&ranjel&eót in awi Dicht bij de grens tussen Oost en Midden Java, bij de stad Madioen, ligt Ngawi, het stadje (of was het een dorp?), uit mijn kinderjaren. Gelegen in de laagvlakte met een zeer warm en droog klimaat. Ngawi, een beeld oproepend aan een stoffige Karrenweg (Djalan Tjikar), waar de tjikars af en aan reden met hun vrachten. In een tempo, dat sprak van rust en geduld, glodakglodak glodakglodakHet oude huis, de grote tuin met een overvloed van bloemen en vruchtbomen, waar we zo'n fijne jeugd beleefden. Overal zagen we avontuur in; het klimmen in bomen, 'het kraken van gedondong of pentjit tussen de deur en deurpost. Het plukken en wassen van sawohs, of simpelweg het zoeken naar oendoer-oendoer onder de loemboeng, of het vangen van oeget oeget en tjeblongs uit de regenbak. Ngawi met zijn kali Solo, die we ken den in al zijn facetten: de droge tijd, wanneer we van drooggevallen eilandje naar eilandje sprongen en vaak zo de andere oever konden bereiken. Maar ook de kali Solo in de westmoesson, wanneer het water als een bruingele kolkende massa tot ver buiten de oe vers trad. En in de "pladoe"jtijd, wan neer de inlanders in grote getale, met alles wat maar scheppen kon, manden, koekoesans, enzovoorts, de vissen kwamen vangen, die boven kwamen drijven. Bij massa's werden ze gevan gen. Een verklaring voor dit fenomeen 'heb 'ik nooit gevonden. Lag 't aan een bepaalde golfstroom? Ngawi met zijn oude benteng, waar de kali Solo en de kali Madioen samen vloeien. Het fort Johannes van den Bosch was één van de versterkingen uit de vorige eeuw. Gouverneur en Commissaris Generaal Johannes van den Bosch (1830-1834) was veel meer bekend als grondlegger van het cul- tuurstel. De oud genie-officier ont wierp als commissaris-generaal een verdedigingsplan voor Indië, waarvan het fort te Ngawi later een onderdeel zou vormen. Het ziekenhuis van Ngawi was eens een oude kruitmolen, vandaar dat we altijd zeiden: "Ik ga naar de Molen", als we naar het ziekenhuis of polikli niek moesten. In gedachten zie ik het grote kerkhof, omringd door de grote witte muur en boven in de poort de tekst: "Memen to mori" (volgens mijn moeder zijn deze muur en poort gebouwd onder leiding van mijn grootvader Eduard Jansen), het politiebureau en er tegen over de R.K. kerk, waar we gemarteld werden tijdens een verhoor in de Ja panse bezettingstijd. Maar dan zie ik de aloon-aloon en er om heen de missigit (wat was ik bang voor de bedoek), het huis van de Wedono, de strafgevangenis, waar de levenslang gestraften opgesloten zaten. Het hotel, het postkantoor, het huis van de As sistent Resident en de gebouwen van de burgerlijke stand, het Protestantse kerkje, de Europese school en de tui nen, pendopo en kaboepaten van de regent Pangeran Raden Mas Sosro Boesono en Raden Ajoe Adipati, met hun charmante dochters Siti, Watti, Soeti en hun zonen Harsono en de tweeling Tojo en Djojo. Wat waren we trots op onze aloon aloon, zo groot, ruim en prachtig groen, behalve als het al te lang droog was geweest. In het midden, als trouwe wachters, twee grote waringin-bomen. Op deze aloon-aloon en op het erf en ten huize van de regent speelden de meeste activiteiten zich af als er een oranjefeest was. Oranjefeest, als er in dat verre land over zee iemand jarig was uit het Koninklijk huis, of er een belangrijke gebeurtenis plaats vond, zoals het huwelijk van prinses Juliana en prins Bern'hard. Dan waren er grote optoch ten van de kinderen van de verschil lende scholen, allen zwaaiend met rood-wit-blauwe vlaggen. Wat was dat een prachtig gezicht. Hele rijen liepen dan om de aloon-aloon naar het huis van de Regent, waar in de pendopo de regent en zijn familie, de Assistent Resident, de Wedono en nog vele an dere belangrijke personen aanwezig waren. Daar verzamelden de scholen zich en werd er gezongen, het Wilhelmus en andere vaderlandse liederen, die we al weken te voren hadden ingestu deerd. Dat was altijd het hoogtepunt van de optocht. Daarna gingen we weer naar school terug, waarna er spelen en wedstrijden werden gehou den tegen de Hollands Inlandse School. Natuurlijk ontbrak de tractatie niet in de vorm van oranje limonade met wat lekkers erbij. Voor de huizen waren er erepoorten, gemaakt van klapperbladeren en slin gers. De ene poort was nog mooier dan de andere. Als kind was je zo naïef, om te geloven dat de koningin, of andere leden van het koningshuis dit moois zelf zouden zien of op de één of andere manier erover zouden horen. Toen ik voor het eerst mee mocht met de optocht, verwachtte ik zelfs dat de koningin in eigen persoon ook in de pendopo aanwezig zou zijn. Wat bonsde mijn hart en ik was blij en bang tegelijk. Ik hield mijn vlaggetje zo hoog moge lijk en deed erg mijn best met het zin gen. Wat was ik teleurgesteld, die Linkerfoto: Zus Frieda onder de erepoort bij het Oranje feest t.g.v. de geboorte van prinses Beatrix samen met de broers Wim en Boy Muller, vrienden van Ramona's oudste broer Bart. Rechterfoto: Ramona onder de sawohboom met links de oude loemboeng, waar altijd oendoer-oendoer gezocht werden. Tussen de loemboeng zelf en de stenen peilers was een grote plaat zink aangebracht tegen ongedierte. Hieronder zochten we tjitjakeitjes. We vonden het een wonder, als er dan van die kleine, schattige tjitjakjes uitkwamen. Het ongedierte kwam toch wel, geregeld werd een grote schoonmaak gehouden, dan rolden de ratten je tegemoet. 12 Kleine tjindils brachten we groot met een dotje watten gedrenkt in melk.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1983 | | pagina 12