DEZE MOESSON IS HET LAATSTE DUBBELE NUMMER VAN DE ZOMER-EDITIES (Vervolg "Palmen en Pasirahs") een klap. Zijn ogen schoten vuur, toen hij recht in de spleetogen van zijn tegenstander keek, die met een boze grijns van opgetrokken lippen voor hem stond. "U gaf die lieden de gelegenheid tot plunderen", zei hij gebelgd. "U is ver antwoordelijk voor deze plundering. Zij zijn nu gek, dol gedraaid, mata gelap. Ik kan daar niets aan doen. Het is uw taak deze rampokkers tot de orde te roepen I Aan U heb ik toch het bestuur overgedragen?" voegde hij er bitter aan toe. God, wat was hij nijdig I De Japanse vertaalde deze zinnen in rap klinkende vocalen. Lt. Yoshida draaide zich om naar de meute. Twee Minangkabouwers vlakbij maakten ruzie over een baal zijde, die zij bijna aan flarden scheurden. Wat daarna gebeurde, kon Aardeman, die zich gegriefd had teruggetrokken, niet bevroeden. Lt. Yoshida schreeuwde enige bevelen tegen de zes soldaten, die hem overal en bij nacht en ontij vergezelden. Direkt daarop klonken er drie salvo's in de lucht. Geschrokken vluchtten de ruzie makende mannen, maar even verderop vervolgden zij hun strijd. Eén man scheurde de baal weg van zijn maat. Naast hem probeerde een jongen een koffer vol buit weg te slepen. De mensen reageerden niet direkt. Opnieuw klonk de scherpe stem van Lt. Yoshida. Weer klonken er enige salvo's. Nu werd met scherp op de schobbejakken geschoten. Een gil daverde over de straat. Hals over kop namen de mensen de benen en zochten een goed heenkomen ach ter bomen, in gerampaste toko's met achterlating van hun buit. De rol zijde lag vertrapt in het slijk. Tot ontstelte nis en afgrijzen van Aardeman lagen vijf mensen in onnatuurlijke houdingen op straat: vijf doden waren ten offer gevallen aan de geweerschoten, één daarvan de man die de rol zijde had gegapt van zijn maat. Vlakbij in een huis had men gegil gehoord. Op de galerij had een vrouw aan de naai machine gezeten. Zij was dodelijk ge troffen in elkaar gezakt, geraakt door een ricochetterende kogel. Een volko men onschuldige Uit was het feest Honderden rampokkers vluchtten met de kain omhoog de bergen in. Na een minuut of tien was de rust weerge keerd en de angstige stilte daarna deel vreemd aan. Niemand durfde op straat te verschijnen. De Japanners hadden het rijk alleen. Elke ochtend om 10 uur moest Aarde man zich bij Lt. Yoshida melden, om dat de laatste alle mogelijke inlichtin gen over zijn ressort wilde hebben. Deze zittingen waren een afschuwe lijke vernedering voor hem. De vijf honderd meter die zijn woning van het kantoor scheidden, legde hij met lood in zijn schoenen af, gekleed in uniform met pet. Hij vroeg zich af wat de hoof den en de bevolking, die hun hoogste chef van alle kanten beloerden uit hui zen en heggen, wel in hun hart dach ten. Lachten zij in hun vuistje? Geen woord of gebaar verried wat er in hun gemoederen omging, maar leedver maak zou bij velen niet vreemd zijn. Gedurende één van deze zittingen bel de plotseling schril de telefoon op Yoshida's bureau, eens Aardeman's schrijftafel. Deze laatste zat nu als on dervraagde voor zijn eigen bureau I Yoshida luisterde aandachtig, gromde, legde de telefoon op de haak en sprong toen overeind. Hij pakte Aarde man bij de armen en trok hem ijlings met zich mee naar buiten. Zij spron gen haastig in een gereed staande jeep en legden in drie minuten de V/2 kilometer lange afstand naar de tangsi af. Yoshida zei geen woord en de ver bouwereerde Aardeman begreep er niets van. Met grote vaart raasde hij de tangsi binnen, sprong de auto uit en begaf zich regelrecht naar het huis, waarin de Hollandse vrouwen waren ondergebracht. Aardeman beende haastig achter hem aan. Op aanwijzing van de