4joL/ezdLz
JAKARTA
YOGYA
SURABYA
DENPASAR
AMBON
MENADO
MEDAN
PADANG
De goedkoopste tarieven van uitsluitend gerenommeerde luchtvaartmaatschappijen.
NIEUW Ons programma met korte tours en hotelarrangementen Indonesië is uit.
Familie over laten komen
f 1.790,—
- 2.165,—
- 2.325,—
- 2.390,—
- 2.625,—
- 2.675,—
- 1.940,—
- 2.390,—
SINGAPORE
BANGKOK
MANILLA
HONG KONG
TAIPEI
TOKYO
COLOMBO
1.780,—
- 1.575,—
- 2.070,—
- 1.975,—
- 2.395,—
- 2.525,—
- 1.775,
Jakarta- Amsterdam retour v.a. 2.350,
Nederlandse Antillen v.a. - 1.923,
Nieuw Zeeland v.a. - 3.350,
Australië v.a. - 2.885,
Verenigde Staten Canada, vraag gratis brochures aan I
Verre Oosten verzorgd in groepsverband of individueel, vraag gratis brochures aan I
Aangesloten bij het garantiefonds van de
A.N.V.R.
Loosduinsekade 497, 2571 CM Den Haag
Telefoon 070 - 46 89 50 of 46 89 51
Dagelijks geopend van 09.30 uur tot 17.00 uur
Zaterdag van 10.00 uur tot 13.00 uur.
reizen Woensdagmiddag gesloten.
vijanden. Zwakke planten, die vatbaar
zijn voor allerlei ziekten, bezwijken. Ze
worden niet kunstmatig in het leven
gehouden zoals bij cultuurplanten door
ze te bespuiten met chemische midde
len. In de vrije natuur hebben dus
alleen de sterke, tegen ziekten en pla
gen resistente planten een kans van
bestaan.
In de land- en tuinbouw proberen we
dit biologisch evenwicht te herstellen.
Een goed voorbeeld van het bestrijden
van schadelijke insekten door andere
insekten met een gunstig resultaat, was
het loslaten van duizenden lieveheers
beestjes (Rodolia cardinalis) in de door
de Australische schildluis (Icerya pur-
chasi) aangetaste sinaasappelboom
gaarden van Californië, waardoor na
enige jaren een einde kwam aan deze
schildluizenplaag. Ik heb zelf duizen
den kleine sluipwespen (familie Bra-
conidae), op advies van Dr. Clancey,
losgelaten in Zuid-Californië, ter be
strijding van alfalfaweevils. We noe
men dit de biologische bestrijding van
ziekten en plagen in de land- en tuin
bouw, mij beter bekend als "biological
control". Onder biological control
wordt ook verstaan het gebruikmaken
van hormonen. Daar heb ik ook er
varing mee.
De motvlindertjes van de cabbage-
looper (koolspanrups), Latijnse bena
ming Trichoplusia ni, geven een sex-
hormone af (pheromone), die van kilo
meters ver de motmannetjes aantrek
ken. Nu ben ik zo gemeen geweest,
kooitjes met virgin female moths
(maagdelijke motvlindertjes) op insekt-
vallen te monteren, om op die manier
de mannetjes letterlijk in de val te
lokken. Om te bewijzen dat ze werke
lijk door middel van de pheromone de
mannetjes aantrekken, hebben we
sommige kooitjes gevuld met motdame
tjes, die we van een plasticbroekje
hadden voorzien, stevig om het achter
lijf met lijm vastgemaakt. En zie, daar
kwam geen enkele mot-man op af. Nu
is deze methode verbeterd. Dr. Shorey
van de Univ. v. Calf, heeft nl. deze
pheromone kunstmatig in zijn lab. ge
fabriceerd en het is nu voldoende een
weinig watten met deze pheromone in
iedere val te plaatsen.
Na mijn pensionering ben ik als
koffiedeskundige tot de IESC toege
treden. (IESC International Executive
Service Corps, een door David Rocke
feller opgerichte organisatie om de
kennis en ervaring van gepensioneer
de wetenschaps- en zakenlieden niet
verloren te doen gaan, maar ten nutte
te maken aan de opbouw v.d. ontwik
kelingslanden). Ik heb toen gehoopt
door deze organisatie naar Indonesië
gestuurd te worden. De IESC kan ech
ter pas een deskundige afstaan, als het
betreffende ontwikkelingsland er be
hoefte aan heeft en er ook voor wil
betalen. I.p.v. een oproep uit Jakarta
kregen we er een uit Manilla.
