESIË f f f f f f f f f De 3de juli kon mijn broer eindelijk 't hospitaal verlaten en na een tijdje rust daar in Sestri Levante was hij weer zover hersteld, dat we de 15de al weer aan een ééndaags fietstochtje konden doen. Hij besloot het bergmeer en stuwdam, Lago di Giacopiane (1065 m.) "daar in de buurt" op te fietsen. We hadden die keer, behalve fototoestel len, heerlijk niets meegenomen. Anders als in Spanje, zagen we veel groen om ons heen en genoten, on danks de klimpartij, die al direkt na Cavi begon van die rit; 't deed ons zo'n beetje aan Indië denken. Maar intussen hield het klimmen niet op en konden we ons niet voorstellen, dat we nog een meer zouden tegenkomen. Voor de zekerheid vroegen we maar of dat wel bestond en of we op de goe de weg waren. Ja zeker, was hun ant woord, maar met de fietsHoofd schuddend keken ze ons na. Gerust gesteld wij dus verder de hoogte op. Er was geen zuchtje wind en ondanks veel schaduw benauwd warm. Ook totaal geen verkeer, laatstaan fietsers. We waren zo een tijd bezig, toen we we plotseling zicht kregen op een na genoeg kale bergtop, machtig oprij zend, recht voor ons uit. "O, daar is 't natuurlijk", grapte m'n broer nog, "bo ven aan die top"! Hij bezat de benij denswaardige eigenschap om juist on der zulke omstandigheden grapjes te maken. Weer na een paar dagen rust, in dat gezellige Sestri Levante, verlieten we onze camping, met slechts het hoogst- nodige, per fiets, om nu eens onze nicht op te zoeken, die in de heuvels bij Grasse, boven Cannes een bunga low had. Toch bleven we daar niet lang "han gen" en na twee nachtjes, de 26e juli '67, reden we heerlijk de laagte af, weer naar de kust toe; via Cannes en Nice, dus weer naar "onze" camping toe in Eze, die we 's avonds bereik ten. Eze is zo strategisch gelegen, dat je slechts even naar beide kan ten hoeft te fietsen, zoals bij Beau- lieu, Villefranche, of de andere kant op naar Monaco, om er de prachtigste dia's te maken. Nogmaals, met de fiets zie- en ontdek je meer. Zwemmen deed ik natuurlijk ook veel; het liefst bij de pier van de jachthaven van Monaco, van waar je ook, vanuit het daarlangs lopende weg dek, zo'n 8 a! 10 m. hoog, heerlijk in zee kon duiken. Het idee kwam van een paar sportieve Amerikaanse touristen. Ze trokken daarbij uiteraard veel de aandacht, o.a. van hun vriendinnetjes. Het was inderdaad ook een spectacu lair gezicht en zeer gewaagd, omdat 't daar lang niet diep genoeg was voor een duik van die hoogte. Terwijl zij stoer toch maar de zweefduik maakten, zat ik in mijn rikketik. Ik hield van to- renduiken.maar ben niet roekeloos. Ik zocht dus de rotsbodem af, naar het diepste gedeelte in de buurt waar ik dacht te zullen terechtkomen. Toen ik die vond, plaatste ik op de bodem er van een stuk wit porcelein. Van boven af 't wegdek was dat in het heldere water duidelijk genoeg te zien. We moesten van een laag muurtje langs die weg springen. Toen ik op dat muurtje stond, kreeg ik toch weer een angstig gevoel Maar ik kon niet meer terugkrabbelen uit schaamte, want iedereen, daar be neden op 't terras en bij de pier boven aan de weg, keek gespannen naar mijMij met wat moeite beheer send, zocht ik het goede afzetplekje op, om precies in dat diepe gedeelte te komen; iets naar links of rechts zou voor mij fataal zijn. 't Moeilijke was, dat ik flink moest afzetten (vooruit) om die plek te kunnen bereiken en daar bij nog een anderhalve-salto-gehoekt, te makenEnfin, het moest er van komen: stond hoog op m'n tenen, ar- Giro 1/2 Mevr. M. F. Houvink, Den Haag f 500,— 14/2 J. Keyser, Zevenaar 100,— 18/2 Mevr. Jacobse-Hart, Den Haag f 30,— 21/2 J. H. F. Olive, Den Haag f 50,— ABN 16/2 (NN) f 25,— 21/2 N. D. Lammeree-Muller, Rotterdam f 250,— Kas 22/2 (NN) f 2500,— Totaal ontvangen in februari 3455,— Giro 2/3 Mevr. E. C. Stoetzer- Lauterbach, Tricht 100, 4/3 Chr. H. Lioni, Amsterdam 50, 11/3 Mevr. Jacobse-Hart, Den Haag 15,' J. A. Pieters, Spanje 500,— 22/3 (NN, Stein) 1000,— 31/3 F. M. N. A. Sengers, Bennebroek 250,— ABN 8/3 J. J. Brantsz (C.J.B., Gerona) 250,— 11/3 R. C. Schaftlein, Victoria BC 250,— Totaal ontvangen in maart 2415, Tot nog toe werden aan 176 ex-Knil- lers in Indonesië en Thailand een be drag van 400,per persoon uitge keerd. De namen zijn bekend bij de penningmeester Charitatieve Fondsen Tjalie Robinson. men omhoog, liet me voorzichtig voor over hellen en zette, op het juiste mo ment flink afmaakte de hoek en draai, strekte m'n lichaam net op tijd om gelukkig vlak bij dat stukje porce lein terecht te komen. Toch raakte ik nog met m'n handen de bodem. Max en ik misten toch "iets", die prachtige streken aan de Middelland se Zee etc. zeiden ons op 't laatst niet zo veel meer. Het was de menselijke warmte van een volk, dat we gekend hadden, de sfeer en de eenvoud van een land met weelderig begroeide ber gen, rijk aan variaties in plantengroei, van bruisende kali's: Indonesië. Dat was 't. Niet dat we ondankbaar waren, natuurlijk waren we blij in geordend, verzorgd en verzekerd Holland te wonen. Maar dat was ook alles. We wónen hier alleen, maar leven deden we daar, juist doordat we eenvoudig konden en wilden leven. (slot volgt) Terug op de camping in Sestri Levante. Weer had Max te lijden van zijn voetwonden door 't fietsen en was dus aan rust toe, terwijl Harry zat te kokkerellen. 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 11