bedienden rende Yoshida naar een kamer in de bijgebouwen, gooide de deur open en Over het hoofd van de veel kleinere Yoshida zag Aardeman een Japans of ficier met uitgetrokken broek voor een van de dames staan I Deze had hij kennelijk met zeer slechte bedoelingen in het vertrek meegesleurd. De dame in kwestie, bijtijds uit deze hachelijke situatie bevrijd, vluchtte met gescheur de blouse het vertrek uit. De Japanse kapitein was de meerdere in rang van Yoshida, maar van een andere afde ling. Met een verlegen grijns sprak de kapitein enige woorden tot Yoshida en trok zijn broek weer aan. Yoshida deed heel bedremmeld (zo kwam dit over op Aardeman) en legde hem blijkbaar uit, dat hij hier de baas was en de ver antwoordelijke officier. De kapitein braakte enkele klanken uit en ver dween schielijk - heel alleen - Even later hoorde Aardeman een motor aan slaan. Wie had Yoshida gewaarschuwd? Wel licht de Japanner die op wacht stond? Dit was nog een van de vele nare herinneringen uit die dagen. Eerst het oorlogsgeweld, toen rampas, nu vrou- wenroof - internering - wat meer? Sinds dat gebeuren sliep Aardeman met toestemming van Yoshida elke nacht op een veldbed tussen de vrou wen en huilende kinderen in de tangsi. Deze bewakingszorg lag geheel in de lijn van de bestuursambtenaar, niet waar? Dit was voor Aardeman de laat ste taak als Assistent-Resident in Pa- dang Pandjang. Om 6 uur 's morgens wandelde hij da- PLAATS Er is een Indo dood gegaan. Vannacht om half twee. Zijn vrouw huilde en de kinderen waren direkt gekomen. Om het bed hebben ze gestaan en naar hem gekeken. Bedroefd, maar blij dat hij was geweest die hij was. De hele dag rinkelde de telefoon en er werd van alles geregeld. Men was rustig. Er werd weer brood gehaald en vlees- beleg. Hier en daar werd zacht ge sproken. "Ja, ze komt bij mij," hoorde je de oudste zeggen en nummer vier bladerde in een foto-album. "Ja, vannacht om half twee, heel rus tig," vertelde ze voor de zoveelste maal door de telefoon. "Jij lijkt precies Opa riep de kleine, wijzend naar Oom. Allen keken op en zagen een stille oude Indo. Zo bekend. "Wie wil er brood?" vroeg zij, leder een ging aan tafel, net als vroeger De kleintjes binnen. Eén stoel bleef leeg. Ze' zette er toch een bord neer én een kopje koffie toebroek. "Altijd toch, om deze tijd." Ralph gelijks naar zijn eigen woning om zich te baden en te kleden. Dan begaf hij zich naar het bestuurskantoor. Veer tien dagen duurde deze marteling voor Aardeman. Veertien dagen lang maakte hij elke ochtend de gang naar Canossa. zat voor zijn eigen bureau en werd on dervraagd als een crimineel. Toen kwam -hoe gek dit ook moge klinken -zijn 'be vrijding". De hele mannelijke Europese gemeenschap werd in de assistent- residents woning verzameld en daarna in de militaire tangsi geïnterneerd. De vrouwen werden naar Fort de Koek overgebracht en aldaar ingesloten. Aardeman legde zijn uniform af en borg deze in de zinken kist bij zijn gala-uniform van zwart laken met de gouden oplegsels van eikenbladeren. De kist liet hij door de kokki ergens in de kampong onderbrengen. Hij heeft van zijn spullen nooit meer iets terug gezien. Hoe lang zou het duren voor dat hij zijn uniform weer mocht aan trekken? De blanda's hadden aan het "kortste" eind getrokken - Aardeman deed dit in Padang "Pandjang" (lang). Pas drie en een half jaar later zou deze inter nering een einde nemen. Maar dat is een ander verhaal. De 31/2 jaar internering zijn n.l. uitvoe rig beschreven in Aardeman's dag boek: "Op hun post voor vorstin en vaderland". Niet lang na deze bevrijding kwam zijn promotie tot Resident af. 1 en 15 september zijn dus weer gewone nummers! 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 10