MENSEN IN HET ZIEKENHUIS SPEKKOEK a 16,50 TUNAS Trade, Tours Travel International B.V. (Vervolg: "Brieven over") mijn hart voelde ik teleurstelling. Ik hóór daar niet meer, ik ben een buiten lander geworden. Terwijl ik als kind ook in tjelana monjet in de kali heb gespeeld en op school ben geweest en toen in het kamp heb gezeten. Het oude is er niet meer en dat maakt geloof ik dat ik ontzettend veel heim wee krijg als ik uw blad lees met ver halen van tempo doeloe. Dit was maar een ontboezeming en ik zit weer zwaar te snotteren. E.S.H.A. De herinnering aan iets dat - naar onze gevoelens en normen - goed is geweest, hoeft niet persé heimwee te zijn. leder mens heeft verlangen naar bestendigheid van het prettige en vreedzame, ook Nederlanders die in Nederland de "goede oude tijd" heb ben meegemaakt. Het ligt niet in de bedoeling van Moesson om steeds weer dat gevoel van "heimwee" los te maken, maar om de lezer te doen be seffen hoe rijk hij is geweest en nog is, omdat herinnering een rijkdom is die nooit afgenomen kan worden. LD. BABAT Toen ik het stuk "Paru" (Moesson No. 18, pag. 15) las, moest ik opeens den ken aan mijn jeugd. Zoals bij iedereen komt er wel eens een jeugdbelevenis of herinnering naar boven als je eens een verhaal of woord hoort uit de tijd van je jeugd. Bij ons thuis kwam er nogal dikwijls gebakken paru (long), gebakken djantung (hart) en gebak ken babat (pens) op tafel. Mijn moeder at het, dus wij kinderen aten het ook en vonden het lekker. Het was mijn moeder al vaak opgeval len, dat mijn broer wel paru en djan tung at, maar nooit babat. Op een dag, toen er weer gebakken babat op tafel kwam en mijn broer het niet wilde hebben, vroeg ze hem: "Lust jij geen babat, njo?" "Neen mam, ik lust geen gebakken boentoet (staart) van een Chinees." "Hoe kom je daar nu bij?" "Ja, papa vertelde ons dat alle man nelijke Chinezen vroeger een vlecht droegen en dat in een bepaald jaar die vlecht niet meer gedragen werd, dus verdween. En de kokkie bevestigde dat verhaal en dan zei ze er altijd een rijmpje bij op: "Tjieng tjollie brat, boentoet China di babat Daarom lust ik geen babat, want dat is de boentoet van de Chinees." Mijn moeder moest er zo om lachen en legde mijn broer dus uit dat "Di babat" afsnijden betekende en dat dat niets te maken had met onze gebakken babat. Na die uitleg at hij ook babat goreng en soto babat. Mijn man ech ter lust het beslist niet, hij begrijpt niet hoe wij soep van verknipte en ge bakken handdoek kunnen eten H. BEER Kareltje Zoals zo vaak stond ik op voor "transport". Dit was geen sinecure, de stad bezat geen ziekenauto en het was een "streekziekenhuis, dus alle om liggende dorpen (het waren er nogal wathadden de rechten van de stad bewoners. Toen dus de bel ging, liep ik de zaal uit en kleedde me aan. Koud was het, een gure herfstwind joeg door de straten en we reden flink door om warm te blijven - of te worden, ik naast de fiets-brancard waar een broe der op zat en trapte. "Hierin", zei hij, toen we bij een nauw steegje aankwamen. Hij hield stil voor een oud huis en ging zonder bellen naar binnen. Hem volgend kwam ik in een grote kamer waar het schaarse meubilair bestond uit enige jute zak ken, met stro gevuld, op de grond. Op een van die zakken lag een oude man. "Zo Karei, pech gehad?" vroeg de broeder. "Poot gebroken," zei hij met heldere stem. Ik keek hem aan. In een vriendelijk gezicht keken mij