Lexers attentie! ZOMER-EDITIE MOESSOH Tempo doeloe bij de bank (VIII) De fiets waarmee Max zijn laatste fietstocht reed van Bogor tot Denpasar. De foto van de fiets (die Max in Bogor had achtergelaten) werd op 26 mei 1981 door zijn broer Harry gemaakt. (Vervolg: "Eenzame fietser") De volgende dag kwam Max twee In donesiërs tegen op weg van Bali naar Bondowoso. Ze maakten een praatje en waren verbaasd toen ze hoorden dat die 65-jarige mijnheer het had aan gedurfd speciaal met fiets uit Holland te komen om Java te doorkruisen. Enkele km's voor Banyuwangi liep zijn voorband leeg. Toen hij de bengkel- spedah wilde betalen ontdekte Max dat hij zijn zakje met geld en cheques in het hotel in Genteng had laten lig gen. Teruggereden, 32 kilometerGod dank het zakje was gevonden onder het bed. De "eerlijke" vinders eisten een beloning, ze kregen Rp. 1000, van Max. Gelukkig niet meer, want naderhand bleek dat ze zichzelf reeds met een briefje van Rp. 10.000 hadden beloond Na de veerpont, Gilimanuk en toen naar Negara. De weg was bar slecht, hele weggedeelten waren stuk, de bruggen gevaarlijk. Gelukkig scheen de maan en na een glas sodamelk met ijs peddelde de eenzame fietser 70 km verder. In hotel "Taman Sari" een prima on derdak met een Balisch bruiloftsfeest toe De gamelanmuziek deed de ver moeidheid verdwijnen en stroop en ijs waren gratis, zoveel als hij wilde De laatste kilometers na Tabanan raasde hij als een Eddy Merckx op weg naar Parijs, Denpasar binnen. Zijn laatste fietstocht, 1365 kilometer door zijn geliefde Java. Terug in Bogor werd hij ziek, hevige koortsaanvallen, zelfs een dukun kwam er aan te pas. Sterk vermagerd maar goed gehu meurd zagen we hem op Schiphol terug. Op 19 maart 1981 moest hij in Den Haag voorgoed van zijn fiets afstap pen, God nam hem tot zich op het moment dat hij zich weer sterk en sportief gevoeld moest hebben. zijn naam staande regu voor zijn pen sioen. Maar op een keer moest hij zijn zoon als ganti sturen. Geen nood, men kende hem wel op het fabriekskantoor, de oude was inderdaad wat ziekelijk en het was zo wel in orde. Zo ging het de volgende maand en de volgende, enz. Op het laatst was de kantoorbezetting zo aan de persoon van Soeparto II bekend geraakt, dat hij volledig met zijn vader werd ver eenzelvigd. Deze laatste was inmiddels overleden. De zoon werd ouder en op een dag was ook hij niet meer in staat zelf te verschijnen. Kleinzoon, Soeparto III, nam zijn taak over en de geschiedenis herhaalde zich als boven beschreven, totdat een ijverige boekhouder in Amsterdam om rapport verzocht. De maandelijkse uitkering werd prompt gestopt tot grote verontwaardiging en teleurstelling van de tot nu toe be gunstigde ontvanger. Deze en zijn voorganger hadden het als een soort gewoonterecht aanvaard. Het hoe en waarom was weliswaar niet duidelijk, maar dat hoefde voor hen ook niet. De beweegredenen van de machtige fabriek, die het leven in de omtrek beheerste, waren immers toch geheel ondoorgrondelijk. Zij braken daar heus hun hoofd niet over. De officiële brief aan Amsterdam volgde het gebruikelijke cliché. "Alles nog eens nagegaan; maatregelen ge troffen om herhaling te voorkomen, enz." U kent het wel. Op zichzelve was het bovenstaande van weinig financieel belang - behalve voor de ontvanger - maar het was wel tekenend voor de veranderde omstan digheden dat de machtige suikerindus trie zo op de kleintjes moest letten. Het was een algemene kwaal in de jaren dertig. Er moest overal op be zuinigd worden, salarissen, lonen, on kosten, enz. Herkennen wij deze kreten niet een halve eeuw later? OUD-BANKMAN Het was in Soerabaia dat ik te maken kreeg met suikerfabrieken en uit die tijd herinner ik mij de volgende ge beurtenis uit de dertiger jaren. Op een van de periodieke bijeenkom sten van vertegenwoordigers van de suikerondernemingen, las een van de aanwezigen een brief van zijn hoofd kantoor in Amsterdam voor "ter lering" van het overige gezelschap. Uit de personeelsadministratie was te Amsterdam bij een controle gebleken dat op een der fabrieken reeds sinds een halve eeuw pensioen betaald was geworden aan dezelfde begunstigde. Pegimana? Hierover gaarne rapport I Na veel zoeken kon men op de onder neming uit de oude administratie terug vinden, dat de pensionering van Soe parto plaats gevonden had in de pe riode van de vorige generatie van het thans werkende personeel. Niemand kon zich uit eigen waarne ming de persoon van Soeparto herin neren. Na onderzoek in de desa bleek dat de laatste jaren zijn pensioen uit betaald was aan zijn kleinzoon, leder, die wel eens de maandelijkse uitbeta ling aan oudgedienden op een onder neming heeft meegemaakt, kon begrij pen wat er gebeurd moest zijn. De netjes op een rijtje zittende oudjes werden één voor één met name op geroepen en zo vroeger ook Soeparto. Met het bekende "inggeh Doroh", ver scheen hij voor het loketje, drukte zijn duim op het klaarliggende stempel- kussen en kwiteerde daarmee het op Ook dit jaar komt Moesson i.v.m. de vakanties uit in zg. 'Zomer-edities'. De nummers van 15 juni - 15 juli - 15 augustus zijn DUBBELNUMMERS. Op 1 JULI - 1 AUGUSTUS verschijnt Moesson dus NIET 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 12