Door de gevaarlijke politieke toestand
op Mindanao, waar de koffieplanters
een expert nodig hadden, heb ik be
sloten er niet heen te gaan, maar laten
weten, dat ik zonodig wel bereid was
schriftelijk advies te geven. Ik wachtte
nog steeds op een oproep van Jakarta,
die echter niet kwam. Daarom trok ik
de stoute schoenen aan en besloot de
IESC te schrijven, dat ik op eigen
kosten naar Indonesië wilde gaan. Mijn
doel was de originele Javakoffie, de
oorspronkelijke Coffea arabica mokka
variëteit of de ugandavariëteit terug
te vinden. Volgens mijn theorie zullen
deze koffieplanten, als ze al die jaren
vanaf 1942 de gevreesde bladziekte
doorstaan hebben, resistent geworden
zijn. Deze resistente exemplaren kun
nen als moederbomen dienen om de
zaden te leveren voor het herstel van
de Javakoffiecultuur.
Ik schreef het lESC-kantoor in New
York, dat ik met 3 maanden vakantie
zou gaan naar Indonesië en tijd zou
uittrekken voor die koffie-search. Men
vond het een goed plan. Mijn brief was
doorgestuurd naar de lESC-vertegen-
woordiger te Jakarta, van wie ik zo
nodig assistentie kon krijgen. Al ging
ik op eigen initiatief, uit ervaring weet
ik, dat men als een vertegenwoordiger
van een bekende organisatie, makke
lijker toegang krijgt, waar dan ook, op
ministeries en andere instanties.
Na ontvangst van mijn 3-maanden-vi-
sum voor Indonesië, vertrokken wij
(Jeanne en ik), via Singapore, waar we
tweè dagen verbleven, per Singapore
Airlines naar Jakarta. Het was tegen
zeven uur 's avonds van de 29ste de
cember 1982, dat we in Halim landden.
Behalve onze dochter Jopie, stonden
daar mijn ex-Indonesische studenten
(ik was hun "foster-father" aan de
Texas A&M University, ze noemen mij
nog steeds "daddy") ons op te wach
ten. Het was een ontroerend weerzien.
Nu concentreer ik mij op mijn search
naar de oorspronkelijke Javakoffie.
Daarbij heb ik veel steun gehad van
mijn Indonesische vrienden, die van
zelfsprekend met hun Amerikaanse
diploma's vrij hoge "pangkats" (posi
tie) hadden veroverd. Door hun con
tacten kwam ik te weten, dat ik meer
kans van slagen zou hebben in Oost-
Java. Gelukkig was Oost Java ook in
ons reisplan opgenomen en zouden
we in Malang bij mijn schoonzuster
(Jeanne's jongere zuster) logeren. Van
daar zou ik makkelijker meer inlichtin
gen over de koffie kunnen krijgen van
het proefstation te Jember. Laat mij nou
twee employé's van dat proefstation
ontmoeten op de suikerfabriek Trang-
kiel bij Joana. Daar waren we uitge
nodigd door Jaap Rookmaker (een
broer van Jeanne, mijn zwager dus) op
het huwelijk van een van zijn dochters.
Mijn petje af voor deze man, die zich
als suikerdeskundige dwars door de
moeilijke Soekarno-jaren heeft kunnen
handhaven. Nu plukt hij er de vruch
ten van, want nu mag hij meewerken
aan de wederopbouw van de suiker
industrie. Het is een punt van het 3e
vijfjarenplan om 57 nieuwe suikerfa
brieken te bouwen, ook buiten Java.
Jaap is al begonnen suikerproefvelden
aan te leggen op Sulawesi. De twee
heren van het proefstation voor koffie,
met wie ik op dit huwelijksfeest ken
nis maakte, waren hr. Mambo en hr.
John Wattie. Van hen hoorde ik dat
Dr. Ir. Soenarjo de directeur is van dit
proefstation te Jember. Ik was be
nieuwd of hij dezelfde Soenarjo was,
die ik 14 jaren geleden, aan de Uni
versiteit van Californië, heb leren ken
nen. Ik vroeg John Wattie, met wie ik
het meest gesproken heb, aan de
directeur mijn voornemen om zijn
proefstation te bezoeken, kenbaar te
maken, vooral ook mijn naam te noe
men en het doel van mijn bezoek, dat
ik op de 26ste januari had bepaald.
(slot volgt)
15