MIJN NAAM OOK! Ingevolge artikel "Uw naam ook" volgt hieronder met het grootste genoegen naam en adres van ondergetekende en "betere 'helft". Het idee is buiten gewoon en verdient navolging van een ieder I Sinds begin 1951 in Australië geves tigd is uw blad een soort "life-line" geworden, een levende band tussen "toen en nu", het oude Ned. Indië en de "emigranten". De eindeloze variatie in verhalen, re portages, enz. geeft de lezer/es veelal een beter en ruimer begrip van onze levenswijze in het oude Indië niet al leen maar vooral een daadwerkelijke waardering van alles wat land en volk ons gedurende ons leven "daar" be tekend heeft. Moge God U en uw medewerkers/sters nog vele jaren een goede gezondheid en de nodige kracht schenken om "Moesson" in leven te houden. Wij zijn U innig dankbaar. Met de beste wensen, hartelijkste groeten en de meeste hoogachting, J. E. W. (Wil is beter bekend) en lise Ellis, 16 Falconer Street, West Ryde - 2114 - SYDNEY, AUSTRALIA. Tel. (02) 80.5671. Deze reactie plaatsen wij als repre sentant voor de honderden brieven van dergelijke strekking. Natuurlijk zijn we trots en blij met deze reuze pluim, maar in de eerste plaats dank baar voor de ontelbare bijdragen van U lezers die Moesson maken zoals het is. En hopelijk blijven zal L.D. WACHTEN OP BEZOEK Gisteren brachten mijn man en ik een bezoekje aan een 82-jarig omaatje in het tehuis voor gerepatrieerde bejaar den "Spathodea" in Zeist. Hoewel de tehuizen voor bejaarden nu veel com fortabeler zijn dan vóór 30 jaar toen mijn ouders er gehuisvest werden, is er wat de persoonlijke omstandighe den betreft niet veel veranderd. Er zijn oude mensen die vreselijk een zaam zijn en zich hier niet thuis voe len, vooral als ze weinig of geen be zoek krijgen van kinderen of familie. Vaak al slecht ter been komen ze bijna niet meer van hun kamertje af en wachten, wachten tot er iemand komt om een babbeltje met hen te maken. Voor vele oude Indische mensen is dat kamertje de wachtkamer van de Dood. Er is maar één woord voor: "Kassian!" Het omaatje was een gewezen buur vrouwtje en ging met tegenzin naar een bejaardentehuis door omstandig heden die ik liever niet noem. Wij brachten 'haar zelf weg en bezochten haar een paar keer. In die tijd is zij driemaal verhuisd, zodoende verloor ik haar uit het oog. Maar een kerst kaart van haar bracht ons weer op haar spoor. Na informatie bleek dat zij nu in "Spathodea" verbleef. Zij kende ons in het 'begin niet meer, pas na een poosje kwam haar ge heugen weer op gang. Ze was zo innig blij met ons bezoekje en toen wij weggingen wuifde ze ons net zo lang na tot ze ons niet meer zien kon. De geestelijk sterkere ouderen pro beren de echte oudjes wat uit hun isolement te halen door ze televisie bij hen te laten kijken. Zij doen ook wat boodschappen voor ze in de stad. De koks doen 'hun best driemaal in de week een Indische maaltijd klaar te maken en de bejaardenhulpen om de mensjes, die toch wel 'Vreemd" voor hen zijn, zo goed mogelijk te ver zorgen. Wat zou het voor vele oude gerepa- trieerden prettig zijn af en toe bezocht te worden, al is het door vreemden. Kunnen wij, Indische mensen zoiets opbrengen? Een fractie van tijd geven van ons drukke leven voor zo'n wach tend mensje? Wie weet, wordt het later, als wij aan de beurt zijn, dubbel vergolden. E. KRUIJSDIJK-BOON VRUCHTEN (NIET VAN DE BETUWE) Het betreft de Jabotica. Is niet loebi- loebi of wat dan ook. Het is een vrucht die oorspronkelijk uit Brazilië