Zomaar een terugblik
21
De in brand staande "Valk" in de baai van Ambon.
door F. C. Backer Dirks
Ship that burns in the night.
Carbid, één van de voorlopers van de elektriciteit als energiebron voor de ver
lichting op schepen, is ondanks de bestaande veiligheidsmaatregelen vanwege
de daarbij optredende gasvorming aanzienlijk gevaarlijker dan elektriciteit.
Europa stond in vuur en vlam. Wat een geluk dat Nederland tot nu toe de
neutraliteit heeft weten te handhaven. Daardoor was het in Ned. Indië en vooral
in de buitenbezittingen, zoals hier in Amboina, rustig, hoewel in zo'n wereld
brand de vlammen elk ogenblik een onverwachte richting kunnen uitslaan.
In Amboina dus vrede, maar men moest op z'n hoede zijn; steeds bestond de
kans om in de oorlog meegesleurd te worden.
Deze situatie werd in alle geledingen
van de maatschappij aangetroffen. Aan
de waterkant, in de baai van Amboina,
lagen drie Regeringsvaartuigen, n.l.
twee schepen van de Gouvernements
Marine, het s.s. "Albatros" en het s.s.
"Valk" in hun witte kledij, omdat het
vrede was, en één oorlogsbodem, Hr.
Ms. "Koetei" in de grijze oorlogskleu
ren, omdat men op z'n hoede moest
zijn.
Aan de wal hetzelfde beeld. Het B(in-
nenlands) B(estuur) functioneerde nor
maal, terwijl het K.N.I.L. in staat van
verhoogde paraatheid was gebracht.
De kosten van het levensonderhoud
waren wat hoger geworden, maar toch
was van alles nog volop te krijgen.
Het avondleven concentreerde zich,
zoals gebruikelijk in hoofdzaak in de
bioscoop en de "soos", waar je zo
gezellig min of meer in het glaasje
kon kijken; "glaasje op, laat je rijden"
bestond nog niet. De zaterdagavond
was bij uitstek geschikt voor het ver
sieren van een feestje, over het alge
meen een dansje want andere amuse
menten en zeker vermakelijkheden van
hogere orde waren er niet; zoiets was
nodig om de spanning, die in deze
wereldoorlog I in ieder mens in het
onderbewustzijn optrad, af te reage
ren; natuurlijk gingen bij deze werk
zaamheden de "boedjangs" voorop.
De burgerij keek stiekempjes op naar
de militairen. In deze oorlogsdagen
had de "militair" een voorsprong op
het "civiel"; zij toch hadden het stra
tegisch inzicht. Met hen werd wat
graag geborreld met een Bos-atlas of
oude kaart om legercorpsen uit te
zetten, een zeeslag voor te bereiden,
etc. Ja, zo was het op dat afgelegen
plekje op aarde, eenzaam en verlaten
en toch met vol medeleven met de
wereldbrand, want een ieder van hen
had toch familieleden in Nederland,
aan de rand van het strijdtoneel. Vre
demaar toch op alles bedacht
zijn.
En in die sfeer, terwijl men de span
ning kon snijden, op zondagmorgen,
17 februari 1918, om vijf uur een ge
weldige knal, die heel Ambon wakker
schudde.
Bij velen schoot bij het wakker schrik
ken het spookbeeld "oorlog" door het
hoofd; de vijand is bij verrassing de
baai binnen gevaren en heeft het eer
ste schot gelost.
Anderen dachten in alle ernst, dat het
een sein was omtrent een op komst
zijnde aardbeving; met angst en beven
wachtten zij het rammelen van de zin
ken daken af.
Optimisten dachten aan een flauwe
mop van Hr. Ms. "Koetei", die een
uit 1654 daterend oud gebruik in ere
wilden herstellen en als wachtschip
de ingezetenen op zondagmorgen met
een schot om vijf uur 's ochtends wil
de "porren".
Niets van dit alles.
Direkt na de "knal" het geluid van de
brandklokken; dus "brand". Een ieder,
opgelucht, vloog de straat op, nieuws
gierig als men is en de zucht naar
sensatie. Al gauw ging de "kabar
angin", dat het Gouv. s.s. "Valk" in
brand stond. Men snelde naar de baai
en jawel, in de zeer vroege ochtend
schemering brandde het schip als een
fakkel; midscheeps laaiden de vlam
men zeer hoog op. Het was een dave
rend schouwspel het brandende schip
in het donker; op de achtergrond sta
ken de silhouetten van de Ambonse
bergen af, terwijl het zoeklicht van Hr.
Ms. "Koetei" over de "Valk" speelde.
Om het gebeuren heen lagen verspreid
verscheidene lichtjes. Het waren vis
sersboten met buitenboord een licht
bron om vissen aan te trekken en te
verzamelen. Zij bleven rustig zonder
enige emotie op hun plaats dobberen.
De vissers, die geboeid tuurden naar
het gewriemel van zeediertjes en vis
jes onder het licht keken even op in
de richting van de brandende fakkel,
daarna gingen zij onverstoorbaar
voort met hengelen; alleen zij, die
dicht bij elkaar lagen wisselden in
kalme bewoordingen van gedachten.
Gezellig "nontonnen" onder de blote
hemel daar aan de wal, tevens een
rendez-vous en een kletspraatje in on
gedwongen kledij.
Hoe weinig van deze "nontonners"
hadden het vermoeden hoe ernstig de
situatie aan boord van de "Valk" was.
Daar werd een strijd op leven en dood
met het snel om zich heen grijpen
de vuur aangebonden door 2de
stuurman Ph. A. C. Th. Knijff, 3de stuur
man J. van den Berg, 2de machinist
H. J. Gijsberts en de 3de machinisten
F. A. F. Glaser en B. Morbeck. Laatst
genoemde was zo juist van de "Alba
tros" tijdelijk op de "Valk" geplaatst.
Gezaghebber H. J. F. Rothmeyer en
eerste stuurman J. B. Kampschuur wa
ren getrouwd, hadden hun gezin te
Amboina en woonden dus aan de wal.
De hoofdmachinist van de "Valk" was
met verlof op Java.
De jonge stuurlui en machinisten wa
ren zondagochtend om drie uur uit de
soos, waar het zelfs zonder regen
vochtig was, gekomen en lagen om zo
te zeggen nauwelijks te kooi toen ze
door de hevige ontploffing (de knal)
uit hun hut werden geslingerd.
Tweede stuurman Knijff en de 2de
machinist Gijsberts kwamen er het
beste van af; zij waren zo goed als niet
gewond. Van den Berg was zwaar ge
wond aan het gelaat; er werd gevreesd
voor het verlies van beide ogen. Zijn
handen, armen en benen vertoonden
brandwonden. De 3de machinist Gla
ser was aan de armen gewond. Het
ergst er aan toe was Morbeck; hij
moet het dichtst bij de oorsprong van
het ongeval gelegen hebben. Aan ge
laat, lichaam en benen deerlijk ver
brand en verwond werd hij door zijn
collega's aan dek gehesen. Van de
inlandse bemanning werden zes man
gewond, waarvan twee zwaar.
De officier van gezondheid van Hr. Ms.
"Koetei" verleende de eerste hulp aan
de gewonden, die zo spoedig mogelijk
naar de wal en naar het hospitaal
werden getransporteerd. Knijff en Gijs
berts en de rest van de wachthebben-
(lees verder volgende pagina)