BOEKBESPREKING
"GEEN GEWOON INDISCH MEISJE",
roman door Marion Bloem.
Hella Haasse zegt over "Geen gewoon
Indisch meisje", de eerste literaire
roman van Marion Bloem, dat dit boek
niemand onberoerd zal laten, die ook
maar enigszins op de hoogte is van
de situatie en problematiek van In
dische Nederlanders En toch bleef
ik het en ik meen toch Indo te zijn.
Nu is het wel zo dat ik niet literair
geschoold ben en dat ik derhalve in
deze geen recht van spreken heb. Van
daar dat ik "gewoon" als gewone
lezer met belangstelling voor Indische
boeken, wil zeggen dat het geschetste
Indische meisje van Marion Bloem in
derdaad Indisch is - maar dan één van
deze tijd - en dat zij inderdaad niet
gewoon Indisch is, maar iemand die
door een voortdurende verwisseling
van ziel en gezicht tracht te ontdekken
wie zij nu eigenlijk is, terwijl ze dat al
lang weet, maar die wetenschap van
zich afduwt, omdat er eerst diep door
voeld, geleden, gehouden en gehaat
moet worden, anders is die eigen
identiteit te snel gevonden en daar
door ook niet diep doorwrocht te er
varen. Als zij zichzelf eindelijk gevon
den denkt te hebben, gaat het Indisch
meisje (symbolisch) dood. Als ik het
goed begrepen heb tenminste.
Kijk, nu klinkt bovenstaande al bijna
literair, maar is het heus niet! Gewoon
onzin. Ik snap geen bal van dit boek.
Marion Bloem kan best schrijven hoor,
zij het dat zij niet Indisch "gehinderd'
wordt in haar woordkeus, maar dat
zal de invloed zijn van het hier gelief
de "realistisch schrijven". En het had
zo'n goed boek kunnen zijn, als het
gewoon was geschreven. Als het een
stuk Indische literatuur geweest zou
"Geen gewoon Indisch meisje" door
Marion Bloem, prijs f 28,50, porto
f 4,25, verkrijgbaar bij Boekhandel
Moesson.
UITKERINGSWET
INDISCHE GEÏNTERNEERDEN
Nogmaals zij erop gewezen dat be
langhebbenden aanvragen voor de
eenmalige uitkering op grond van de
"Uitkeringswet Indische geïnterneer
den" (de 7500,— uitkering) t/m
uiterlijk 31 juli 1983 kunnen indienen
bij de Afdeling Overzeese Pensioenen
van het Ministerie van Binnenlandse
Zaken, Postbus 20011, 2500 EA Den
Haag.
In de betreffende wet is onder artikel
5 het volgende opgenomen:
"Onze Minister van Binnenlandse Za
ken kan in bijzondere gevallen na ad
vies van een ter zake door Ons in te
stellen Commissie afwijken van het
bepaalde in deze wet".
In de "Memorie van Toelichting" be
treffende dit artikel staat:
"Indien door bijzondere omstandig
heden niet wordt voldaan aan alle in
deze wet gestelde voorwaarden, doch
desondanks het betreffende geval niet
wezenlijk verschilt van die gevallen,
waarin deze wet voorziet, kan Onze
Minister van Binnenlandse Zaken na
een daartoe uitgebracht advies van
een bij Koninklijk besluit in te stellen
commissie, afwijken van het bepaalde
in deze wet".
Welke criteria gelden om dit artikel in
werking te laten treden is ons niet
bekend en evenmin of aanvragers bij
een eventuele afwijzing zélf moeten
vragen of er mogelijk aanleiding be
staat genoemd artikel te hanteren of
dat dit door het betrokken Ministerie
bij eerste beoordeling al wordt be
keken, maar het is nuttig dat belang
hebbenden van het bestaan ervan ten
minste op de hoogte zijn.
15 JUNI 1982
45weet U nog, het nummer van
Moesson van precies een jaar gele
den, dat werd volgeschreven door
lezers beneden 45 jaar. Ook een stuk
je van mij stond er in (ik trots) en dat
inspireerde mij om het af en toe nog
eens te proberen. Maar proberen men
sen die toen zo enthousiast schreven
dat nog wel eens? Ik weet wel dat
veel reacties opgeroepen door artike
len (en daardoor ontstaan weer nieu
we artikelen) worden geschreven door
mensen, die hun liefde voor Indië uit
dragen, een liefde zó diep, door hun
intèns leven daar, die jongeren, die
er zo kort waren misschien niet be
zitten. Maar het is (vind ik tenminste)
ook leuk te lezen over hoe het hen
hier in het Indische gezin verging
(bijv. zoals Ralph Boekholt wel eens
schrijft).