een paar felblauwe oogjes onderzoekend aan, een dikke bos spierwitte krullen bekroonde het gezicht met het hoge voorhoofd. Voorzichtig tilden we hem op en droe gen hem in de brancard onder een zacht-gemompeld vloekje (van hem). Toen aanvaardden we de terugtocht. Hij kwam op mijn zaal, dus maakte ik een bed klaar en ontving hem na het (toen nog) gebruikelijke bad. De chirurg kwam kijken. Hij scheen hem niet te kennen, want na met enige verbazing naar het ongewone uiterlijk te hebben gekeken zei hij: "Hoe heet je?" "Ik heet Karei, Frederik, Lodewijk, baron van Lawick van Pabst," het schalde over de zaal. Niemand twijfelde aan de waarheid. Ondanks het milieu waar we hem van daan hadden gehaald, de armoedige, versleten kleren, was hij een "heer", een man uit een beschaafd milieu. Maar voor ons was hij "Kareltje" die, toen "de poot" eenmaal gezet en in gips was, de zaal vermaakte met zijn sappige verhalen en zijn vaak niet mal se opmerkingen. Hij was oorspronkelijk cavalerie-offi- cier geweest. "Ik hield van mijn paard, ik zou willen weten wie het nu heeft," zei hij vaak. Als cavalerie-officier was hij "een beetje dorstig" geweest en tenslotte om dronkenschap de dienst Het is geen "Indisch" verhaal, alleen de naam die erin voorkomt van Lawick van Pabst, heeft een beken de klank. Addie die dit verhaaltje schreef, een jeugdherinnering, is nu 87. Ze woont in Middelburg en schreef die kostelijke serie "De bes te jaren van mijn leven" over de 6 gelukkigste jaren van haar leven in Indië. Ongelooflijk hoe ze zich na 60 jaar alles nog haarfijn weet te herinneren, namen, mensen, plaat sen. Dit uitstekend stukje proza, ook al is het geen verhaal uit Indië, ver dient een plaats in ons blad. - L.D. uitgezet. Toen was hij bij een paar oude dames als koetsier gekomen. "Och, en die brave zussen waren niet onaardig, maar de dorst bleef hinde ren en op een dag reed hij de hele rataplan de rivier in. "Het paard kon gered worden - de zussen niet - jam mer." Ook jammer was dat er na dit deba cle geen behoorlijke baan meer voor Karei te krijgen was en hij steeds lager op de maatschappelijke ladder belandde, ondanks zijn naam. Tot hij een "zwerver" werd, zonder vaste woonplaats, want ook in een tehuis was hij niet te houden. Voorlopig was hij dus onder de pan nen, want het bleek een lelijke breuk die niet gauw genas. Waar ik als eerste- of misschien twee- de-jaars leerling mee te maken had, was zijn bed dat iedere dag weer onder tabakskruim lag. Toen hij uit bed op een stoel mocht en ik hem daarheen droeg, haalde ik het bed af, schudde alles, keerde het om, leegde zijn kastje - nergens heb ik ooit zijn voorraad tabak gevonden. En pruimen bleef hij. Ook bij zijn weggaan - waarheen? - is het geheim niet ontsluierd. "Nee," zei hij, "dat zeg ik niet, voor als ik ooit eens terugkom." Hij liet een leegte achter - zoals niet veel mensen doen - die we nog lang gevoeld hebben. ADDIE gewicht 700 gr. Franco thuis. Mevrouw van BUUL Zeelsterstraat 165, 5652 EG EINDHOVEN Tel. 040-51 57 81 - Giro 4442615 385 Beeklaan Telex: 34193 tunas nl. 2562 AZ DEN HAAG Telefoon 070 - 63 92 27 63 89 94 Uw Indonesië en Verre Oosten reis op de maat van uw beurs en wen sen gesneden Agent voor Europa van P.T. TUNAS INDONESIA TOURS TRAVEL Jakarta kantoren: Medan, Padang, Yogya, Surabaya, Bali, Ujung Pandang, Bandung, Singapore, Hongkong, USA.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 8