JjoiwezcJk.
VERLAAGDE U.S.A. en CANADA TARIEVEN
reizen
Bovenstaande groepsfoto werd genomen ter gelegenheid van de viering van de Zwitserse
nationale feestdag, 1 augustus 1940 ten huize van de Honorair Consul van Zwitserland te
Soerabaia, de heer Keiler. Links staande de bekende schilder Theo Meier (eveneens van
Zwitserse afkomst, die op Bali werkte en woonde, zie Moesson van 1 okt. 1982, pag. 3),
naast hem Dr. Schlager. Zittend op de voorgrond, vijfde van links de Consul. De foto werd
ons toegezonden door de heer E. Klaarmond uit Sankt Gallen.
grote lompe bakken van 5 ton elk die
op fundatiebalken staan, waarvan een
frame 7,5 ton weegt. De rotdingen wil
len schuiven en om dat te voorkomen
gaat de hele ploeg aan dek en brengt
extra sjorkettingen aan die middels
zware spansdhroeven strak gezet wor
den. Flarden buiswater waaien ons
regelmatig om de oren en zeetjes slaan
met het grootste gemak het gangboord
in, en dat terwijl wij een matige vaart
lopen en een koers gekozen hebben
die de beste voor het schip en haar
lading is. En te midden van dit troos
teloze weer leef ik mee met de "jonge
schrijvers" van onder de 45 jaar die
onlangs een Moesson volschreven.
Al ben ik dan geen ontheemde Indo,
een ontheemde Totok ben ik wel en
omdat ik geloof dat de eerste indruk
ken van een mens na zijn geboorte,
de belangrijkste zijn voor de rest van
zijn komende leven, leef ik mee met
hen die tóch nog steeds zich anders
voelen en vinden dat de maatschappij
hen anders behandelt dan een door
snee Belanda. Men leert er in berus
ten en er vrede mee te hebben, want
geloof me, ook een zeevarende wordt
niet voor vol aangezien. Want daar
zit een steekje aan los.
Ook in Indië was een varensgezel
maar een randfiguur die niet helemaal
meetelde en het was frappant om te
kunnen constateren dat deze hoog
hartige houding gehandhaafd bleef tot
vlak voor het moment van de grote
uittocht, de évacuatie in 1957-1958.
Toen het ging dagen bij de meesten
dat het fout liep, toen liepen de kolo-
nalen de deur op de schepen plat. Ze
'kwamen steeds vaker borrelen en ble
ven "meeschaften". Gaven ze ons iets
te spontaan een hand en dat knipoog
je van: "Wij saampjes, wij horen bij
elkaar en moeten elkaar helpen".
Maar zoals gezegd, dat was toen men
in de puree kwam te zitten en geen
dag eerder. Zelf bevoer ik de Indische
wateren in de jaren 1955 tot 1958. Hoe
bekend is niet dat verhaal van die
K.P.M.-kapitein die zich in een stadje
gevestigd had en op een goede dag
de soos betrad in de wetenschap hoe
men hem zou taxeren. De man was
verstandig en ondernam geen enkele
poging om zich aan een bepaald tafel
tje op te dringen. Integendeel, toen hij
het zaaltje van de soos betrad, de
schare overzag die hem stilzwijgend
opnam, zei hij op luide toon:
"Ook een goede morgen samen. Mijn
naam is Jansen, ik ben van beroep
K.P.M.-kapitein en ik verdien 428 gul
den en vijftig cent per maand. Waar
mag ik gaan zitten?"
In Nederland was het nog veel erger;
als je daar nergens voor deugde dan
ging je naar Indië of je ging varen.
Dat was althans de geldende opinie.
Nederland moge dan een zeevarende
natie zijn geweest, maar dat was men
staande op de pieren en kijkende naar
de schepen die uitvoeren.
Meer niet
Want de Hollander die nu uit roeping
gaat varen, zal men met een kaarsje
dienen te zoeken. De steeds kleiner
wordende vloot is bemand met Span
jolen, Portugezen, Kaap Verdianen,
Philippino's en zelfs hier en daar In
donesiërs die vanuit Surabaya (en
soms Jakarta) geronseld worden om
hier voor een grijpstuiver te komen
varen.
Zelf voer ik vrij recentelijk nog een
poos op veeschepen waar de matro
zen, de ölielieden en de kok Indone
siërs waren. De meesten van deze lie
den werden geshanghaid in Surabaya,
waar ook veel zeelieden uit Menado
en de Minahassa woonden. Reken
maar dat deze mensen zich bij ons
ook ontheemd hebben gevoeld, in ons
koude klimaat, met praktisch geen "an-
sohlusz" en een veel te lage gage om
in Europa maar voor een fractie mee
te kunnen doen. Verscheidenen van
hen spraken nog goed Nederlands en
als we dan eens over het varen op
zichzelf filosofeerden, dan zei ik
"Hij die gaat varen is niet goed bij
zijn verstand.
Hij die blijft varen, komt nooit meer
terug op het land."
Mana bisa? Hoe ken?
Zei ik niet in de aanhef "Sebentar
Poelang"? Heel even maar thuis ge
weest en daarna weer verder.
Want er liggen nog tienduizenden mij
len voor de boeg die allemaal nog
vermalen moeten worden tot schroef-
water. Waardoor ik ook vandaag
slechts een schuimend kielzog achter
laat.
New York v.a. 1085,Los Angeles v.a. 1629,
Washington v.a. - 1163,San Francisco v.a. - 1648,
Boston v.a. - 1027,Seattle v.a. - 1551,
Chicago v.a. - 1212,Toronto v.a. - 1018,
Minneapolis v.a. - 1298,Calgary v.a. - 1465.
Vancouver v.a. - 1525,Montreal v.a. - 1269,
VERRE OOSTEN
Jakarta v.a. 1795,Manilla v.a. f 2033,
Singapore v.a. - 1780,Hong Kong v.a. - 1978,
Kuala Lumpur v.a. - 1940,Menado v.a. - 2650,
Colombo v.a. - 1775,Ambon v.a. - 2600,
Bangkok v.a. - 1595,Denpasar v.a. - 2390,
Jakarta-Amsterdam v.v. 2375,
Melbourne Sydney Brisbane v.a
Johannesburg v.a. f 2250,
Aangesloten
A.N.V.R.
f 2885,Het goedkoopste retourtje
Nederlandse Antillen v.a. 1923,
bij het garantiefonds van de
Loosduinsekade 497, 2571 CM Den Haag
Telefoon 070 - 46 89 50 of 46 89 51
Dagelijks geopend van 09.30 uur tot 17.00 uur.
Zaterdag van 10.00 uur tot 13.00 uur.
Woensdagmiddag gesloten.
17