Zelf ben ik helemaal geen Indische
jongen (geen spat I), heb Indische
mensen in de kennissenkring en in de
familie ingetrouwd (en vergeet m'n
connectie met Moesson niet I) dat het
misschien daar door komt, dat veel
van wat er in Moesson wordt geschre
ven, mij bij blijft. Beslist zou ik even
willen reageren op de artikelen van
Kapitein Lindeboom (alias Pohon Lin
de) die me echt hebben geboeid. Het
nadeel vind ik daar dan weer van, dat
deze artikelen zo'n indringend beeld
geven, dat ze een sterk verlangen
oproepen om het in werkelijkheid in
ogenschouw te mogen nemen. Maar
ik weet (zucht I) we zijn nu eenmaal
niet allemaal zeeman dus zit er niets
anders op dan te luisteren naar
wat anderen willen vertellen. Als U
dat nu blijft doen, blijven we genieten
van Moesson Ik ook, blondhoofd
M. SCHOEN (40)
KINDERBOEK
Utta Wickert: In het jaar van de slang.
Vertaling: Corina Engelbracht.
Dit is het verhaal van een Indone
sische jongen, Tizar, die opgroeide in
Jakarta. Eigenlijk is het geen verhaal,
Tizars leven wordt belicht in korte flit
sen, we zouden het kunnen vergelij
ken met achter elkaar gemonteerde
foto's. De foto's tonen ons een min
derwaardig rotjongetje, dat de vuilste
streken uithaalt: bedriegen, stelen,
spijbelen en gaan naar de hoertjes.
Zelfs moeder en grootvader worden
zonder scrupules opgelicht, terwijl hij
ook het goed van zijn beste vrienden
te gelde maakt. En dit alles wordt ge
presenteerd als doodnormaal, men
krijgt de indruk dat het de gewone
gang van zaken is ginds. Dat vormt
mijn hoofdbezwaar.
Ik heb het boek besproken met een
jonge Indonesiër, die mij toch wel een
ander beeld gaf, nl. van respect voor
de ouders, van regelmatig schoolgaan,
van het in acht nemen van de adat.
Het verhaal van Tizar berust op waar
heid, ongetwijfeld zijn er dergelijke
kindergangs in alle grote steden, maar
dat (aan kinderen dit gewetenloze
troepje als stereotiep voor de Indone
sische jeugd wordt gepresenteerd,
daartegen kom ik in opstand. Morali
seren is uit de mode, maar er zou
tenminste iets van tegenwicht gebo
den moeten worden. Het boek kreeg
in 1978 de Jugendbuchpreis. H.W.
"In het jaar van de slang" door Utta
Wickert, prijs f 18,90, porto 2,30,
verkrijgbaar bij Boekhandel Moesson.
MENTENG POELOE
Een ereveld met meer dan 100.000 doden.
Wat stelt dat woordje "ere" eigenlijk
nu voor
Neem nu eens al die lichamen onder de
groene zoden.
Hetgeen waarvoor zij streden ging immers
reeds al lang teloor
Een jonge officier, zoals bijvoorbeeld nu
mijn vader
Vocht als bezeten voor 't behouden
van een pas.
De man was zeer begaafd en voorbestemd
voor 't kader
Na 5 jaar krijgsgevangenschap rest slechts
een hoopje as.
Capitulatiedag mocht hij niet meer beleven.
15 augustus '45 stierf hij op deze dag.
Zijn laatste rest tabak heeft hij maar
weggegeven
Aan een zieke sobat, die aan zijn zijde lag.
Zijn verweesde kind heeft tweemaal reeds
haar neus gestoten
Bij instanties, waar zij geen nakomeling
mocht zijn.
Dat zij "niets" was heeft haar heel erg
verdroten.
Zij schat haar kans op uitkering ook nu nog
maar erg klein.
Bezoek vandaag de dag zo'n veld met
eindeloze kruisen
En sta eens stil bij elke naam apart.
Gedenk dan hoe in al die nagelaten huizen
Gedachtenis, na al die jaren, nog steeds
herleeft in stille smart.
C. J.VAN DER NEUT
21