komt. De boom is mooi van vorm met vele takken, wijd gespreid. Heeft een heel dunne bast die elk jaar ver nieuwd wordt. De bloemen komen uit de stam en de takken (geen klimboom dus, want je krijgt dan geen vruchten). Ze zijn spierwit. Als de vruchten rijp zijn, zijn ze paarsig zwart en suiker zoet. De boom hoort tot de familie van de Mirtaceae, de soort is Myrcia. Hier heet hij Ja'buticablira en de vrucht Jabuticaba. Carambola is inderdaad blim'bing. Héb niets kunnen vinden over pommelo en feyowa. META VAN HIEN, Santo André VRUCHTEN Naar aanleiding van de vragen in het artikel over vruchten door de heer H. Tas (Moesson 15 maart) het volgende: Pommelo komt van het woord pompel moes. Een van mijn ooms noemde de jeruk bali pompelmoes. In het zuiden van de V S., in Mexico en Caraïbische eilanden is Pummelo de grapefruit. Persimmon komt in het zuiden en zuid westen van Amerika voor. Er zijn hier twee soorten, de aziatische of Chinese (Diospyros ka'hi) en de inheemse (Diospyros virginiana). De inheemse soort heeft meer langwerpige vruch ten. Waar ik het over wil hebben (in het bijzonder) zijn de jambu kelutuks - hier guava geheten - behorende tot de familie Myrtaceae. Een botanicus ver telde mij dat er in Zuid-Amerika wel 140 soorten bestaan. Zelf heb ik vijf soorten in de tuin staan en wel twee Psidium guajava (jambu kelutuk zoals wij die in Indonesië kennen), Straw berry guava (Psidium cattleianum) met rode vruchten, Pineapple guava (Feijoa Sellowiana) en de Chileense guava (Myrtus Ugni) met gele aromatische zure vruchten. De Pineapple guava komt tot in noord Californië voor. Ik kan pas nu de vruchten ervan appre ciëren. Zij ruiken namelijk naar butyl alcohol (eigenlijk minder erg dan de durian). De bladeren van de Psidium worden door de Indianen in Midden Amerika gekauwd tegen kiespijn. J. N. A. VAN BALGOOY ONDERWIJS IN NED. INDIË Hiermee wil ik Ir. Doornweerd bedan ken voor zijn ingezonden stukje in Moesson dd. 1 april 1983 omtrent het Onderwijs in Ned. Indië, waarin hij het bestaan van de Techn. Hogeschool in het voormalig Ned. Indië aan de vergetelheid heeft ontrukt. Aangezien het Lab. voor Technische Hygiëne (voordien het Proefstation voor Waterzuivering in Manggarai geheten), gelegen op het terrein van de T.H. te Bandoeng, gedurende 10 jaar mijn arbeidsterrein is geweest on der de inspirerende en bovenal huma ne leiding van prof. dr. ir. C. P. Mom, kreeg ik bij het lezen van de heer Thielschs' artikel een acute aanval van "boeloeh berdiri" over zoveel nalatig heid. Overigens, sans rancune, Mr. Thielsch I Als jeu-ige bijzonderheid: dr. J. W. IJzerman, één van de oprichters van de T.H. - de andere was K. A. R. Bosscha - is de grootvader van mijn overleden man. Die ontmoette ik 3 weken nadat mij in een droom was gezegd een bloemhulde te leggen bij grootvaders borstbeeld aan de ingang van het park dat naar hem genoemd was. Binnen een jaar waren we ge trouwd, Grootvader had zijn keus blijkbaar eerder gemaakt dan klein zoon I Ik heb nooit begrepen waarom Soe- karno na de oorlog het borstbeeld niet in ere heeft hersteld. After all studeer de hij af aan de T.H.. Mijn oprechte dank, ir. Doornweerd voor het naar voren brengen van het bestaan van de T.H. te Bandoeng. Als U het niet gedaan had, was er vanuit deze uithoek in de States een kreet ter herinnering hoorbaar geworden, but you beat me to it. Thanks again I M. IJZERMAN-COUWENBERG Fallbrook, Ca. - U.S.A. 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 17