Van landheren en pioniers Indische Familiegegevens bij Kon. Ned. Genootschap Geslacht- en Wapenkunde Een kort overzicht van de werken met Indische familiegegevens. die in de collecties van het Genoot schap aanwezig zijn, toont aan dat er voor geïnteresseerden op dat gebied heel wat te vinden is. Genealogische gegevens van In dische geslachten zijn te vinden in periodieken als: De Navorscher. De Wapenheraut en in het bijzonder in De Indische Navorscher (jaargang 1934 t/m 1941), regeringsalmanak ken, almanakken van de Burgerlijke Stand van Ned. Oost Indië (van 1815 tot 1934, met enkele hiaten), waarin per plaats een lijst in alfabe tische volgorde te vinden is van de inwoners, evenals gegevens van geboorte, huwelijk en overlijden. Ook is een lijst aangelegd van offi cieren en eigenaren van handels huizen, en in 1903 ging men over tot de uitgave van een serie "adres boeken", waarin ook melding werd gedaan van de functie die de be trokkenen bekleedden, met wie ze gehuwd waren enz. Ook telefoon gidsen uit de jaren 30 zijn voor handen. Een bijzonder waardevol onderdeel uit de collectie vormen enkele 18e eeuwse deeltjes geheten "Namen register van de Edel Mogende Heeren Gecomitteerde Raden in de Collegien ter Admiraliteit alsmede de E. E. Heeren Bewindhebberen van de Oost- en West-Indische Compagnie, in alle de steden der Provincies van Holland, Zeeland, Friesland enz. Nevens de "Bedien den derzelve", waarin vele bijzon derheden te vinden zijn. Van groot historisch en genealogisch belang zijn ook de fiches met personalia van G.G.'s en Raden van de Oost- Indische Compagnie. Baanbrekend werk op het gebied van de kennis van Indische ge slachten verrichte voor de oorlog Mr. P. C. Bloys van Treslong Prins (adjunct landsarchivaris van het Landsarchief in Batavia). Hij publi ceerde vier delen "Genealogische en heraldische gedenkwaardighe den betreffende Europeanen op Java". Behalve deze boeken, be vinden zich bij het Genootschap ook de collectie van Bloys van Tres long Prins met gegevens van Indi sche families (ook uit advertenties) en nog niet gepubliceerde fragment- Wapen van de familie van Riemsdijk. Wapen van de familie Ament. genealogieën en de fiches uit het Landsarchief in het voormalige Ba tavia, die door hem werden over geschreven, alsmede fiches op Oost Indische testamenten. In het Kwartierstatenboek dat ter gelegenheid van het eeuwfeest is uitgegeven, komen o.a. de namen voor van bekende Indische geslach ten als Ament, Bousché, Boutmy, Holle, Mahler, de Neve, van Riems dijk en Fokker. De heer Boutmy de Katzmann, directeur van het Genootschap (zelf stammend uit een sedert 1826 in Ned.-Indië gevestigd geslacht) was zo welwillend bovenstaande gegevens in een gesprek met de redactie van Moesson te verstrek ken, en ons rond te leiden in de bijzonder fraai en overzichtelijk in gerichte bibliotheek, waarvoor wij hem zeer erkentelijk zijn. CH.M. De Bergcultures, orgaan van het Algemeen Landbouw- syndicaat enz. beleeft reeds zijn 6de jaargang. Heel wat bosculturen, boscultuur- en plantmethodes, ziekten in de gewassen en middelen om die ziekten te bestrijden zijn in die jaren behandeld over de meest voordelige wijze van beplanting, heel wat artikelen over de rubber- en thee- prijzen, heel wat geschiedenissen over koffie en thee cultuur en referaten over alles wat invloed heeft op de kwaliteit van de produkten zijn in die zes jaren in dit orgaan verschenen, maar over de planters, over degenen die uit gestrekte terreinen in cultuur hebben gebracht, en speciaal over de pioniers van de wildernis is weinig of niets mede gedeeld en toch spelen deze ook op dit gebied de voor naamste rol. Zonder planters geen boscultures en plant methodes, geen rubber en geen thee, slechts wildernis en oerbos. Schrijver dezes, die zich reeds jaren heeft beziggehouden met de geschiedenis der Indische families en met aan kweken van belangstelling daarvoor bij de betrokken fami lies zelf, was het dus zeer aangenaam van de redacteur van dit blad het aanbod te krijgen om daarin een en ander mede te delen over die pioniers, derzelver familie en landen. Wat een verschil is er tussen de planters van het begin der 19e eeuw en die van het begin der 20e eeuw. In 1820 de landheren, absolute monarchen op hun eigen landen, in 1920 de administrateurs aan handen en voeten gebonden dienaren van naamloze vennootschappen in Europa. In de 19e eeuw de genesis, in de 20ste eeuw de exodus der Nevenstaand artikel van de hand van Mr. P. C. Bloys van Treslong Prins werd ons door de heer Boutmy de Katzmann, directeur van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, toegezonden, door wie het van een origineel handschrift van deze auteur werd overgetypt. Het is niet zeker of dit artikel, dat in 1940 of kort ervoor werd geschreven, ook ooit werd gepubliceerd. Het geeft in ieder geval een beeld van een tempo doeloe, die nu al meer dan anderhalve eeuw achter ons ligt- - Red. Moesson Indische families. Toen overal een tevreden bevolking en misère. Toen waren de landheren werkelijke toean besars; nu zijn zij menigmaal "dertigcents" besars. Maar dit is overal en op alle gebieden hetzelfde; vandaar het adagium "Sic transit gloria mundi". Ik hoop dus enige artikelen te wijden aan de pioniers op het gebied der cultures, aan de oude landheren en aan hunne landen en heb niet overgeschreven uit oude boeken zoals des te doen gebruikelijk is in Nederlandsch Indië, doch geput uit de bron bij uitnemendheid: het Landsarchief te Batavia. Er waren in de 19e eeuw heel wat landheren op Java, en zoals gezegd zij leefden als koningen in schitterende pa leizen. Daar waren de van Motman's op Dramaga en Dja- singa, op Djamboe en Tjikandi-Oedik, daar waren de Van Polanen Petei's op Penoembing, de Hofland's op de Pame- noekan en Tjiassemlanden, de Van Riemdijk's op Tjiampea en Tandjong Oost, de families Bik op Tjisaroea bij den (lees verder volgende pagina) 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 19